search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
IN SAMENWERKING MET Koe vraagt extra aandacht


natweelingdracht Een koe die een tweeling krijgt, vraagt extra aandacht. En een tweeling bij melkvee komt regelmatig voor: naar schatting bij 5,6 procent van de drachten. De verwachting is dat het aantal tweelinggeboorten de komende jaren verder stijgt. Dit vanwege het verband met (een hoge) melkproductie.


Een tweeling ontstaat door een dubbele ovu- latie: twee eitjes rijpen en komen vrij bij de tocht, normaal gesproken is dat maar één eitje. Bij een hoge melkproductie stroomt er relatief meer bloed door het lichaam. Dit zorgt ervoor dat de concentratie van bepaalde hormonen in het bloed daalt, doordat ze meer worden afgebroken in de lever. Dit geldt on- der andere voor het hormoon oestradiol. Dit hormoon zorgt er normaal gesproken voor dat er maar één eitje afrijpt.


Overigens beïnvloedt niet alleen melkproduc- tie het vóórkomen van tweelingdracht. Er is ook de genetische factor: in bepaalde koefa- milies komen meer tweelingen voor. En dan zijn er nog andere zaken van invloed bij tweelingdrachten, zoals hittestress en de mate van cyclisch zijn van koeien.


Liefde en aandacht Een koe die een tweeling heeft gekregen, maakt een erg lastige periode door in het begin van de lactatie. Het is van het groot- ste belang dat de veehouder haar veel TLC (Tender Love and Care, vrij vertaald liefde en


aandacht) geeft. Deze dieren hebben een ruim strohok nodig, zodat ze makkelijk kun- nen opstaan en bewegen. Daarnaast is een kwalitatief uitgebalanceerd en fris rantsoen van belang om de voeropname zo hoog mogelijk te laten zijn. Deze factoren gelden overigens voor alle verse koeien.


Ketonenmeter Koeien die het extra moeilijk hebben, zoals na een tweelingdracht, kunnen extra worden ondersteund door het toedienen van calcium- bolussen, drenches of vitamine-injecties die de penswerking stimuleren. Toch zal een groot percentage van deze dieren slepende melkziekte krijgen. Dit kan worden gemeten met behulp van een ketonenmeter. In dit ap- paraat wordt een stripje gestoken waarop een druppel bloed wordt aangebracht. Na 10 seconden is de uitslag bekend en kan worden bepaald in welke mate het dier sle- pende melkziekte heeft.


Bij ernstige slepende melkziekte is het zaak dat de dierenarts aanvullende behandelingen geeft, aangezien een lebmaagverplaatsing anders het vervolg zal zijn. Deze zullen altijd bestaan uit het toedienen van infusen met glucose en/of calcium en zoutoplossingen. Sinds enige tijd is er ook een infuus op de markt dat naast glucose ook eiwitten en mine- ralen bevat. Hiermee wordt de lever ook iets ontzien, waardoor de koe sneller herstelt.


Bij een tweelingdracht is een grote af alfruimte belangrijk voor het makkelijk opstaan en bewegen


GASTCOLUMN MARC LUIJBEN RUNDVEEDIERENARTS


BIJ ARTS & DIER IN KLIJNDIJK


Preventie begint met


kritisch kijken Dierenartsen staan regelmatig voor problemen die multidisciplinair bekeken moeten worden. Veel problemen wor- den immers veroorzaakt door meer- dere factoren. Colimastitis is zo’n aan- doening. Het is een kostbare vorm van uierontsteking bij melkkoeien die vaak in golven op een bedrijf voorkomt. De aanpak van dit probleem is een uitdaging. Als we geroepen worden voor dit probleem, ligt de focus eerst op behandeling van de (ernstig) zieke koe. Maar als het hierbij blijft, zeker als colimastitis vaker voorkomt, schieten we tekort. Een inventarisatie van de risicofactoren hoort ook bij ons vak. Geneeskunde is prachtig, zeker als we de patiënt kunnen redden, maar pre- ventie is nog mooier. Dus bekijken we de huisvesting, het klimaat en de voe- ding, want die spelen een grote rol bij colimastitis. Twee zaken zijn essentieel: goede weerstand en hygiëne. Preventie in de vorm van eerstekeus- antibioticahoudende droogzetters biedt geen oplossing voor een colipro- bleem. Preventie begint met een aan- pak bij de bron. En goed rondkijken in de stal is vaak al een belangrijke eer- ste stap om oorzaken op te sporen. Kijk hoe schoon de koeien en uiers zijn. Hoe schoon en droog zijn de boxen (ja, ook bij de droge koeien)? Hoe schoon is het af alf ok? Preventie begint dus met kritisch kijken en dat is mooi, want dat kun je zelf.


DIERGEZONDHEIDSNIEUWS


veeteelt NOVEMBER 1 2017


53


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60