WEEK 18-19 4 MEI 2016
WAAR LIG JE?
ASV ziet problemen bij bouw containeroverslag in Haaſten
ROTTERDAM Middels een zienswijze heeſt de Algemeene Schippers Vereeniging (ASV) gereageerd op de plannen om in de over- nachtingshaven Haaſten een containerover- slag te realiseren. De ASV is er blij mee dat een bedrijf, in dit geval Van Uden, kiest voor vervoer over water om het milieu, de weg en het spoor te ontlasten. Echter, over de voorgenomen bouw van een containerover- slag in de overnachtingshaven Haaſten ziet de ASV op het sociale vlak een aantal problemen.
Haaſten is een rusthaven voor de binnen- vaart die naast een woonwijk gebouwd is. Tot dusver verloopt dit probleemloos. In het ‘Voorontwerp Bestemmingsplan Kerkewaard’ valt te lezen dat de containeroverslag verenig- baar is met de functie als rusthaven, omdat schepen op basis van bestaande regelgeving goed geïsoleerd zijn. Het geluid van de termi- nal, zoals de grote knallen van ijzer op ijzer, zal naar mening van de ASV redelijk ver over water ‘dragen’.
Een ‘beeldige’ stad: Zaltbommel GÉ VAN DE ZON
Wie kijkt daar op ons neer? Dat is ‘goot- spook’ Marx (1818-1883), met zijn boek ‘Das Kapital’. Zo leren we dat Karl Marx, econoom en filosoof en wetenschappelijk grondlegger van het socialisme, regelmatig vanuit Trier naar (Zalt)Bommel kwam omdat zijn oom en tante hier woonden.
Marx onderhield door middel van vele (30) brieven een innige band met zijn (Bom- melse) familie. Bij zijn oom en tante, Lion Philips en Sophie Presburg (de zus van Henriette Presburg, de moeder van Marx), werkte hij aan delen van het bekende boek dat in 1867 verscheen, toen hij in ‘het Philipshuis’ logeerde op Markt 9. Marx was dus een econoom. En zoals bekend verondersteld mag worden weten econo- men meestal wel haarfijn te vertellen hoe de economische zaken in elkaar zitten, zelf hebben ze hun financiën lang niet altijd goed op orde. In dat opzicht deed Marx niet voor zijn vakgenoten onder. Hij verkeerde voortdurend in een financieel belabberde situatie. Hij zal daarom ongetwijfeld op een mooie erfenis gehoopt hebben toen zijn vader, Heinrich Marx, overleed. Maar moe- der Henriette dacht daar anders over. Zij vroeg haar zwager, bankier Lion Philips, het nagelaten vermogen te beheren inclusief het erfdeel van Karl Marx. Nu was het wel zo dat waar moeder de hand stevig op de knip hield, deze Lion zijn neef nog wel eens wat toe schoof. Zo bleven de verhoudingen met de familie in Zaltbommel goed zoals we kunnen concluderen uit dit gootspook. Dat is namelijk geplaatst op Gasthuisstraat 12. Daar woonde de dochter van Lion, Henriette Sophie Philips, die getrouwd was met stads- geneesheer Dr. A. van Anroij.
Nadat zij in 1861 dit huis betrokken was Marx daar regelmatig te gast, waarbij hij van de gelegenheid gebruik maakte zich door de dokter te laten behandelen tegen
een huidaandoening. Ook grote figuren in de geschiedenis zijn net mensen. Tja, wat zou zo’n filosoferend spookgoot nu denken? Lig je zelf in de goot kijk je nog op anderen neer!
Maar niet alleen Marx is tot spookgoot ge- maakt, in veel meer goten van Zaltbommel wonen gootspoken. Ze hangen, zitten en lig- gen aan de dakgoten van zo’n 30 huizen en hun aantal blijſt zich uitbreiden. De eerste gootspookjes hingen in de Kloosterstraat. Nu zijn er dakapen in de nonnenstraat, begijntjes op het kerkplein, een teckel en zieke spookjes in de Bosschstraat, fietsende spookjes, een kat, een kanunnik (bij de kan- unnikhuisjes bij de kerk), een engel met een trompet, maar ook een moeder gootspook, een waalwachter op de Waalkade, een neushoorn, een brillenspook, een vleer- muis op het muurtje bij de heksenwal, en spookjes Weltevreden om er maar een paar te noemen. Je kunt het zo gek niet beden- ken of het zit in de dakgoot. De gootspoken vertellen iets over de bewoners of de histo- rie van het pand, en over de fantasie van de bedenker en maker: Joris Baudoin.
Ook Fiep Westendorp wordt geëerd met een vrolijke Jip en Janneke langs de Waal waar bovendien twee beelden aangeven hoe hoog het water kan worden en waar de dijken op berekend zou moeten zijn. Een ‘beeldige’ stad… Zaltbommel.
‘Men is wellicht vergeten dat schippers men- sen zijn die bij mooi weer ook graag buiten willen zijn. En als men slaapt hebben schip- pers misschien wel een raam open. Dit is niet anders dan voor de bewoners in de wijk die er naast ligt. Het gaat de ASV in het geval van deze terminal over wat ethisch wenselijk is en hoeveel mensen waard zijn tegenover het economische belang, statistieken en officiële bestemming als industriegebied. Hierin zien wij een kloof tussen praktijk en theorie waar vele frustraties en conflicten uit voort kunnen komen’, aldus de ASV in haar zienswijze.
