KAL VEROPFOK Denkavit groot voorstander uitwisselen data tussen kalver- en melkveehouder
Voerproeven met kalveren V
Recent realiseerde melkpoederproducent en kalverintegratie Denkavit nieuwe onderzoeksfaciliteit voor vlees- en fokkalve- ren. Die biedt kennis over voerschema’s, groei en weerstand én draagt het belang van de vleeskalverhouderij uit. tekst Florus Pellikaan
video-impressie
www.veeteelt.nl
erteringsonderzoek, het is een be- kend fenomeen in voerproeven met melkvee. Maar bij Denkavit, producent van onder andere melkpoeder, kan ook bij kalveren de vertering van grondstof- fen in kaart worden gebracht. Het is on- derdeel van een recent uitgebreide on- derzoeksfaciliteit die ruimte biedt aan in totaal circa 2400 blank- en rosévlees- kalveren en 600 opfokkalveren. De nieuwe stal is voorzien van een grote skybox waarin studieclubs, voerleveran- ciers en dierenartsen kennis kunnen ma- ken met het onderzoek. ‘We willen ken- nis aanbieden om de vaak suboptimale opfok op veel melkveebedrijven te verbe- teren’, stelt Henk van der Horst, ver- koopleider Denkamilk. ‘We realiseren hier bijvoorbeeld een groei van circa 900 gram per dag, terwijl veel melkveehou- ders er de handen vol aan hebben om 700 gram te halen.’ Van der Horst kop- pelt er direct een advies aan: ‘Voordat een kalf bij de drinkautomaat gaat, moet ze bijvoorbeeld al geleerd hebben om
water en krachtvoer op te nemen. Indivi- duele verzorging in de eerste twee we- ken is van essentieel belang om een kalf in negen weken tijd een volwaardige herkauwer te laten worden. Dat blijkt ook hier in de onderzoeksstal.’ Volgens Van der Horst zijn vanuit de on- derzoeksfaciliteiten steeds meer resulta- ten met vleeskalveren door te vertalen naar fokkalveren. ‘In tegenstelling tot vroeger neemt een vleeskalf nu ook al 275 kilo krachtvoer op. Onderzoek naar de penswerking van krachtvoeders is dikwijls bruikbaar voor het ontwikkelen van goede voersoorten en -schema’s van opfokkalveren.’ Ook wordt er bijvoor- beeld onderzoek gedaan naar de invloe- den van temperatuur en luchtvochtig- heid op melkpoeder en de dosering van drinkautomaten.
Dikwijls te weinig weerstand Onderzoek naar de weerstand van kalve- ren brengt aan het licht dat de eenvou- dige biestmeter niet garant staat voor
In de nieuwe stal worden tal van voeronderzoeken met opfok- en vleeskalveren gedaan
voldoende antistoffen in het bloed van het kalf. ‘Om de vereiste 15 gram immu- noglobuline per liter bloed te hebben, blijkt minimaal 70 tot 80 gram per liter in de biest aanwezig te moeten zijn, ter- wijl de biesmeter al groen is bij 50 gram’, vertelt Van der Horst. ‘Het is daarom ook voor melkveehouders goed om eens en- kele kalveren van drie tot vijf dagen oud op het gehalte aan immunoglobulinen te testen en zo het biestmanagement te controleren.’
Ieder kalf een paspoort Denkavit, dat jaarlijks 420.000 ton voe- ders voor jonge dieren produceert en af- zet op de nationale en internationale markt, zet wekelijks zelf ook 10.000 vleeskalveren op. Het familiebedrijf wil met het openstellen van de onderzoeks- stal mede een bijdrage leveren aan meer begrip en waardering van melkveehou- ders voor de vleeskalverhouderij. ‘We moeten in de basis hetzelfde doel heb- ben en dat is een goed rendement in de vleeskalverhouderij’, stelt Bert Eggens, technisch manager vleeskalverhouderij bij Denkavit. ‘Een goede opfok in de eer- ste twee weken na de geboorte is daar- voor van wezenlijk belang, wat zich ver- volgens terugbetaalt in de waarde van nuchtere kalveren. Dat die waarde niet meer zo hoog is als vroeger heeft te ma- ken met de sterke afbouw van subsidies in de vleeskalverhouderij.’
Om het economisch perspectief en de verbondenheid in de keten te vergroten is Denkavit groot voorstander van het centraal uitwisselen van data tussen de vleeskalver- en melkveehouder. ‘Wij we- ten van alle vleeskalveren de bloedwaar- den die wat zeggen over de weerstand van het kalf, maar we hebben ook cijfers van ziekte, uitval en groeipotentie. Die kunnen de melkveehouder helpen om zijn eigen opfok te verbeteren’, vertelt Eggens. ‘En aan de andere kant wil je als vleeskalverhouder weten welke behan- delingen een kalf al heeft gehad bijvoor- beeld in de vorm van een soort paspoort- je. Nogmaals met dezelfde antibiotica behandelen is een misser die voorkomen moet worden. Het is onze intentie om tussen nu en twee jaar dit ontbrekende stukje transparantie tussen de melkvee- en vleeskalverhouderij te realiseren.’ l
VEETEEL T MEI 2 2015 33
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64