Counter Hybrid Unit
27
te herkennen, moet een partij als Economische Zaken wel betrokken zijn’, legt Van Leeuwe uit. ‘Alleen op die manier kun je een dergelijke vijandige investering tegengaan. Ik noem dit graag “connecting the dots”. Door in nauw contact te staan met diverse partijen, ontdek je de samenhang en de mogelijke dreiging waar Nederland mee te maken heeft. Op die manier beschermen we onze democratische processen en voorkomen we dat vitale infrastructuur, zoals ons energienet of het betalingsverkeer, wordt uitge- schakeld.’ Volgens Van Leeuwe is die dreiging niet te onderschatten. ‘We hebben dagelijks te maken met een onderstroom van hybride aanvallen, van bijvoorbeeld Russische trollen- fabrieken. Daar zijn we al gewend aan geraakt, maar dat zou niet zo moeten zijn. We mogen er nog wel wat bewuster van zijn dat dit gebeurt.’
Nieuwe dimensie Een groot deel van het werk van de Counter Hybrid Unit bestaat vooralsnog uit het creëren van bewustwording. Er is nog het nodige zendingswerk te verrichten. Met dat laatste houdt luitenant-kolonel Gwenda Nielen zich vooral bezig. Als plaatsvervangend hoofd van de Counter Hybrid Unit onderzoekt zij, samen met verschillende eenheden en experts van binnen en buiten Defensie, hoe de krijgsmacht moet veranderen om voorbereid te zijn op het moderne conflict. ‘Militair optreden gaat tegenwoordig veel meer om beïnvloeding en informatie speelt hierin een cruciale rol’, zegt Nielen. ‘We begrijpen steeds beter dat het informatiedomein meer behelst dan bijvoorbeeld geografisch gebonden informatie over de locatie van vijandige voertuigen.’ Nielen zegt dat er daarnaast een cognitieve dimensie is. ‘Die omvat emoties, wil, perceptie en het gedrag
‘ De ethiek zit niet in het (wapen)- systeem, maar in de gebruiker zelf’
van de opponent, de vijand, in zijn omgeving. In de operatie hebben meer actoren invloed op het conflict dan alleen de “vijand”. Vroeger was de opdracht om een dorp in te nemen, nu zou de opdracht kunnen zijn om de vijandige invloed in dat dorp te stoppen, zonder te vechten. Dat betekent dat je de invloed van een strijdende partij op de bevolking probeert te beperken, door bijvoor- beeld via social media of met een push-sms de lokale bevolking te infor- meren. Dit kun je zien als een moderne variant op de oude strooibiljetten.’ Het benutten van alle dimensies van het informatiedomein staat bij Defensie nog in de kinderschoenen, maar de eerste stappen in die richting worden al wel gezet. Zo start 17 Pantserinfanteriebataljon binnen- kort met een experiment om te kijken hoe een dergelijke “information manoeuvre” er in de praktijk van het tactische optreden uitziet. Een stap verder is bijvoorbeeld het posten van een fakevideo in de gesloten Facebook-groep van een extremistische talibanleider met wie de krijgsmacht in conflict is. Daarmee wordt mogelijk zijn positie onder- graven, wat de inzetbaarheid van zijn eenheid kan aantasten. Dit laatste is nog geen werkelijkheid, maar zou
wel passen in de aloude traditie van militaire misleiding. Defensie benadrukt dat dit wel moet passen binnen de wettelijke mogelijkheden en het mandaat van een missie. Een dergelijk fictief voorbeeld levert in ieder geval de nodige discussie op. Er zijn zelfs al Kamervragen over gesteld, want hoever kun je hiermee gaan? Moeten we als democratisch land op deze manier gebruik willen maken van leugens? Nielen reageert: ‘We gaan geen onwaarheden onder burgers verspreiden. Verder gelden bij het gebruik van het informatiedomein voor Defensie dezelfde regels als bij het gebruik van fysiek geweld, waarbij je kijkt naar proportionaliteit en subsidiariteit. De ethiek zit niet in het (wapen)systeem zelf, maar in de gebruiker. Het gaat er uiteindelijk om dat we het informatiedomein gebruiken om effectiever te kunnen optreden. Dat vraagt om een heel andere mindset, wat misschien wel de grootste uitdaging is. Bij de krijgs- macht zijn we geneigd om in stand te houden wat we hebben. Moderniseren is al lastig, en echt vernieuwen helemaal. Ik ben niet “antistaal”, maar in het informatiedomein moeten we echt een been bijtrekken.’
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76