Methaanuitstoot verlagen kan aarde koelen


. Door te werken aan vermindering van de methaanuitstoot kan de melkveehou- derij een belangrijke bijdrage leveren aan verbetering van het klimaat. Methaan blijft namelijk relatief kort in de atmosfeer. Waar CO2


Zeventig procent van de methaan die we- reldwijd wordt uitgestoten, is afomstig uit de veehouderij. Het gas staat bovendien te boek als een veel krachtiger broeikasgas dan CO2


-moleculen duizenden jaren actief blij- ven, worden methaanmoleculen langzaam omgezet in water en CO2


. Zo is de helft van


de methaanmoleculen die vandaag de lucht in gaan, over 8,5 jaar afgebroken. Over 17 jaar is nog maar een kwart over. Als de me- thaanuitstoot daalt, wordt er per saldo dus meer methaan in de atmosfeer afgebroken dan erbij komt.


Bovendien is methaan dat wordt uitgestoten door herkauwers, onderdeel van een korte


kringloop. Dit in tegenstelling tot methaan uit bijvoorbeeld de olie- en gasindustrie en afvalverwerking. Herkauwers zetten een deel van de koolstof die ze opnemen uit voer, om in methaan. Deze methaan wordt in de atmosfeer afgebroken tot water en CO2


, die weer wordt vastgelegd in voeder-


gewassen. Theun Vellinga, onderzoeker bij Wagenin- gen Livestock Research en specialist op het gebied van broeikasgasemissies uit de vee- houderij, vergelijkt broeikasgassen in de atmosfeer met een deken die ervoor zorgt dat de aarde warmte vasthoudt. ‘Hoe meer broeikasgas, hoe dikker de deken en hoe sneller de aarde opwarmt’, legt hij uit. ‘Omdat CO2


nauwelijks wordt afgebroken in de at-


mosfeer, zorgt vermindering van de uitstoot van CO2


ervoor dat de deken weliswaar langzamer dikker, maar niet dunner wordt.


De opwarming van de aarde gaat dus door. Maar als de methaanuitstoot afneemt, wordt de deken dunner en koelt de aarde af. Redu- ceren van de uitstoot van methaan is dus een krachtig middel tegen opwarming.’ Nieuwe wetenschappelijke berekeningen, gebaseerd op deze theorie, laten zien dat het IPCC (het internationale panel van ex- perts dat de Verenigde Naties adviseert op het gebied van klimaatverandering) de im- pact van de uitstoot van methaan uit de vee- houderij op dit moment licht overschat. Zo stabiliseert de hoeveelheid methaan in de atmosfeer al vrij snel bij een daling van de uitstoot van 0,3 procent per jaar (oftewel 10 procent in 30 jaar). Als het lukt om de uit- stoot van methaan over een periode van 30 jaar met 25 procent te reduceren, neemt de hoeveelheid methaan in de atmosfeer zo ver af dat er een afoelend effect ontstaat.


Anouk van Breukelen, fokkerij-onderzoeker WUR: ‘Met methaanemissie in het fokdoel kan de uitstoot per koe dalen met een procent per jaar’


sche samenhang is met andere kenmerken. Wat voor gevolgen heeft fokken op methaanefficiëntie bijvoor- beeld op de productie, voerefficiëntie, gezondheid of op de vruchtbaarheid van koeien? Van deze correla- ties weten we nog heel weinig’, legt De Haas uit. Van Breukelen en De Haas verwachten dat een fok- waarde voor methaanemissie in 2025 beschikbaar kan zijn voor toepassing in de praktijk.


Voeding individueel uitbalanceren CRV is nauw betrokken bij het onderzoek van Wage- ningen Livestock Research en heeft in samenwerking met Agrifirm ook een eigen project opgezet. Op een van de praktijkbedrijven waar CRV de voeropname van individuele koeien meet, worden Greenfeeds geïnstalleerd om ook de methaanproductie van de koeien nauwkeurig vast te stellen. ‘Wij zien goede mogelijkheden om de voeding van individuele dieren zo uit te balanceren dat een extra reductie van de methaanemissie mogelijk is’, vertelt Judith Mensink, manager R&D rundvee bij Agrifirm. ‘Dit project zal ons leren hoe we de genetische ver- schillen tussen koeien kunnen gebruiken om indivi- duele dieren nog beter naar behoefte te voeren’, ver- wacht ze.


‘Met dit onderzoek willen we meer inzicht krijgen in de verschillen in methaanemissie tussen koeien en de relatie met verschillen in voeropname’, vertelt Maarten Moleman, lead innovator bij CRV. ‘Daar- naast zijn van deze koeien merkerfokwaarden be-


kend, zodat we ook de samenhang met genetica kun- nen onderzoeken. In combinatie met kennis uit het onderzoek van Wageningen Livestock Research wil- len we deze inzichten gebruiken voor de ontwikke- ling van fokwaarden’, legt hij uit. Fokken en selecteren op een lagere methaanefficiën- tie legt de aanleg genetisch vast. Dat wil zeggen dat er generatie op generatie een stapeling optreedt van gunstige genen. ‘Zo kan fokkerij een belangrijke bijdrage leveren aan verlaging van de uitstoot van het broeikasgas’, stelt Moleman. l


Samenvatting


– Uit onderzoek blijkt dat met rantsoenaanpassingen en voeradditieven de methaanemissie per kilogram melk kan worden verminderd met enkele tientallen procenten.


– Ook met managementaanpassingen kan de methaanuitstoot per kilogram melk worden beïnvloed.


– Verschillen in methaanemissie tussen koeien zijn volgens de eerste schattingen voor ongeveer 30 procent erfelijk bepaald.


– Een betrouwbare fokwaarde voor methaanemissie zou over ruim drie jaar beschikbaar kunnen zijn.


– Via fokkerij is naar verwachting een vermindering van de methaanuitstoot met een procent per jaar te realiseren.


veeteelt NOVEMBER 2021


9


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68