search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
WEEK 51-01 16 DEC 2015


55 Project Prominent voor de binnenvaart komt op stoom


ROTTERDAM Er zijn al veel initiatieven om de binnenvaart schoner te krijgen, het ene project haalt het, het andere niet. Ze zijn vaak te kleinschalig. In mei 2015 is het Europese onderzoeksproject Prominent gelanceerd, een initiatief van INEA (Innovation and Networks Executive Agency). Hiervoor is 6,3 miljoen euro subsidie beschikbaar gesteld door de Europese Unie. Het project is gericht op de ontwikkeling van gestandaardiseerde concepten voor het verminderen van de uitstoot. Het doel is dat in 2020 deze concepten worden toegepast in ten minste 70 procent van de Europese binnen- vaartvloot. Tevens moeten de kosten voor de uitvoering van deze concepten met 30 procent worden verminderd. Een mooi streven. Na het lanceren van het persbericht bleef het echter stil. Wat is er sindsdien gebeurd? Aan welke concepten wordt er gewerkt? Projectmanager Jaap Gebraad (STC-Group) vertelt er enthou- siast over.


LIDA SAAIJ “Het project verloopt volgens een aantal stappen. De eerste daarvan zijn al gezet. Zo is er al uitgezocht hoe groot de Europese vloot is en hoe deze is samengesteld. Daarbij is antwoord gezocht op de vraag welke reizen de schepen maken, dus welk vaargebied ze hebben. Het onderzoek naar de vloot omvat naast motorschepen en duwboten ook passa- giersschepen. Gebraad vindt het logisch dat ook de passagiersvaart wordt meegenomen in het onderzoek. “Er varen immers steeds meer en steeds grotere passagiersschepen op de Rijn en de Donau en ook op de Nederlandse vaarwegen groeit de vloot”. De statistieken over de vlootsamenstelling komen voort uit een combinatie van verschillende bronnen, zoals de database van de IVR (Internationale Vereniging het Rijnschepenregister) van 2014. Hierin zijn de gegevens opgenomen over het scheepstype, de maatvoering, alle technische gegevens van de aanwezige motoren, het type brandstof dat wordt gebruikt et cetera. Ook zijn gegevens over het bunkeren van schepen geanalyseerd, op basis van het CDNI (verdrag inzake de verzame- ling, afgiſte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart). Ter aanvulling en ter controle zijn de statistieken gebruikt van WSV (Wasser- und Schifffahrtsverwaltung des Bundes), VNF (Voies


Taartdiagram Fleet Families. Bron: List of operational profiles and fleet families –Stichting Projecten Binnenvaart


navigables de France), Danube Navigation Statistics(Donau Commissie),EHDB (European Hull Database) en CO-Wanda (COnvention for Waste Management for inland Navigation on the DAnube).


Jaap Gebraad projectmanager STC-Group


EEN LNG-INSTALLA- TIE IS DUUR. WIL JE DIE GROOTSCHALIG KUNNEN INSTAL- LEREN, DUS OP 70 PROCENT VAN DE SCHEPEN, DAN MOET DEZE GOED- KOPER WORDEN DAN DE HUIDIGE INSTALLATIES.


Fleet families Door al deze bronnen samen te voegen, kon een macro model van de actieve Europese binnen- vaartvloot worden ontwikkeld. Daar de onder- zoekers veel belang hechten aan de actualiteit van met name de motorgegevens, is een groot aantal schepen uit de database gecontroleerd. Dit heeſt geleid tot aanpassing van de gegevens van ruim 1100 schepen. Na samenvoeging van alle gegevens sorteerden de onderzoekers de verschillende soorten schepen in zogenaamde ‘fleet families’. Deze lijst ziet er als volgt uit:


- Passagiersschepen (hotel/cruiseschepen); - Duwboten <500 kW; - Duwboten 500-2000 kW; - Duwboten >2000; - Motorschepen, droge lading >110 m; - Motorschepen , vloeibare lading >110 m; - Motorschepen, droge lading 80-109 m; - Motorschepen, vloeibare lading 80-109 m; - Motorschepen <80 m; - Koppelverbanden – (voornamelijk klasse Va + Europe II lichter).


