search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Wereldmarktleider in graszaden


Hendrik Nagelhoud (58) is Salesmanager bij DLF Seeds & Science. Daarvoor heeft hij gewerkt bij onder meer Zwaan & De Wiljes, Force Limagrain, Limagrain Nederland, Virbac en Innoseeds. DLF is een Deens bedrijf en eigendom van 3.500 Deense boeren. Het bedrijf is wereldmarktleider in graszaden met vestigingen wereldwijd. In Nederland heeft DLF een marktaandeel van circa 55%, waarin meerde- re merken vertegenwoordigd zijn. In de Benelux werkt DLF vanuit de vestigingen in Kapelle en Moerstraten. De DLF-groep heeft 2.000 medewerkers. De jaaromzet is € 990 miljoen.


dan van de gemiddelde rassen in de Rassenlijst. In een normaal rantsoen betekent dat potentieel 1 liter melk per koe per dag extra productie. Topmengsels zijn zo’n € 1,50 duurder. Bij inzaai van 40 kilo investeer je dus € 60 per hectare meer. Die liter per dag, zonder extra input van voedermiddelen, verdient die investering al snel terug.”


Hoe is de vooruitgang binnen de veredeling? “Wij maken gebruik van genome-wide selection. Vroeger duurde veredelen van een nieuw ras zo’n veertien jaar. Met deze techniek winnen we een jaar of drie à vier. Dan zijn er nog nieuwe technieken zoals Crispr-Cas. Dat is een soort knippen en plakken van genetisch materi- aal. In Australië is daar de weg nu zo goed als vrij voor gemaakt, maar in de EU mag dat niet, omdat het gezien wordt als GMO. Wij hebben de Nieuw-Zeelandse verede- laar PGG Wrightson Seeds overgenomen, dat maakt het voor DLF nu ook mogelijk om Crispr-Cas in Australië verder door te ontwikkelen. Een an- der voordeel is dat er ook ‘conventi- oneel’ ontwikkelde, nieuwe genetica sneller binnenkomt.”


Wat heeft de Nederlandse veehou- der daar aan?


“Op het Zuidelijk halfrond is er een flinke voorsprong op het gebied van veredeling van cichorei en smalle weegbree. In de toenemende vraag naar biodiversiteit past dat na- tuurlijk prima. En daar wordt veel gebruikgemaakt van vroege rassen Engels raaigras. In Nederland


gevoelige percelen. Door vroeger te starten en te maaien heb je de grootste klap van de opbrengst al binnen voordat normaliter droogte een rol speelt. Onze Ryegrass Plus-rassen spelen hierin een belangrijke rol, deze zijn al snel twee weken eerder te maaien in het voorjaar.”


Zijn er nog andere middelen om de productie bij droogte op acceptabel niveau te houden? “Voederbieten kunnen vaak toegevoegde waarde bieden. En in droge jaren kunnen kruidenmengsels in combi- natie met gras toch nog een aardige opbrengst geven. Dat geldt zeker ook voor mengsels met gras, luzerne en klaver op maaipercelen. Ik denk dat deze innovaties beter aanslaan dan de teelt van sorghum, lupine en veldbonen. Met alle respect voor de inspanningen op dat gebied denk ik toch dat voor inzet op korte termijn de (wisselende) opbrengsten van die laatstgenoemden toch eenvoudigweg nog te laag zijn.”


Klaver is niet nieuw?


‘De rol van gras neemt toe door de


vraag naar een hoger aandeel eigen eiwit van het eigen bedrijf’


gebruiken we haast alleen middentijds en laat door- schietende rassen. De Rassenlijst kent wel een tabelletje vroege rassen, maar die zijn zomaar twintig jaar oud.”


Waarom zouden we in Nederland meer naar vroege rassen moeten gaan?


“Die passen niet overal. Een vroeg ras start eerder met groeien en bloeit al rond 15 mei. Dus moet je je eerste snede rond 25 april maaien en je tweede snede net voor- dat het begint te schieten. Dan moet je dus ook vroeg op je land kunnen. De hogere zandgronden zijn daar uitermate geschikt voor. Het zijn ook vaak de droogte-


16


“Nee, maar het krijgt wel meer bete- kenis. Met de stikstof die klaver en luzerne binden hoef je die percelen niet te bemesten met kunstmest- stikstof. Dit kan je inzetten op productiepercelen, waarin je ook kunt overwegen om rietzwenkach- tige Festuloliums te gebruiken. Dat levert zomaar 20% meer opbrengst in vergelijking met Engels raaigras.”


Vroege rassen, kruidenmengsels, regulier grasland. Het geeft nogal


wat variatie, ook in oogstmoment.


“Klopt. Ik heb niet gezegd dat het gemakkelijker wordt. De veehouder moet flexibeler worden in de oogst en het aantal oogstmomenten. Dat vraagt goed management en planning. Deze inspanningen leveren meer oogst- zekerheid, een betere opbrengst, meer eigen eiwit, een goede stap in de richting van het klimaat en uiteindelijk ook beter voor de portemonnee. Allemaal doelen die nu of binnenkort op het bordje van de veehouder komen te liggen. Daarom moe je nu schakelen. Maak een indeling van je bedrijf, pak in de komende vijf jaar je grasland aan met de beste rassen en maak je klaar voor de toekomst.”


GRASDAG SPECIAL 2020 — augustus 2020


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60