als er te weinig praktijkhouders zijn. Dat betekent dat praktijkhouders en starters die overwegen dat te worden, ontzorgd en ondersteund moeten worden. Hoe kom je als startende huisarts aan huisvesting? En kan er voorzien worden in de aanloopkosten als je met nul patiënten begint? Huisartsen moeten daarbij geholpen worden.”
Mijn boodschap aan de minister is: goed dat u de Visie eerstelijnszorg 2030 omarmt, maar zorg ervoor dat zorgverzekeraars de regionale huisartsen- en eerstelijnszorgorganisaties voldoende bekostigen om tot de noodzakelijke ontzorging en ondersteuning van eerstelijns- professionals te komen. Kom tot een bekostiging die voor wijkverpleging, apotheek en fysiotherapie net als voor de huisarts op basis van inschrijving op naam geschiedt, zodat samenwerking centraal komt te staan in plaats van zoveel mogelijk productie en iedere discipline voor zich. Versterking van de samenwerking binnen de eerstelijnszorg is noodzakelijk om de toegankelijk- heid ervan te behouden.”
René van Riel, directeur Bedrijfsvoering Jeroen Bosch Huisartsen, Den Bosch: “De ongelimiteerde zorgvraag werd te lang als verantwoordelijkheid gezien van de gezondheids- zorg. Die mocht dat oplossen. Maar uiteindelijk is dit een politiek-maatschappelijk vraagstuk. De politiek is, samen met de brancheorganisaties, aan zet om te zeggen: beste inwoners van Nederland, de zorg is niet meer onbegrensd beschikbaar. We moeten ons kortom afvragen: wanneer gaan we nee zeggen tegen bepaalde zorgvragen? Ik zie dat nog niet terug in het VWS-beleid. Het is ook een moeilijke discussie. Niemand wil horen dat iets niet langer kan.”
We zullen de toegankelijkheid van de zorg dus anders en slimmer moeten organiseren. Denk aan digitalisering, inzet van AI en thuismonitoring. En meer regionale samenwerking in de eerste lijn. Het is goed dat het IZA doorgaat, al weet ik niet
René van Riel
‘Wanneer gaan we nee zeggen tegen bepaalde zorgvragen?’
precies hoe de minister dat voor zich ziet. Eén ding is zeker: voor deze transformatie van de eerstelijnszorg is een langere adem nodig. Wij hebben hiervoor in de regio al veel mooie initiatieven ontwikkeld. Het zou spijtig zijn als we die niet kunnen voortzetten, bijvoorbeeld omdat er straks geen financiering meer is.
Wat me opvalt is dat veel van de transformatie- middelen om onze IZA-doelen te realiseren naar de medisch-specialistische zorg gaan. Als de minister werk wil maken van een integrale eerste- lijnszorg, met de bedoeling de zorg vooral dicht bij de mensen thuis te organiseren, dan zal ze de substitutie van tweede naar eerste lijn moeten doorzetten. Dat betekent een paradigmashift naar passende zorg, dus waar mogelijk van institutionele zorg naar zorg thuis, maar met behoud van kwaliteit. Ik hoop dat de minister bereid is hierop door te pakken.”
22 - DECEMBER 2024
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32