Uiteindelijk is geconcludeerd dat de Europese vloot bestaat uit 12.263 actieve schepen. Het grootste deel, 11.460, vaart op de Rijn en aan- sluitende rivieren. Slechts 803 schepen hebben de Donau als voornaamste vaargebied. Per fleet family is een schatting gemaakt van het gemid- delde geïnstalleerde motorvermogen en het jaarlijkse brandstofverbruik. Dit is belangrijke informatie op basis waarvan uitspraken kunnen worden gedaan over de economische haalbaar- heid en de terugverdientijd van innovaties om schoner en zuiniger te varen.


Projectmanager Jaap Gebraad (STC-Group) vertelt enthousiast over het onderzoeksproject Prominent. Foto STC-Group


Standaardisatie “De volgende stap is onderzoek naar welke schone technologie en concepten al beschik- baar zijn en welke daarvan het best bruikbaar zijn. Er zijn veel verschillende type schepen met een grote variatie aan vermogen en brandstof- verbruik. Er kunnen daardoor verschillende soorten techniek nodig zijn. Tenslotte wordt onderzocht welke belemmeringen er moeten worden weggenomen en welke middelen er nodig zijn om de nieuwe technologie daadwer- kelijk aan boord van de schepen te krijgen”,


somt Gebraad op. “Het gaat daarbij om financi- ele instrumenten, aangepaste standaarden en regelgeving alsmede kennisverspreiding over de technologie”. Er wordt volgens hem ook niet alleen naar de bestaande technologie gekeken, maar ook naar de opvolgers daarvan. Het meest belovende concept is het gebruik van LNG als brandstof als alternatief voor de gewone gasolie. Onderzoek moet uitwijzen hoe er kan worden overgegaan tot standaardisatie van de LNG-tank, de aansluitruimte, bunkering- eisen en het controle en monitoringsysteem voor de verschillende scheepstypen. “Een LNG installatie is duur. Wil je die grootschalig kunnen installeren, dus op 70 procent van de schepen, dan moet deze goedkoper worden dan de huidi- ge installaties”. SCR-katalysatoren en roetfilters worden nu al toegepast in de binnenvaart, al is dat nog niet op heel grote schaal. Er zijn echter diverse systemen op de markt. “Ook hier willen we tot meer standaardisatie komen. Maar tevens moeten we er voor zorgen dat de onder- houdskosten te behappen zijn”, stelt Gebraad. Als alle concepten in de praktijk zijn beproefd en in gebruik kunnen worden genomen volgt een ronde van certificering en monitoring.


Besparend varen Een andere mogelijkheid om de emissie terug te dringen is besparend varen. Dit levert immers een lager brandstofverbruik op. ‘Navigeren op een energie-efficiënte manier’, noemen de onderzoekers dit. Er wordt gewerkt aan een programma dat werkt met dieptemeters. “Daar- naast werken we aan een adviestool. Daartoe worden allerlei zaken opgenomen in een database die van invloed zijn op het brandstof- gebruik, zoals bijvoorbeeld de waterstanden. Daarbij wordt rekening gehouden met het type schip waarop je vaart, dus tot welke vlootfamilie je behoort. De berekeningen worden gemaakt op basis van verschillende brandstofprijzen (hoog, middel,laag). Ook wordt berekend wat de brandstofbesparing betekent ten opzichte van de investering die je moet doen. Momen- teel vaart er al een schip in Roemenië met een eerste versie in een pilot. Het is een schip van een grote Roemeense rederij. De vloot bestaat uit (redelijk) moderne schepen en de reder heeſt belang bij een laag brandstofgebruik”, aldus Gebraad. Hij roept particulieren en rederijen op om zich aan te melden voor de verschillende pilots die er aan zitten te komen. Want alle groe- ne technologie, apps, en andere zaken moeten zich eerst in de praktijk bewijzen alvorens ze op grote schaal kunnen worden ingevoerd.


