search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Onderzoek Afghanistan


35


Twintig jaar Afghanistan


Het Afghanistan-onderzoek komt er op verzoek van de Tweede Ka- mer. Het gaat om een onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek dat de periode 2001-2021 betreft. Het wordt uitgevoerd door het NIOD In- stituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, in samenwerking met het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH). Naar ver- wachting worden de resultaten half 2026 bekend, via negen deelstudies en een samenvattende publicatie.


Generaal-majoor b.d. Theo Vleugels is in 2006 de eerste commandant van de Task Force Uruzgan (TFU), PvdA-senator Mei Li Vos is in 2007 als Tweede Kamerlid betrokken bij de besluitvorming over de verlenging van de Uruzgan-missie en Mirjam Grandia is meervoudig Afghanistan-veteraan en politicoloog, en heeft onderzoek gedaan naar deze missie.


G


Grandia is sinds kort gestationeerd in Tel Aviv als de Nederlandse defensie- attaché in Israël. Tussen 2003 en 2010 is ze drie keer in Afghanistan geweest: als internationaal liaisonofficier, als civiel-militair planner en vanwege onderzoek. In 2015 promoveerde ze aan de Universiteit Leiden op een aandachttrekkend proefschrift over de politieke besluitvorming die aan de Uruzgan-missie voorafging. ‘Een belangrijke conclusie van mij was dat de politiek zich vooral bezighield met hóe we die missie gaan uitvoeren, en niet zozeer waaróm we er eigenlijk naartoe gingen. Je ziet dit bij meer missies en dat is raar. De politiek gáát juist over de waarom-vraag, terwijl de krijgsmacht zich vervolgens moet richten op de uitvoering’, constateert Grandia. Het is een opvallende


conclusie, die volgens haar voor het komende onderzoek van belang is. Bij het nu gestarte onderzoek plaatst Grandia enkele kritische kantte- keningen. ‘Het betreft twintig jaar Nederlandse inzet in Afghanistan. Dat suggereert een soort samenhang. Dan denkt de gemiddelde burger dat we daar in die periode substantieel aanwezig zijn geweest met een beleid en met een idee. Dat is niet zo. Het was voortdurend ad-hocbeleid en het betrof telkens optredens op heel kleine stukjes van de kaart van Afghanistan.’


Bredere opzet Grandia vindt het natuurlijk prima dat het onderzoek wordt gedaan, maar zou ‘blijer’ zijn geweest met een bredere opzet. Naast Afghanistan


checkpoint


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76