BEDRIJFSREPOR T AGE
Het gemiddeld aantal melkingen ligt op 3,1 per dag
Met een inseminatiegetal van 1,42 en een tussenkalftijd van 372 dagen scoort hij bovendien bovengemiddeld voor vrucht- baarheid. ‘Dat levert me jaarlijks wel 12 tot 13 extra kalveren op ten opzichte van veehouders met een gemiddelde tussen- kalftijd.’ De activiteitsmeting op de robot gebruikt Pullen eigenlijk vooral voor het inseminatietijdstip. ‘Achttien uur na de eerste verhoogde activiteit insemineer ik de koeien. Het gebeurt regelmatig dat ik ’s avonds om elf uur bij mijn laatste ron- de door de stal de koeien insemineer.’
Zelf doorzaaien
Momenteel melkt Pullen ongeveer 80 koeien. De verwachting is dat het er aan het eind van het jaar zo’n 100 zijn. Maar meer hoeven het er van hem niet te wor- den. ‘Als ik het met 100 koeien niet kan verdienen, dan lukt het met 200 stuks ook niet.’ Bovendien, de charme van het boeren is voor Pullen juist de veelzijdig- heid. ‘Ik houd van variatie.’ Hij is graag met zijn koeien bezig, maar steekt ook met plezier zijn handen uit de mouwen voor bouwklussen. Zo bouwde hij de drie jaar oude stal voor de melkkoeien bijvoor- beeld voor een groot deel zelf. Ook al het landwerk neemt Pullen voor eigen reke- ning. Niet alleen kuilt hij zelf in en rijdt hij de mest uit, ook kocht hij samen met vier andere veehouders een doorzaaima- chine. ‘Mijn doelstelling is om elk perceel één keer in de vier à vijf jaar door te zaai- en om zo de betere grassen in het gras- land te houden.’ Het aantal stuks jongvee, zo’n vijftig nu, wil Pullen zeker niet uitbreiden. ‘Op alle koeien met een lactatiewaarde beneden de 100 gebruik ik consequent een Bel- gisch-witblauwstier. De koeien waarvan ik wel een kalf wil aanhouden, probeer ik zo veel mogelijk met gesekst sperma te
24 VEETEEL T MEI 2 2015
900 bezoeken aan robot In de stal liggen de koeien in een diep- strooiselbox gevuld met paardenmest vermengd met geperst stro. ‘Paardenmest is goedkoop en de beschikbaarheid is goed. En de strobrok zorgt ervoor dat de paardenmest ook in de winter mooi droog blijft.’ Wat arbeid betreft zou Pullen zijn koeien het liefst het hele jaar op stal hou- den. ‘Elke vijf weken het gras maaien en het rantsoen het hele jaar gelijk houden, dat zou qua arbeid ideaal zijn.’ Toch kiest hij ervoor zijn koeien te weiden. ‘Ik vind weidegang belangrijk voor het imago van de melkveehouderij.’
Sinds vorig jaar werkt Pullen wel met een selectiepoort. Om half zeven ’s ochtends gaat de poort open. ‘Om negen uur lopen alle koeien dan meestal wel buiten. Som- mige koeien komen daarna uit zichzelf terug naar de robot. Rond twee uur halen we alle koeien weer op. In principe mo- gen de koeien dan nadat ze gemolken zijn weer naar buiten, maar in de praktijk blij- ven ze dan allemaal binnen.’ Voor het voerhek ligt een mengsel van driekwart kuil, een kwart mais en een kilo erwtenvezels. ‘Ik merk dat kruislin- gen iets meer structuur nodig hebben in
insemineren. Ik verkoop ook geen koeien vanwege de productie; dan verkoop ik lie- ver een pink voor export.’
Momenteel zet Pullen vooral holsteinver- ervers in, zoals Kodak, Franklin en Lau- renzo. Pandora, Rau en Rumgo zorgen voor inbreng van fleckviehgenen en Ny- moen, Hoøen en Braut voor Noors rood- bont. ‘Ik zoek stieren met een plus voor eiwit en voldoende melk. Bij fleckvieh zie ik bijvoorbeeld wel graag stieren met minstens 500 kg melk’, vertelt Pullen, die zijn paringen vervolgens bepaalt aan de hand van de aAa-code.
Fleckviehdag in Diffelen
Op donderdag 25 juni organiseert het Fleckvieh Stamboek bij de fa- milie Pullen aan de Rheezerweg 113 in Diffelen de jaarlijkse fleck- viehdag. Om 13.30 uur vindt de finale van de fleckviehkoeverkie- zing plaats. Van 14.00 tot 16.00 uur is het bedrijf van de familie Pullen te bezichtigen. Kijk voor meer informatie op www.
fleckviehstamboek.nl
hun rantsoen. We voerden eerst meer ei- wit in het basisrantsoen, maar de oud- melkte koeien kregen toen te veel eiwit en we voerden relatief duur. Nu verstrek ik in de robot twee krachtvoersoorten, een gewone brok en een eiwitbrok.’ Ge- middeld krijgen de koeien 20 kg kracht- voer per 100 kg melk. Over bezoeken aan de SAC-robot heeft Pullen niet te klagen. De laatste paar we- ken – nog voordat de koeien naar buiten gingen – noteerde hij dagelijks 900 bezoe- ken, waarvan er ongeveer 230 in een melking resulteerden. Het gemiddeld aantal melkingen lag op 3,1. ‘De kruislin- gen zijn enorm actief; de zuivere hol- steins – we hebben er nu nog tien – wer- den in het begin gewoon aan de kant gedrukt.’
Pullen houdt alle koeien bij elkaar in één groep. ‘We hebben geen selectiemogelijk- heid bij de robot. Als ik een koe wil droog- zetten, krijg ik een berichtje op mijn tele- foon als die koe zich in de robot meldt. Dan kan ik de koe zelf droogzetten en se- pareren. Want ja, het moet natuurlijk wel gemakkelijk blijven gaan.’ l
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64