E-learning Het toepassen van nieuwe technologie of va- rend besparen is één ding. Er mee leren omgaan is een tweede. De nieuwe technologie moet dus ook bij het onderwijs worden ingebracht. Simu- latoren spelen daarbij een grote rol. Ook wordt gewerkt aan E-learning. Een van de onderwer- pen die daarvoor geschikt worden geacht is de kennis over stabiliteit van een schip. “Maar ook ladingbehandeling, gevaarlijke stoffen en het al eerder genoemde besparend varen lenen zich daarvoor”, betoogt de projectmanager. Voorts komt het internationale digitale dienst- boekje er aan. “De EU werkt de eisen al uit. Binnen Prominent wil men bovendien dat dit elektronische dienstboekje gekoppeld wordt aan een elektronisch logboek”, weet Gebraad. Hij stipt terloops even aan dat een aantal universiteiten en het bedrijfsleven zich gaan inspannen om de binnenvaart beter op de kaart te zetten bij onderwijsinstellingen. Er wordt


een digitale leeromgeving ontwikkeld voor alle logistieke opleidingen. Deze is bestemd voor iedereen die in de toekomst moet beslissen voor welke modaliteit er gekozen wordt als er lading moet worden vervoerd. “Zo willen we de besluitvormers beter bereiken. Nederland doet hier al veel aan, België en Oostenrijk ook, maar andere landen nog niet”.


In de markt zetten Als uiteindelijk alle uitslagen van de pilots bekend zijn en er bekeken is wat haalbaar is en wat niet, komt er een moment dat er gekeken moet worden welke financiële instrumenten er nodig zijn om de zaken in de markt te zetten. ”Kan het met of zonder subsidie? Kan het sloop- fonds hiervoor worden ingezet? Welke tegen- prestaties kunnen de binnenvaartondernemers verwachten als ze groen varen? Je zou het kunnen hebben over havens die korting geven als schepen bepaalde voorzieningen aan boord hebben, net zoals nu al wordt gedaan met sche- pen die voldoen aan de standaard van de Green Award. Maar misschien kan er ook overlegd wor- den over een aanschafsubsidie, zoals destijds bij de implementatie van AIS”, oppert Gebraad. “Maar dan wel met minder bureaucratie”, voegt hij daar snel aan toe. Een andere mogelijkheid is om grote investeringsfondsen te interesseren zodat ze tegen een lage rente geld beschikbaar stellen voor voorfinanciering. Dat vergemakke- lijkt het lenen en aflossen soms”.


Verlanglijstje Gebraad stelt nadrukkelijk dat beleidsmakers goed geadviseerd moeten worden hoe een en ander op te nemen in de regelgeving. “Alles moet zo efficiënt mogelijk, flexibel mogelijk en zo snel mogelijk worden vastgelegd”. Tot slot vat hij nog een keer kort samen waar het Binnen- vaart Prominent project om draait. “We willen dertig procent goedkoper voor zeventig procent van de markt, met instrumenten voor de invoe- ring van technologie, regelgeving, financiering en certificering”.


En dan is het ineens 2020. Het programma is uit- gewerkt, het geld is op. En dan? Gebraad: “Er is wel een klein verlanglijstje. Ik hoop dat we dan naar een hybride motor kunnen gaan kijken. Nu is de ontwikkeling nog niet ver genoeg dat die kan worden uitgerold in de binnenvaart. En heel voorzichtig hebben we het ook wel eens over waterstof als brandstof”. Als het aan hem ligt gaat dat er zeker van komen. Hij is vol vertrou- wen over de toekomst. “Ik denk dat er zeker nog een keer subsidie komt voor een tweede project Prominent!”


Jaap Gebraad projectmanager STC-Group


WE WILLEN DERTIG PROCENT GOED- KOPER VOOR ZE- VENTIG PROCENT VAN DE MARKT, MET INSTRUMENTEN VOOR DE INVOERING VAN TECHNOLO- GIE, REGELGEVING, FINANCIERING EN CERTIFICERING.


PROJECTPARTNERS PROMINENT


Ecorys, Via Donau, Stichting Projecten Binnenvaart, Pro Danube Management GmbH, TÜV Nord Mobilität GmbH & Co, Entwicklungszentrum für Schiffstechnik und Transportsysteme GmbH, Univer- sitatea di Craiova, TNO, FHOO For- schungs & Entwicklungs GmbH, Panteia B.V., Compania de Navigatie Fuviala Ro- mana Navrom SA, ADS Propulsion B.V., Wartsilä Nederland B.V., SGS Nederland B.V., Multitronic N.V., Bundesanstalt für Wasserbau.


De projectcoördinatie is in handen van de STC-Group uit Rotterdam.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72