40
‘We leggen dit jaar meer nadruk op het internationale karakter van het defi lé’
geen defilé, dus ik verwacht hier in Wageningen meer veteranen. Het defilé in Wageningen onderscheidt zich door het ‘warmedekengevoel’. In Den Haag is het defilé strakker en afstandelij ker. Hier ben je meer onder de mensen. Over tien jaar verwacht ik dat het defilé in Wageningen zeker nog bestaat. Voor de gemeente Wageningen is dit een belangrij k evenement, al moeten we wel meebe- wegen met de toestand in de wereld. Ik vind het ook belangrij k dat we de jeugd de boodschap meegeven dat onze vrij heid niet vanzelfsprekend is. Dat pakken ze geweldig op. Er zij n altij d veel jongeren bij het defilé.’
en vliegwerk kregen we het defilé dat jaar toch georganiseerd. Dat beviel zo goed dat ik mocht blij ven. Het defilé in Wageningen vind ik feestelij ker dan dat in Den Haag, mede door de buiten- landse veteranen en doordat ook mili- tairen zonder veteranenstatus mogen deelnemen. Maar het moet wel strak en respectvol blij ven. Er is weleens gezegd dat het defilé een carnavals- optocht is, vanwege veteranen met een bierfles, ongepaste kleding of toeterende voertuigen. Dat is voor mij onacceptabel. Ik wil het defilé verder professionaliseren: een toeterende veteraan krij gt het jaar daarop geen uitnodiging meer.’
Majoor b.d. Nico Bobeldij k (65)
MISSIES Libanon (1979), Bosnië (1994, 1999, 2003), Afghanistan (2006, 2013), Pakistan (2005)
Bij Defensie was Nico Bobeldij k een pionier in preventieve gezond- heidszorg tij dens missies. Nu coördineert hij het vrij heidsdefilé in Wageningen.
‘Als Libanonveteraan kwam ik in contact met iemand die oude militaire voertuigen van de geneeskundige dienst beheerde, waaronder de YP-408. Na mij n FLO in 2017 nam ik het beheer over en reed drie jaar geleden mee in het defilé. Mij n hart ging open! De waardering van het publiek voelde als een warme deken. Toen er in 2023 een acuut probleem in de organisatie ontstond, werd mij gevraagd de leiding te nemen. Maar er waren geen verslagen of draaiboeken. Met kunst-
Nederlands Veteraneninstituut
Groei ‘De groei van het defilé is een uitdaging. Vorig jaar deden er 1700 veteranen mee, dit jaar worden het er waarschij nlij k 2500 – het maximum. Voor al die deelnemers moeten consumptiebonnen en lunch- pakketten worden geregeld, en het defilé mag niet te lang duren. Met 100 veteranen per 2 minuten ben je na 50 minuten door het defileerpunt. Dat is de limiet. Iedere veteraan wil het liefst vooraan lopen, maar de indeling is duidelij k: het eerste cluster bestaat uit WO II- veteranen, oorlogsslachtoffers en bij voorbeeld Dutchbat III-veteranen. In het laatste cluster lopen niet-vete- ranen, samen met VeVa-scholieren. Die jongeren zij n nog geen militair, maar ondersteunen de organisatie en zij n onze toekomst. Ik hoop dat ze over tien jaar nog steeds kunnen deelnemen, want dit defilé betekent veel voor de veteranen. Het is voor hen een stuk erkenning.’
‘Een toeterende veteraan krijgt het jaar daarop geen uitnodiging meer’
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76