EROPUIT
Offi ce de Tourisme te vinden. De vriendelijke dame geeft ons een stadsplan in het Nederlands. “U moet zeker de kerk binnengaan”, zegt ze. “Die stamt uit de achttiende eeuw en is gebouwd op de plek waar vroeger een Romaans kerkje stond.” En op mijn vraag naar andere hoogtepunten antwoordt ze: “U moet beslist naar Le Village des Bories gaan, een openluchtmuseum met kleine, van gestapelde stenen gebouwde hutten. Ook de Cisterciënzer abdij van Sénanque is leuk om te bezoeken.”
Steile straatjes Met deze gratis bagage op zak beginnen we aan onze wan- deltoer. Het kasteel zelf toont op zijn vier hoeken wachtto- rens. Die zijn nodig geweest, want tijdens de middeleeuwen en de renaissance heeft het dorp zware tijden beleefd. Nu worden er kunstwerken tentoongesteld. Sinds 1997 hangen er werken van de Vlaamse kunstenaar Pol Mara. Voor het kasteel lopen we langs de fontein, die tot 1954 dienst deed als het enige waterpunt in het dorp. Door de steile straatjes bereiken we de kerk Saint-Firmin. Tussen de typische hoge, smalle huizen in het oude centrum lijkt die niet zo groot. Maar eenmaal binnen zien we een imposant geheel met een kleurige inrichting. Aan de muur hangt ook een schilderij met de beschermheiligen van schoenmakers. Verenigd in een gilde in de negentiende eeuw, waren er ongeveer vier- honderd dorpelingen werkzaam in de schoennijverheid. Het stadje is ‘het kleine juweel van de Provence’, lees ik in een folder. Tijdens onze wandeling kunnen we dat alleen maar bevestigen. Op de terugweg naar de Gendarmerie zien we achter de Salle des Fetes een aantal campers staan. Hier is een fantastisch uitzicht op de omgeving en we besluiten te verkassen.
1 2
Fraaie gewelven De volgende morgen gaan we naar de abdij. Deze is ook met een voertuig te bereiken, maar wij gebruiken de wandelbeschrijving van het toeristenbureau. Na vier kilometer komen we bij de abdij, omringd door laven- delvelden, in het groene kloofdal van de Senancole. Sinds 1988 wonen er weer monniken, die hun eigen producten verkopen. Rondleidingen met Franse uitleg zijn het hele jaar mogelijk. De zalen, met fraaie gewelven overspannen, zijn zeker een bezichtiging waard, evenals de sfeervolle galerijen. Ook wordt duidelijk dat de abdij een van de drie kloosters is van de Cisterciënzer orde in de Provence. We rijden naar Le Village des Bories. Het historische monument is niet met het voertuig te bereiken, want toegang met een kampeerauto blijkt verboden. Tijdens de wandeling van één kilometer naar het openluchtmuseum wordt duidelijk waarom. De toegangsweg is een smalle laan, met aan beide zijden een lage, stenen muur. Hier kom je met je camper niet graag een tegenligger tegen. De bouwsels in het boriedorp werden tot aan het einde
56 | Kampeerauto nr. 2/2012 NKC
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84