gesprekspartner’ Gertjan Dicker,
voorzitter sectie specialisten KNMT
‘Kritische maar gewaardeerde, deskundige
“N
atuurlijk is de KNMT in 2030 de gezaghebbende
beroepsvereniging in de mondzorg. Ze is de kritische maar gewaardeerde, deskundige gesprekspartner van overheid,
12 NT
patiëntenorganisaties en waar nodig verzekeraars. Het is bij uitstek de vereniging die opkomt voor de belan- gen van haar leden: praktijkeigenaren, zelfstandigen, collega’s die in dienstverband werken, specialisten, ge- diff erentieerde tandartsen, opleiders en studenten. En wie weet, mondhygiënisten, tandprothetici en assisten- ten, als de tijd er dan wellicht rijp voor is. De KNMT heeft de interne stabiliteit en solidariteit om voor iedere groep de belangen optimaal te kunnen be- hartigen. De leden delen de visie dat de Tandheelkunde slechts samen sterk kan zijn. In de tien jaar tussen nu en 2030 heeft de KNMT ingezet op betaalbare regulie- re zorg, met een focus op preventie en innovatie en met mogelijkheden voor individuele behandelingswensen van patiënten. Transmurale teams van specialisten, algemeen practici en gediff erentieerde tandartsen wor- den ondersteund en de samenhang van universiteit en praktijk is geconcretiseerd. De KNMT bereikt die doelen door een krachtige, aler- te en permanente lobby vanuit het bureau en door een eensgezinde vereniging met een intelligent bestuur van praktiserende tandartsen met een ontwikkeld ge- voel voor politiek en strategie. De specialisten hebben ook in 2030 een belangrijke positie in de Maatschappij: zij realiseren voor de Tand- heelkunde de verbinding met de medische en tandheel- kundige tweede- en derdelijnszorg en zij ondersteunen en versterken de eerste lijn”
“I
n 2030 zal de KNMT niet wezenlijk anders zijn dan nu: het is nog steeds een vereni-
ging waar de leden richting geven aan het beleid en tandarts(-specialisten) het bestuur vormen. De leden noemen de ledenservice als belang- rijkste onderdeel van de vereniging en vinden dat de rest ‘gewoon’ geregeld moet zijn. En dat gebeurt ook, omdat de KNMT onderzoekscijfers die gedurende vele jaren zijn vergaard kan kop- pelen aan data die haar leden verspreiden – ook onderling – en over data beschikt die patiënten met hun mondzorgverlener delen. Uit die mo- dellen valt bijvoorbeeld te voorspellen wat de wensen van individuele leden, maar ook van pa- tiënten zijn en op welk moment ze gefaciliteerd moeten worden. Ook stakeholders zouden voor hun eigen toekomstvisies graag gebruik maken van deze data. Binnen de KNMT is een visie neergelegd hoe de mondzorg in teamverband het steeds groter wordende aantal ouderen tandheelkundig vol-
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56