In de zienswijze heeſt de ASV meerdere vragen aan het College van Burgemeester en Wethou- ders voorgelegd omtrent het bestemmings- plan van de Kerkewaard (rusthaven Haaſten):
Is het mogelijk dat er minder geluid gepro- duceerd wordt op de terminal dan nu is vastgesteld?
Gaat deze terminal na verloop van tijd groeien en hoe past dit in de huidige plannen die er nu liggen op het gebied van geluid?
Is de invaart van overnachtingshaven op meerdere en vooral kruisende bewegingen gebouwd?
Is de haven groot genoeg voor de extra schepen die de haven aan gaan doen?
Hoeveel schepen per dag gaan er extra ge- bruik maken van de terminal in de haven?
Gaat dit ten koste van de veiligheid? (Ook op de Waal zal het een drukker knooppunt worden).
Kan deze haven een groei van de terminal aan?
Zal de functie als overnachtingshaven komen te vervallen?
De ASV zegt geen ‘nee’ tegen een terminal, maar zegt wel ‘nee’ tegen een terminal die tegen de bebouwing aan en in een rustha- ven voor schippers gepland is. De ASV is van mening dat er beter gezocht kan worden naar een plek verder van de bebouwde kom en uit een rustgebied voor schippers. Een locatie met meer groeimogelijkheden en minder overlast.
‘De ASV wil graag mee denken bij het vin- den van oplossingen of, nog beter, een goed alternatief voor deze nieuwe terminal helpen zoeken. Alhoewel er in het voorontwerp wordt gesproken over een akkoord met ‘de schip- persvereniging’ kan de ASV dat niet bevesti- gen’. De ASV is onlangs op de hoogte gesteld door buurtbewoners die bezorgd zijn over de nieuwe plannen en heeſt zo snel mogelijk gereageerd. De zienswijze moest immers voor 20 april ingediend worden.
Vereniging Duitse Kolenimporteuren lid van BDB
DUISBURG Het Bundesverband der Deut- schen Binnenschifffahrt toont zich verheugd met zijn jongste lid: de Duitse Vereinigung der Kohlenimporteure (VDKi), één van de grote klanten voor de binnenvaart. De VDKi zegt nog meer dan nu al het geval is ‘het mili- euvriendelijke binnenschip’ als transport- middel voor zijn kolenimport te willen inzetten.
JUDITH STALPERS
Voor de Duitse importmarkt van 54 miljoen ton steenkolen gaat meer dan de helſt per binnenschip van de zeehavens naar de energiecentrales of de staalfabrieken. Ook Nederlandse en Belgische ondernemingen, bijvoorbeeld L.B.H. en TERVAL, zijn lid van de VDKi. De Duitse import van steenkolen loopt bijna helemaal via Rotterdam en Amsterdam, waar de binnenschepen vervolgens de kolen
de Rijn op varen, en verder landinwaarts. In 2015 bedroeg het totale kolenverbruik in Duitsland 54 miljoen ton. Dat is 4,9 miljoen ton of 4 procent minder dan in 2014. Over de toekomst durſt de VDKi geen duidelijke uitspraak te doen. Dat is ook moeilijk in te schatten, omdat de markten en economische ontwikkelingen erg heen en weer bewegen. Denk aan de enorme overcapaciteit aan staalproductie van 2014 en 2015. Verder is het zwaar in te schatten wat de klimaatpolitiek, in het bijzonder de energietransitie, voor gevolgen voor het kolenverbruik zal hebben. Met de afschakeling van alle kerncentrales in Duitsland tot 2021 zullen in ieder geval de steenkolencentrales moeten blijven draaien. Als in Duitsland kolencentrales sluiten, staan waarschijnlijk eerst de – zeer CO2-intensieve – bruinkoolcentrales hoog op de lijst. Bruinkool wordt lokaal ontgonnen, en niet (via onder andere binnenschepen) geïmporteerd.
BHV-dag op het Prins Hendrik Internaat
NIEUWEGEIN “Help, Brand, Gewonden”, dat waren de woorden op de uitnodiging van de BHV-dag op het Prins Hendrik Internaat te Nieuwegein. Ouders van bewoners, oud-be- woners en personeel werden uitgenodigd op zaterdag 16 april om een cursus brandblus- sen en reanimeren bij te wonen. Ondanks het serieuze onderwerp werd er heel wat afgelachen en was het beregezellig.
Omdat de animo best groot was werden de groepen in tweeën gesplitst. Beide groepen begonnen met de theorie, waarbij onder an- dere vragen beantwoord moesten worden als:
- Hoeveel factoren zijn nodig voor het ont- staan van brand en welke zijn dit?
- Mag u tijdens een brand door de rook lopen en zo ja, hoelang en onder welke voorwaar- den?
- Wat was Gaspen ook alweer of de Heimlich- manoeuvre?
Alle vragen werden klassikaal behandeld en natuurlijk werden er hier en daar aantekenin- gen gemaakt. Na de lunch met heerlijke verse belegde broodjes werd de theorie in praktijk gebracht. Binnen werd geoefend met de stabiele zijligging en het reanimeren op pop- pen en buiten werden brandjes geblust met water uit de brandslang en oefenschuim uit de brandblusser. De BHV-dag werd door alle aanwezigen als bijzonder leerzaam ervaren.
13
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60