Uw mening
59
van twee S-fregatten) en maanden- lang patrouilleren in de Adriatische Zee om het wapenembargo tegen Milosevic te handhaven (als deel van STANAVFORMED en dus geen erkende missie), goed voor 43 voor pensioen geldige dienstjaren, ben ik volgens de regeltjes GEEN veteraan. Ik mag dus niet naar veteranendagen in mijn om- geving. Niet naar de gereserveerde dag voorafgaande aan de marinedagen in Den Helder, waar veel van mijn sobats wel te vinden zijn. Ik kom niet in aan- merking voor een veteranenpas met de daaraan verbonden voordelen als kor- tingen of een gratis treinkaartje. ‘Maar je hebt toch een postactievenpas?’, hoor je dan. Zeker. Daarop staat dat ik oud-medewerker ben van Defensie. Niet dat ik militair was, laat staan welke rang ik had bij mijn FLO. Ik heb het recht om bij voorkomende gelegenheid het uniform te dragen. Dat doe ik nog regelmatig, bijvoorbeeld bij het geven van gastlessen op basisscholen in het kader van het programma Zeebenen in de klas. Bewijzen dat ik daar recht op heb, kan ik echter niet eens! Misschien moet het dilemma (?) gezien worden in verhouding tot de vetera- nenstatus in vele landen om ons heen. We leven niet meer in de jaren vijftig, toen we nog een verzuild en zuinig land waren van kruideniers en dominees. Schaf de aparte status ‘post-actief’ af en gun IEDEREEN de maatschappelijke erkenning die ze verdienen nadat ze al of niet vrijwillig militair geweest zijn en daardoor impliciet bereid waren het hoogste off er te brengen voor ons land en haar inwoners. Dat is belangrijker dan de vraag of je toevallig wel of niet was aangewezen voor een missie. Extra erkenning daarvoor is er immers al in de vorm van de betreff ende draaginsig- nes, onderscheidingen en herinnerings- medailles. Met een verruiming kunnen ook de oudgedienden zonder de huidige veteranenstatus zich weer gewaardeerd voelen. Je uitgesloten voelen, je als oud vuil aan de dijk gezet voelen, je gene- geerd voelen, doet echt pijn!
PAUL JOOSTEN LTZE1 b.d.
Veteranenstatus (4)
Het bestuur van de Koninklijke Vereniging van Eervol Ontslagen Offi cieren van de Nederlandse krijgs- macht (KVEO) heeft een brief gestuurd aan de IGK, tevens Inspecteur der Veteranen, met het verzoek zich in te zetten om de status van veteraan uit te breiden tot (oud-)militairen die zich langdurig hebben ingezet voor de vrede en veiligheid in deze wereld. Het gaat om erkenning en waardering van (postactieve) militairen waarbij we ook uitdrukkelijk hebben aangegeven dat er - uit oogpunt van rechtspositie - on- derscheid moet blijven tussen een ‘war veteran’ en een ‘veteran’. Op deze brief hebben we nogal wat re- acties gekregen, positieve en negatieve. Met de brief aan de IGK hebben we gemeend ons aan te sluiten bij de status die postactieve militairen hebben in de landen waarmee Nederland nauw sa- menwerkt: de VS, het VK en Duitsland. Ons verzoek aan de IGK en de concept- brief zijn in eerste aanleg besproken met alle (plaatsvervangend) rayonoffi - cieren. De haalbaarheid van de inhoud van de brief is nagegaan bij de bij onze vereniging aangesloten Cambodja- en Joegoslavië-veteranen en postactieve militairen met ervaringen in Noord- Ierland en het Midden-Oosten. Een andere reden om voor postactieve militairen de status van veteraan aan te vragen is dat militairen steeds breder worden ingezet, ook buiten de ‘klassie- ke’ vredesoperaties. Voorbeelden zijn de inzet in de Ballistic Missile Defence Task Force, Baltic Air Policing, Border Security Teams, Recovery MH-17, capaciteitsopbouw in ACOTA en inzet van het NAVO-vlootverband SNMG2 in de Egeïsche Zee ten behoeve van de migratiecrisis. Door de minister van Defensie is besloten dat de inzet van deze militairen niet leidt tot de vetera- nenstatus. Bij de betrokken militairen heeft het besluit hen niet de vetera- nenstatus toe te kennen tot onbegrip geleid. Inmiddels hebben we een antwoord ontvangen van de IGK. Daarin geeft hij aan dat er op dit moment onvoldoende mogelijkheden zijn om de status van
veteraan uit te breiden. De inspecteur geeft aan dat hij dit onderwerp zal bewaken, omdat de KVEO terecht de aandacht heeft gevraagd voor de veranderende vorm van inzet en aard van operaties en dus de bredere inzet van de militair. Hij verwijst daarbij naar nationale operaties, ‘enhanced forward presence’ en zogenaamde ‘remote’ operaties waarbij middelen op afstand kunnen worden ingezet. Ook deze vor- men van inzet hebben gevolgen voor de militair en het thuisfront. Inmiddels weten we dus waar we staan. De IGK heeft waardering voor ons initiatief maar zal het niet onder- steunen vanwege de onhaalbaarheid ervan. We betreuren het, maar zullen ons erbij moeten neerleggen. Tevens weten we dat het initiatief bij (enkele of vele) leden wrevel heeft opgewekt. Daar hebben we begrip voor. Toch zou ik ter afsluiting hierover het volgende willen zeggen. Degenen die thans de status hebben van veteraan, zijn door het schrijven van de brief aan de IGK niet geschaad in hun belangen; hun status, waardering en erkenning blijven onveranderd, maar het is zinvol deze begrippen te plaatsen in het kader van een (binnen de vereniging) breed gedragen voorstel en derhalve positief te bezien. Daarbij uiteraard rekening
‘We weten dat ons initiatief wrevel heeft gewekt’
houdend met het genoemde verschil tussen ‘war-veteran’ en ‘veteran’. Maar soms kan het belang van een meerderheid van onze leden zwaarder wegen dan het individueel belang van enkele leden, hoe lastig dat soms ook te aanvaarden is.
MARCEL CELIE Voorzitter KVEO
checkpoint
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100 |
Page 101 |
Page 102 |
Page 103 |
Page 104 |
Page 105 |
Page 106 |
Page 107 |
Page 108