search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Interview


55


fout gaat – kanaliseren en in je hoofd omvormen naar iets waaraan je plezier beleeft. Het is een vorm van coping.’


U werkt op het gebied van de positieve psychologie. Wat is dat? ‘Positieve psychologie onderzoekt wel- ke factoren eraan bijdragen dat mensen gelukkig zijn, welbevinden ervaren, kunnen dealen met moeilijke situaties. Welke eigenschappen en ervaringen be- vorderen die positieve psychologische verschijnselen? Humor draagt bij aan het mentale welbevinden van mensen.’


U


Hoe definieert u humor? ‘We spreken niet voor niets over gevoel voor humor hebben en over ergens de humor van inzien. Humor heeft vooral te maken met de blik waarmee je naar situaties kijkt. Die situatie kan alles- behalve koddig zijn, maar wordt door de speelse, frisse en creatieve manier waarop iemand ernaar kijkt, lachwek- kend. Met een humoristische blik op dingen kun je het tragische – dat wat


Waarom liggen sommige mensen in een deuk om een bepaalde grap en andere helemaal niet? ‘Sociologisch onderzoek toont aan dat er verschillen zijn in waar mensen om moeten lachen. Zo zouden vrouwen geneigd zijn vaker te lachen om zelfspot dan mannen. Hoogopgeleide mensen hebben doorgaans minder waardering voor moppen dan laagopgeleide. Voeling met het tragische is ook be- palend voor waar mensen om lachen. Voor mij persoonlijk is humor onlos- makelijk met tragiek verbonden, maar er is ook veel humor die daar helemaal niet aan refereert. Neem bijvoorbeeld de woordgrap. Er zijn mensen die sma- kelijk kunnen lachen om een taalgrapje. Anderen worden er niet warm of koud van. Al met al een kwestie van smaak.’


U promoveerde op de relatie tussen humor en gezondheid. Wat is die? ‘We weten al heel lang dat stress het immuunsysteem verzwakt. Ik heb door middel van vragenlijstonderzoek gekeken of mensen die met humor op stressvolle werksituaties reageren, min- der vaak verkouden zijn. Maakt humor de eventuele negatieve eff ecten van stress minder of zelfs ongedaan? Dat verband heb ik met mijn onderzoek niet kunnen aantonen. Wel werd duidelijk – dat blijkt ook uit veel ander onderzoek – dat er een relatie is tussen humor en psychisch welbevinden. Stress komt vaak voort uit het gevoel geen regie te hebben over de eigen situatie. Wie in staat is daarover grappen te maken of andermans grappen erover weet te waarderen, kan het relativeren. Dat werkt vrijwel altijd ontspannend.’


U leert mensen in workshops en tijdens lezingen om humor in te zetten in hun werk. Hoe doe u dat? ‘Het is niet zo dat ik mensen aanspoor driemaal daags een mop te vertellen aan hun collega’s. Ik laat mensen cases


uit hun eigen beroepspraktijk inbrengen – confl icten, incidenten, situaties die zij lastig vonden – en onderzoek met hen hoe lichtvoetigheid en relativering daar misschien meer lucht in kunnen brengen. Je kunt iets wat lastig is met humor verzachten, of ermee de angel uit een dreigend confl ict halen. En dat kun je absoluut leren.’


Heeft humor een functie in trau- matische situaties? ‘Ik denk zeker dat het een functie heeft, maar pas na verloop van tijd. Mensen kunnen ook te vroeg lachen. Een trau- ma hangt doorgaans samen met een negatieve situatie, een omstandigheid die gepaard gaat met angst, pijn en verlies. Dat alleen maar weglachen lijkt me ongezond, want je moet er andere, negatieve gevoelens voor verdringen. Op de langere termijn is humor wel heilzaam. Overigens gaat het er in de context van traumatise-


OV Sibe Doosje ER


Sibe Doosje (1956) studeerde klinische psychologie en pro- moveerde op een onderzoek naar humor en gezondheid. Hij schreef onder meer over de persoonlijkheid van ko- mieken, over humor en autisme en over het werk van CliniClowns. Doosje is docent positieve psychologie aan de Universiteit van Utrecht en oprichter van het Humorlab, waar hij kennis over humor ontwikkelt en deelt.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76