‘De mogelijkheden van gene-editing worden gehypet in de media’


Groenen werkt vooral aan het ontrafelen van het dna. Enthou- siast vertelt hij over het belang om inzicht te hebben in welk stukje dna waarvoor verantwoordelijk is. ‘Ook willen we in- zicht krijgen in welke combinatie van genen zorgt voor welke eigenschap. Als dat lukt, kun je betere voorspellingen maken voor bijvoorbeeld uiterlijk, productie, levensduur of karakter.’


Genenpakket gecontroleerd aanpassen Groenen volgt wereldwijd de ontwikkelingen van dna-onder- zoek op de voet. Zo noemt hij de nieuwe techniek gene-edi- ting, waarbij op specifieke plaatsen veranderingen aange- bracht kunnen worden aan het genoom, een ‘krachtige techniek’. ‘Gene-editing biedt veel kansen, maar ik vind dat het inmiddels wel erg wordt gehypet in de media. Er wordt vaak vergeten dat eigenschappen van individuen multifacto- rieel zijn’, zegt Groenen en hij geeft een voorbeeld. ‘Neem melkproductie of levensduur. Die verhoog je niet zomaar


door één gen via gene-editing aan te passen. Er zijn namelijk heel veel genen verantwoordelijk voor melkproductie.’ Groenen en zijn team werken in modelstudies ook met de techniek die in wetenschapstermen CRISPR-cas9 wordt ge- noemd. ‘De toepassing is relatief eenvoudig. Maar je moet wel bedenken wat je ermee kunt. Je kunt het gen van hoornloos- heid inbrengen bij een dier. Maar wat voor effect heeft dat? Het heeft pas echt waarde als je het bij heel veel dieren toe- past. Maar daar hangt dan wel weer een kostenplaatje aan.’ Gene-editing is momenteel in de EU niet toegestaan, maar persoonlijk ziet Groenen geen principiële bezwaren. ‘Eigenlijk creëer je via gene-editing iets wat in de natuur zelf ook ge- beurt. Alleen verander je nu het genenpakket gecontroleerd.’


Data koppelen aan genoomgegevens ‘Focus houden’ is het antwoord van Groenen als hem gevraagd wordt naar de toekomststrategie van de leerstoelgroep. ‘We zitten in een periode dat er veel aandacht is voor dna-onder- zoek. Dan moet je er juist voor zorgen dat er focus is, dat je je richt op specifieke uitdagingen. Zelf zie ik veel mogelijkheden om zogenoemde big data te combineren met dna-gegevens. Er komen steeds meer data uit het slachthuis, uit stallen, uit robots en er worden nog altijd fenotypische eigenschappen of gedragseigenschappen verzameld van dieren. Als je die samen- brengt met dna-gegevens, kun je met fokkerij grote stappen maken. Daar liggen nog mooie kansen de komende tijd.’ l


veeteelt NOVEMBER 1 2017 19


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60