search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
H


et aantal agrariërs met een aanvullende arbeidson- geschiktheidsverzekering daalt. Deze zomer maak- te het CBS bekend dat minder dan dertig procent van de zelfstandigen in de landbouw zichzelf verzekert tegen arbeidsongeschiktheid (figuur 1). Zes jaar geleden lag dat percentage enkele procenten hoger. Zelfstandigen in andere sectoren zijn gemiddeld nog minder vaak ver- zekerd; van alle zelfstandigen in Nederland is minder dan twintig procent verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid.


Eigen broek ophouden


Het CBS splitst de cijfers binnen de landbouwsector niet verder op. Het aandeel melkveehouders met een arbeids- ongeschiktheidsverzekering (aov) is daarom niet exact bekend. Verzekeringsmaatschappijen sorteren de land- bouwgetallen evenmin. Specialisten uit het verzekerings- wezen schatten de deelname onder melkveehouders wel hoger in. ‘In mijn klantenportefeuille heeft veertig tot vijftig procent een aov. Als ondernemer moet je nu een- maal je eigen broek ophouden als jou iets overkomt’, ver- telt Jan Veth, verzekeringsadviseur bij Univé Leksprong. Veth adviseert ondernemers om hun financiële positie te laten doorlichten door een adviseur, om zo te bepalen of een aov zinvol is. ‘Jonge agrariërs met een hoge schuld die kort geleden het bedrijf hebben overgenomen, raad ik zeker aan om zich te verzekeren tegen arbeidsongeschikt- heid. Maar er zijn ook veehouders die vrij zijn van schuld, een buffer hebben op de bank en tegen een leeftijd aanlo- pen van zestig jaar. Voor deze categorie is een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid minder nuttig.’ Aart van Wolfswinkel is aov-deskundige voor Interpolis. Ook hij schat het aandeel melkveehouders met een aov op fiftyfifty. De basale reden om te kiezen voor een arbeids- ongeschiktheidsverzekering is zekerheid van inkomen. De groep die ervan afziet zich te verzekeren, vindt doorgaans de premie te hoog. ‘Het overkomt mij toch niet’, wordt volgens Van Wolfswinkel nog te vaak geroepen. ‘Het boe- renwerk is fysiek vrij zwaar, het blijft veel tilwerk, hoewel dat door automatisering wel minder wordt.’ Bovendien is de premie zeer variabel (tabel 1) en afhanke- lijk van de leeftijd van de ondernemer, het gedekte inko- men, het eigen risico en de einddatum van de uitkering. ‘Elke ondernemer kan zijn premie op onze website bereke- nen. De premie is fiscaal aftrekbaar, maar je praat al snel over bedragen van twee- tot driehonderd euro per maand.’


Verzekeren met een broodfonds Zelfstandigen die de premie van een aov te hoog vinden, hebben een alternatief in een broodfonds. Het broodfonds is een collectief van ondernemers en bestaat inmiddels elf


20 2011 2012


2013 jaar


2014 2015


Figuur 1 – Percentage zelfstandige landbouwers met een arbeidsongeschiktheidsverzekering (bron: CBS)


jaar. Biba Schoenmaker is een van de oprichters. ‘Het broodfonds is op dezelfde manier ontstaan als tweehon- derd jaar geleden de eerste verzekeringsmaatschappijen. Toen vormden boeren een collectief om zich in te dekken tegen hooibroei. Als er een boerderij vlam vatte, legden andere boeren geld in voor het herstel.’


Er bestaan inmiddels driehonderd broodfondsen en meer dan dertienduizend ondernemers die meedoen. Een brood- fonds telt twintig tot vijftig deelnemers. Elke deelnemer is vrij in het bedrag dat hij inlegt. Hoe hoger de inleg, des te hoger de uitkering bij arbeidsongeschiktheid (tabel 2). Het geld stort een ondernemer op een eigen broodfondsreke- ning. Schoenmaker: ‘Als er iemand uitvalt, meldt hij zich bij ons bestuur. Wij keren de schenkingen uit.’ De elf jaar ervaring leert dat het bijna nooit voorkomt dat de pot ‘leeg raakt’. ‘De uitkering duurt maximaal twee jaar en de eerste maand van arbeidsongeschiktheid is voor eigen risico. Het is heel overzichtelijk allemaal. Deelne- mers die uittreden, krijgen het geld van hun broodfonds- rekening dat niet is gebruikt, ook gewoon terug.’


Onderling vertrouwen


De constructie van het broodfonds staat of valt bij onder- ling vertrouwen. Zelfstandigen weten van elkaar dat ze niet bij het eerste de beste pijntje aan de bel trekken. Een controle door een arbo-arts of arbeidsdeskundige ont- breekt dan ook. ‘Ondernemers zijn volwassen, serieuze mensen. Er zijn jaarlijks ledenvergaderingen, waardoor de deelnemers elkaar ook kennen. Zie het als een vorm van sociale controle. Het bestuur heeft bovendien maandelijks contact met zieke deelnemers’, vertelt Schoenmaker. Broodfondsen maken geen onderscheid in leeftijd of risico- volle beroepen. De inleg van een stratenmaker is gelijk aan


40


35


30


25


Een Vlaamse polis die uitkeert in arbeid


In Vlaanderen is de deelname aan verzeke- ringen tegen arbeidsongeschiktheid onge- veer gelijk aan die in Nederland. ‘Twintig procent verzekert zich tegen arbeidsonge- schiktheid’, weet Ben Kusters, directeur bij de organisatie Werkers, de evenknie van de AB.


Net als in Nederland staat ook in Vlaanderen de animo om zich te verzekeren onder druk. Kusters denkt dat verzekeren een sterk con- junctuurgevoelig onderwerp is. ‘Hoe lastiger de financiële positie van het bedrijf, des te minder ondernemers die zich verzekeren. Er


zijn er zelfs die hun verzekering stopzetten bij een lage melkprijs.’ Kusters is in gesprek met de bank KBC om een gezamenlijk product in de markt te zet- ten. De bedoeling is te komen tot een verze- kering die niet uitkeert in geld, maar in arbeid.


veeteelt NOVEMBER 1 2017 35


percentage verzekerden


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60