44 Invloed uitzending op huidige leven
60% 50%
40% 30%
20% 10%
0%
overige missies
ISAF
ten tijde van het onderzoek. Omdat in het onderzoek onder de overige veteranen niet is gevraagd naar het meemaken van impactvolle gebeurtenissen, kunnen we beide onderzoeken niet vergelijken als het gaat om de impact die de missie (nog) heeft op de veteraan. Toch is het duidelijk dat de ISAF-missie fl inke impact heeft gehad op de deelnemers. Dit blijkt ook uit het relatief grote deel ISAF-veteranen dat zegt een gesneuvelde of gewonde militair in de eenheid te hebben gehad (respectievelijk 18 en 28 procent).
Een tweede mogelijke verklaring voor de hogere percentages zorgbehoeften onder ISAF-veteranen is dat voor de meeste veteranen van overige missies de uitzending al (erg) lang geleden is. Bijna 80% van hen was teruggekeerd van hun laatste missie vóórdat de ISAF-missie begon in 2002 en voor een derde was het al dertig jaar of langer geleden. Het kan dat een deel van deze veteranen zorgbehoeften heeft gehad vanwege de uitzending, maar dat door de tijd heen de problemen zijn opgelost. Zo weten we uit ander onderzoek van het Veteraneninstituut onder ruim drieduizend postactieve veteranen (onder wie ook ISAF-veteranen) dat ongeveer een kwart van de veteranen op enig moment uitzendgerelateerde problemen heeft gehad die hun dage-
lijks functioneren hebben belemmerd. Voor ongeveer de helft van hen zijn die problemen inmiddels voorbij. Voor een groot deel van de ISAF-veteranen is de missie echter een relatief recente ge- beurtenis; bij een deel van de veteranen is het proces van verwerking of herstel ongetwijfeld nog niet afgerond. Wel blijkt uit beide onderzoeken dat ISAF- veteranen gemiddeld genomen sneller hulp zoeken als ze uitzendgerelateerde zorgbehoeften hebben dan veteranen van overige missies. Voor 68% van de laatste groep duurde het vijf jaar of langer voordat men hulp zocht nadat men klachten bemerkte; bij postactieve ISAF-veteranen geldt dat voor 33% en bij actief dienende ISAF-veteranen voor 28%.
VOLLEDIG NEGATIEF
NOGAL VEEL NEGATIEF
MATIG NEGATIEF
EEN BEETJE NEGATIEF
GEEN INVLOED
EEN BEETJE POSITIEF
MATIG POSITIEF
NOGAL VEEL POSITIEF
VOLLEDIG POSITIEF
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76