Tekst en foto Nico van der Maat KAMPEERAUTO Bij twijfel niet tanken
Onduidelijkheid over biodiesel
Er komt steeds meer alternatieve brandstof op de markt om auto’s milieuvriendelijker te laten rijden. Ook voor camperaars kan het aantrekkelijk zijn om diesel met biologische bestanddelen te tanken, maar een waarschuwing lijkt daarbij op z’n plaats.
Het was op een zaterdagavond even na negenen dat NKC´er Jan Willem Kuiper bij een tankstation in Duitsland zijn tank liet vullen. Wat is alles hier mooi groen, dacht hij nog, maar er ging pas een belletje rinkelen toen hij moest afrekenen. “Wat is het hier goedkoop”, zei hij, waarop de pompbediende antwoordde dat die prijs heel normaal was voor pure biodiesel. Juist ja.
De motor sloeg wel aan en de pompbediende adviseerde de motor draaiende te houden en regelmatig gewone diesel bij te tanken. Kui- per besloot de alarmcentrale te bellen, met de vraag of zijn motortype geschikt was voor deze brandstof. Advies was de motor niet af te zetten, terwijl de alarmcentrale op zoek ging naar het antwoord. Toen dat er was, wist Kuiper eigenlijk al genoeg: de motor was pruttelend tot stilstand gekomen. De biodie- sel moest er zo snel mogelijk uit. Toen de familie Kuiper na veel gedoe bij een garage was beland en de tank kon worden leegge- pompt, bleek er een gele, dikke vloeistof uit te komen. “Het leek wel vla”, aldus Kuiper. Om half twaalf kon hij zijn tocht hervatten naar de dichtstbijzijnde camperplaats. Biodiesel wordt op de markt gebracht omdat het gebruik ervan veel minder schadelijke uitlaatgassen met zich meebrengt. Op zich een goede zaak, maar het is volkomen onduidelijk hoeveel biodiesel in de verschil- lende landen en bij de diverse merken aan de brandstof wordt toegevoegd. Bovendien is onduidelijk welke motoren er geschikt voor zijn. De NKC adviseert dan ook om hier informatie over in te winnen en bij twijfel de traditionele diesel te blijven gebruiken.
38 | Kampeerauto nr. 5/2013 NKC
Velden met koolzaad Uiteraard is het een goede zaak om de uitstoot van vuile afvalstoffen te beperken. Fabrikanten van dieselmotoren doen daar onder druk van de Europese Commissie al hun uiterste best voor. Bezitters van oudere campers dreigen met name in Duitsland steeds meer het slachtoffer te worden van strenge regels, omdat in steeds meer gebieden de gehate milieusticker verplicht is. Vervuilende campers mogen steden en natuurgebieden vaak niet meer in. Duitsland is duidelijk het land dat met het beperken van de uitstoot van vervuilde motoren het verst is. Maar ook met het ontwikkelen van biobrandstof. Niet voor niets liggen er soms onafzienbare velden met koolzaad. Bij veel tankstations in Duitsland is al met biobrandstof gemengde diesel te koop, voor het vrachtverkeer met 7 procent biobestanddelen. Dat staat altijd op de pomp vermeld. Motoren van vracht- auto’s zijn veelal minder gevoelig voor deze toevoegingen, maar fi jnere motoren in personenauto’s zijn dat wel. Dat geldt ook voor veel campers.
Bovendien zijn in Duitsland, met name in de plattelandsgemeentes, al langer tank-
In de garage moet de verkeerde brandstof eruit worden gepompt en er moet een nieuw brandstoffi lter in.
De brandstofl eiding wordt losgekoppeld om de tank leeg te kunnen pompen en alles schoon te maken.
stations met pure biodiesel in de pomp. Nagenoeg geen enkele automotor kan daar tegen, maar die van een landbouwtrekker wel. Deze tankstations zijn geheel groen uit- gevoerd en dat misleidde Kuiper, omdat hij dacht bij een normaal BP-station te staan.
Umweltplakette.
Optimale mengverhouding Wie met de camper het milieu zo min mo- gelijk wil belasten, moet eerst uitzoeken of de motor geschikt is voor mengbrandstof en in welke verhouding. Bij de nieuwste types staat dat tegenwoordig vermeld. Bij twijfel kan de dealer wel uitsluitsel geven, omdat die toegang heeft tot de gedetailleerde fabrieksgegevens. Per merk brandstof kunnen de mengverhou- dingen nogal verschillen, zo leert navraag bij diverse maatschappijen. Opvallend genoeg hebben ze één ding wel gemeen: hun eigen product heeft de optimale mengverhouding. Precieze percentages toevoeging noemen ze echter niet. Per seizoen kan dat nog verschillen, net als bij autogas. Om nog maar niet te spreken van verschillen per land. Conclusie: wie verzekerd wil zijn van een ongestoorde campertocht, moet zijn huis- werk goed doen, of op zoek gaan naar een pomp met gewone diesel.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92
