This page contains a Flash digital edition of a book.
Azië-Pacifi c regio. Als we met PwC-collega’s uit die landen praten, horen we dat er daar een bestuursgeneratie is opgestaan die opgegroeid is met digitale technieken. De zogenaamde digital natives. Die kijken heel anders tegen moderne digitale innovaties aan.” Een vijfde reden is het ontbreken van het zogenaamde ‘burning platform’. Mulders: “Er zijn twee reden om te veranderen: de tent staat in de fi k en je moet wel, óf de Martin Luther King benadering: I have a dream, ik wil iets veranderen, wij worden de Google van de procesindustrie. Voor de meeste mensen geldt dat ze alleen om de eerste re- den willen veranderen. En zeker nu de werk- loosheid laag is en de economie prima loopt, lijkt de noodzaak om te veranderen klein.”


Industrie 4.0-expert Michel Mulders van PwC: juíst de procesindustrie kan ook gebruik maken van de moge- lijkheden die digitale innovaties bieden.


vaties om toch wat zorgen te hebben over deze situatie. Ten eerste zijn wij niet de eersten en enigen die dit constateren. Op de digital innovation index van de Fletcher University staat Nederland al enige jaren in de categorie ‘stall’. Dat is een vliegeniersterm voor datgene wat er met een vliegtuig gebeurt als er te weinig lift is om het in de lucht te houden. Dat betekent dus eigenlijk dat we niet meer aan het innoveren zijn.” Ironisch is, volgens Mulders, dat de uit- gangspositie juist voor bedrijven in Neder- land uitstekend is. “De infrastructuur is er, ook de kennis en het opleidingsniveau van de beroepsbevolking. Een hele goede ICT-infrastructuur dus. Daarnaast hebben we ook topsectoren van wereldniveau, bij- voorbeeld de chemie. Maar als je de vraag stelt in hoeverre we in Nederland nieuwe technologie gebruiken om te veranderen en toegevoegde waarde te creëren, is het ant- woord: nauwelijks.”


Geen rocket science Dan is de logische volgende vraag hoe het toch komt dat we, ondanks die formidabele uitgangspositie, niet in staat zijn moderne technologie voldoende aan te grijpen. Volgens Mulders zijn daar vijf verschillende verklaringen voor. “Een eerste belangrijke reden heeft te maken met onwetendheid. In heel veel bestuurskamers in Nederland is Industrie 4.0 weliswaar geagendeerd, maar gebeurt er in de praktijk erg weinig. Dat komt omdat Industrie 4.0 in de technologie- hoek zit. Bij 3D-printing bijvoorbeeld blijft het dan bij het bespreken van een bepaalde technologie. Opnieuw die aanbod-kant dus. Beter zou zijn dat er wordt geconstateerd


dat er een lokaal voorraadprobleem is en dat 3D-printing een oplossing zou kunnen zijn daarvoor. Vraaggestuurd dus. Het klinkt als een open deur en nee, het is geen rocket science, maar geloof me, dit gebeurt.” Een tweede verklaring is dat bedrijven on- voldoende potentieel zien, vindt Mulders. “Je moet intern wel uitgedaagd worden, an- ders gebeurt er nooit iets. Als de houding is: dit doen we al honderd jaar zo en we gaan het niet anders doen, gaat er ook nooit iets veranderen.” Dat gebrek aan potentieel is weer nauw verweven met angst. Volgens Mulders zijn veel werknemers bang hun baan te verlie- zen op het moment dat er in toenemende mate geautomatiseerd wordt. “We hebben het nu over de industrie, maar als je naar de bankensector kijkt, is het een feit dat door de automatisering veel mensen hun baan zijn kwijtgeraakt.”


De derde verklaring hangt samen met zowel de eerste als tweede bewering: het ontbreken van digitaal leiderschap. “Je kunt van Ralph Hamers van ING zeggen wat je wilt, maar hij heeft wél digitaal leiderschap getoond”, meent Mulders. “Hij heeft zich niet vergeleken met banken, maar met Google en Netfl ix. Hij heeft geluisterd naar zijn klan- ten die zeggen: ‘We don’t need banks, we need banking’. En dat heeft tot effi ciency- slagen geleid.” Een vierde verklaring heeft te maken met leeftijd. “Bedrijven worden toch nog altijd bestuurd door een generatie die, laten we zeggen, niet echt tech-savy is”, legt Mulders uit. “Veel van de bedrijven die we in ons rapport digital champion noemen, zit in de


Appelsap Dat Nederland er niet erg goed vanaf komt in het onderzoek wil niet zeggen dat er in Nederland geen bedrijven zijn die het wél goed doen op digitaal innovatief gebied. Je zou zelfs kunnen stellen dat die bedrijven alle kansen krijgen om succes te boeken, juist omdat de rest achterblijft. Volgens Mul- ders zijn daar voldoende voorbeelden voor: “Kijk maar naar de tankstations van Tango, of naar een ander project van Tango-eigenaar Michiel Möller: online supermarkt Picnic. Hij duikt in een markt waar de traditionele partijen nauwelijks iets in doen en boekt er groot succes mee.” Toch lijkt die vergelijking mijlenver van de procesindustrie te staan. Picnic doet zaken met individuele particulieren en verkoopt nog geen pak appelsap zonder die techno- logie. De producent van datzelfde pak appel- sap doet echter zaken met grote partijen - als Picnic- en lijkt die technologie veel minder hard nodig te hebben. Mulders: ”Ik snap dat, maar ik ben het er niet mee eens. De vraag die de producent zich zou moeten stellen, is: hoe ziet mijn bedrijf er over vijf jaar uit en in hoeverre ben ik dan nog onder- scheidend? Het gaat daarbij niet alleen maar om effi ciency, maar ook om wendbaarheid, of fl exibiliteit. Ook, of sterker nog, juíst de procesindustrie kan ook gebruik maken van de mogelijkheden die digitale innovaties bieden.”


Op www.processcontrol.nl vindt u een samenvatting en een link naar het complete rapport onder het artikel ‘PwC: Nederland loopt achter met Industrie 4.0”.


27


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48