KNMT VINDT…
‘ BIJZONDER DAT HET RTG DE KNMT-RICHTLIJN PATIËNTENDOSSIER BUITEN BESCHOUWING LAAT’
‘Geen excuus om je patiënten op deze manier in de steek te laten’ RTG Amsterdam, zaak 2020/054, 24 juli 2020
H
et Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amster- dam heeft onlangs een tand-
arts veroordeeld voor het beëindigen van zijn praktijk zonder zijn patiën- ten daarover te informeren (zie ook de rubriek Beklaagdenbank op p. 50). De zaak werd aanhangig gemaakt door de Inspectie voor de Gezond- heidszorg en Jeugd (IGJ), die er in 2018 door zeker 23 patiënten op was geattendeerd dat de praktijk geslo- ten was zonder dat zij daarvan op de hoogte waren gesteld. Ook kregen zij geen informatie over tandheel- kundige (spoed)zorg en toegang tot hun dossier en werden patiënten niet overgedragen. Het college beval doorhaling van de inschrijving van de tandarts in het BIG-register. Hij mag daar ook niet opnieuw in wor- den in geschreven.
Zo’n tien jaar geleden benaderde de inspectie ons voor het eerst met de vraag of de KNMT kon helpen met de dossiers van een met de noorder- zon vertrokken tandarts. In de loop der jaren speelde nog een aantal van
deze zaken, waarna dit onderwerp in 2012 is opgenomen in de richtlijn Patiëntendossier. Er staat onder meer in dat de tandarts die zijn praktijk neerlegt, zelf verantwoordelijk blijft voor de patiëntendossiers die bij zijn praktijk achterblijven. Om te voorko- men dat een situatie ontstaat dat een tandarts geen opvolger vindt, zelf niet meer in staat is om de patiënten- dossiers te beheren en de patiënten het patiëntendossier niet kunnen ophalen, moet de tandarts tijdig re- gelen waar en door welke derde zijn dossiers bewaard zullen worden als hij daar zelf niet toe in staat is. Deze plicht vloeit voort uit de wettelijke plicht om dossiers te bewaren.
‘Het college beval doorhaling van de inschrijving van de tandarts in het BIG-register’
Met het opnemen hiervan in de richtlijn hebben wij duidelijk ge- maakt dat het tot de professionele standaard van de tandarts behoort om te regelen hoe dossiers bewaard worden wanneer hij daar niet toe in staat is. Uitzonderingen daargelaten is het is belangrijk dat je, zodra je een praktijk start, nadenkt over wat te doen in dit soort situaties. En als je zoals in deze zaak een brief e op de deur plakt en aanbiedt dat men- sen hun dossier opgestuurd kunnen krijgen, dan moet je die dossiers desgevraagd ook opsturen en dat vooral niet nalaten. Het is natuurlijk helemaal uit den boze om, zoals hier, patiënten niet te informeren over de praktijkbeëindiging.
Wij vinden het bijzonder dat het RTG in zijn uitspraak met geen woord rept over de richtlijn Patiën- tendossier en wat daarin staat. De Inspectie heeft, zoals de wet ook verlangt, de klacht gebaseerd op een tuchtnorm van de Wet BIG: arti- kel 47 lid 1: een handelen of nalaten in strijd met de zorg die een tand- arts behoort te betrachten. Wat hij ‘hoorde te betrachten’ staat in ieder geval (ook) in de richtlijn. Het is vooral deze passage die duidelijk de mening van het RTG weergeeft: Uit niets is gebleken dat betreff en- de tandarts zich enige moeite heeft getroost om de continuïteit van de mondzorg voor zijn patiënten te ga- randeren. En dat wordt hem zwaar aangerekend. NT
7 NT
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56
