1014 | WEEK 18-19 3 MEI 2023


OPDRACHT 135-METER CONTAINERSCHIP VOOR CONCORDIA DAMEN Merlin Group gaat voor doorontwikkelde rompvorm


21


Duurzamer havenbeton door cement te vervangen


ROTTERDAM In de Rotterdamse Eemhaven houdt het havenbedrijf een proef met geo- polymeerbeton. Dat is een verzamelnaam voor beton waarin geen cement zit. Het is voor de eerste keer dat dit soort beton wordt getest in een maritieme omgeving. Door het cement te vervangen, wordt de CO2-uitstoot van het beton verlaagd, in dit geval met wel 50 procent. Het gebruik van geopolymeerbeton helpt mee de footprint te verlagen.


WERKENDAM Binnenvaartwerf Concordia Damen uit Werkendam bouwt een ‘Type CDS443’ containerschip voor ID Shipping en de Merlin Group.


Het schip meet 135 x 14,2 meter en wordt het eerste schip van dit type, dat een dooront- wikkeling is van een bestaande rompvorm. Deze is in de voorbije twee jaar verder ge- optimaliseerd, zodat de vernieuwde romp- vorm tot 20 procent brandstofbesparing kan leiden. Het drogeladingschip komt eind dit jaar in de vaart en zal voor de Nederlandse, Duitse en Belgische markt met name op de Rijnvaart worden ingezet.


Merlin Group van binnenvaartondernemer Jan Kleine uit Arkel is geen traditionele rederij, maar opgezet als een participatiemaatschappij met een vloot van momenteel negen schepen. De Merlin Group is sinds 1995 vooral actief in Nederland, België, Duitsland en Zwitserland en breidt de vloot nu mede uit om haar duurzaamheidsstreven in de praktijk te brengen. Elk schip in de vloot is een gelijkwaardige participatie tussen Merlin Group en een kapitein/ mede-eigenaar. Kleine: “De operationele partners varen: zij doen de operatie en de personele invulling. Wij doen de commerciële ondersteuning vanuit ons netwerk, maar ik vaar zelf nog regelmatig mee. Dat zou ik niet willen missen.”


COLUMN


Recht in zicht


Ynke Ooijkaas


E ynke.ooijkaas@boonkvanleeuwen.com T 010 2811 815 I www.boonkvanleeuwen.nl


Het concept wordt zeer geschikt geacht voor jonge schippers en binnenvaartondernemers die willen doorgroeien. Kleine: “Een kapitein die net van school af komt, is wel een vak- man, maar nog geen ondernemer. Zowel fi- nancieel als organisatorisch wordt het dan wel eens moeilijk om zomaar een schip te kopen en te beginnen. Wij bieden dan het netwerk, de marktkennis en de financiële stabiliteit. Door een partnership aan te gaan kun je met vertrouwen en in gelijkwaardig- heid starten of doorgroeien. Gezamenlijk runnen we dan het bedrijf, het schip.”


Vergroening Merlin Group en de mede-eigenaars Danny en Ilse van Deurzen van ID Shipping zijn hel- der over de redenen om voor nieuwbouw te kiezen. Danny van Deurzen zegt erover: “Vergroening. De energietransitie is in vol- le gang en wij vinden dat we daar actief op moeten inzetten. Dat lukt met dit ‘next ge- neration’-schip. Door de efficiënt ontworpen rompvorm verbruiken we straks tot 20 pro- cent minder brandstof en stoten we dus ook minder CO2 en andere stoffen uit.”


Ook de laadcapaciteit is letterlijk en figuur- lijk verruimd in dit CDS443-design. Kleine: “Er kunnen in het ruim 18 containerlengtes worden geplaatst in plaats van de gebruike- lijke 17. De 40-voets capaciteit is dus maar liefst 10 procent groter. We hebben daarbij voor dieselelektrische aandrijving gekozen,


maar Concordia Damen bouwt het zo, dat het schip is voorbereid op ‘full-electric’ aandrijving.”


Chris Kornet, directeur Concordia Damen, is erg blij met dit contract: “Beide familiebe- drijven kennen elkaar al jaren. We zijn erg dankbaar dat Merlin Group opnieuw voor Concordia Damen heeſt gekozen.” Jan Kleine bevestigt dit: “Onze familie werkt al sinds mensenheugenis samen met Chris en de werf. De verhoudingen zijn goed en we zijn altijd tevreden geweest over de schepen en de service - al 20 jaar!”


Juiste weg Kornet: “Het is interessant om te zien dat steeds meer scheepvaartbedrijven niet al- leen moeten nadenken over de energietran- sitie, maar dat ook willen doen. Ook met dit contract zien we dat we de juiste weg zijn ingeslagen met de designs die we momen- teel aanbieden en die we in-house hebben ontwikkeld. De modellen die het momen- teel goed doen, hebben door hun efficiënte rompvorm een gunstige ‘speed-power cur- ve’ en meer laadcapaciteit dan vergelijkba- re schepen. Ook laten die ontwerpen ruimte voor aanpassingen op basis van klantwen- sen, zowel qua accommodatie als wat be- treſt voortstuwingstypen, die we vrij ge- makkelijk kunnen aanpassen als de klant, marktontwikkelingen of regelgeving daarom vragen.”


De proef past in het beleid om de haven te verduurzamen. Het havenbedrijf onder- houdt 80 kilometer kademuur en 200 kilome- ter glooiing. Daarvan staat een aantal kades nu op de nominatie om vervangen te wor- den. Het nieuwe beton is voorzien van een alternatief bindmiddel met de innovatieve Sqape-technologie, maar er zijn nog wei- nig ervaringen opgedaan in een dynamische zoutwateromgeving.


Tweede Petroleumhaven In de proef zijn bekistingen van een kade- muurconstructie en een aantal balken vol- gestort met dit nieuwe type beton. De pres- taties van het beton in de havenkade zullen de komende jaren nauwgezet worden gemo- nitord. Met deze proef wil het Havenbedrijf Rotterdam tevens ervaring opdoen met een aantal praktische aspecten rondom het stor- ten, nabehandelen en ontkisten van dit type beton. Eind 2023 wil het havenbedrijf het geo- polymeerbeton toepassen in een kademuur van de Tweede Petroleumhaven.


Tenuitvoerlegging van een buitenlands vonnis in Nederland


Eveline Malherbe heeſt na zakelijke geschil- len zowel in Duitsland als in Turkije de daar gevoerde procedures gewonnen, maar de we- derpartijen betalen niet. Malherbe gaat eens praten met haar advocaat mr Specialis over verdere stappen.


Beide partijen hebben klanten en wellicht ook bankrekeningen in Nederland waarop beslag gelegd kan worden. Kan Malherbe de Duitse en Turkse vonnissen in Nederland ten uitvoer leg- gen? Het uitgangspunt verschilt al naar gelang het om een EU of een niet EU-vonnis gaat.


Voor EU-vonnissen is het ja. Voor niet EU- vonnissen is het ‘nee, tenzij’: een beslissing van een vreemde rechter kan in Nederland niet ten uitvoer worden gelegd, tenzij in een veror- dening, verdrag of wet is geregeld dat het wél kan. Als tenuitvoerlegging mogelijk is, moet er in Nederland formeel toestemming voor tenuit- voerlegging aan de rechter worden gevraagd. Een dergelijke procedure wordt ‘exequaturpro- cedure’ genoemd.


EU-vonnis


Binnen de EU geldt de regel dat EU-landen el- kaars uitspraken erkennen. Een vonnis uit een EU-land kan in Nederland ten uitvoer worden gelegd. Om het Duitse vonnis in Nederland ten uitvoer te leggen is het nodig dat de Duitse rechtbank een ‘certificaat betreffende een be- slissing in burgerlijke en handelszaken’ afgeeſt.


Een dergelijk certificaat kan zowel tijdens de procedure als daarna worden gevraagd bij de rechtbank die het vonnis heeſt gewezen. Meestal wordt een vertaling van het vonnis en/ of certificaat verlangd.


Vonnis van buiten de EU Op grond van de Nederlandse wet kan een nieuwe procedure worden gestart voor de Nederlandse rechter om hier een executoriale titel te verkrijgen. De Nederlandse rechter kan gezag toekennen aan het buitenlandse vonnis als het buitenlandse vonnis in Nederland er- kend kan worden.


Om te zien of een buitenlands vonnis in Nederland erkend kan worden, moet in ie- der geval aan vier basisvoorwaarden voldaan zijn. Het gaat om voorwaarden die de rechter in Nederland heel belangrijk vindt voor de tot- standkoming van een uitspraak:


• het vonnis is gewezen door een rechter die bevoegd is op een bevoegdheidsgrond die internationaal aanvaard is;


• het vonnis is tot stand gekomen na een cor- recte procedure;


• de erkenning van het buitenlandse vonnis niet strijdig is met de Nederlandse openbare orde;


• het buitenlandse vonnis is niet onverenigbaar met een tussen partijen eerder gegeven von- nis van de Nederlandse rechter.


Wederpartij Als aan deze voorwaarden wordt voldaan, zal de rechter de buitenlandse uitspraak erkennen en een vonnis uitspreken dat vrijwel gelijk is aan het eerdere buitenlandse vonnis. Deze pro- cedure heet ook wel een ‘verkapte-exequatur- procedure’. De rechtbank zal de wederpartij al- tijd oproepen om haar mening te geven over de gevraagde tenuitvoerlegging in Nederland.


Nu Malherbe de Turkse uitspraak in Nederland ten uitvoer wil leggen, doet ze er goed aan om twee routes te volgen. Als eerste aan de rechter vragen dat de wederpartij wordt veroordeeld in lijn met het eerdere Turkse vonnis en – mocht dat niet lukken – een nieuwe beoordeling van de zaak. Op die manier kan de rechter ook als hij oordeelt dat niet aan de vier voorwaarden voor erkenning voldaan is, de zaak bij zich hou- den en inhoudelijk beoordelen. Er hoeſt dan geen nieuwe procedure te worden gestart.


Ynke Ooijkaas is advocaat bij Boonk Van Leeuwen Advocaten te Rotterdam en gespecialiseerd in vervoers-, binnenvaart- en handelsrecht. Ynke heeſt vrijwel haar hele werkzame carrière in een op scheepvaart gerichte werkomgeving doorgebracht en geeſt juridische ondersteuning aan diverse binnenvaartorganisaties als ook aan de zogenaamde ‘bruine vloot’.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40