search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
54


Ooggetuige


was op dat moment. ‘Het drong feitelijk nog niet zo tot je door. Je dacht eigen- lijk alleen maar, wat is er aan de hand?’ Witkam volgde de anderen. Hij kan zich niet herinneren dat iemand de leiding had, maar feit is dat door de snelle reactie nog die ochtend Het Haagsche Schouw weer terug in Nederlandse handen kwam. ‘Alles hebben we hard- lopend gedaan. We hebben helemaal geen leiding gehad. We zijn gaan lopen in de richting vanwaar de kogels wer- den afgevuurd. Je hebt geen tijd om te kijken, je weet niet waar je loopt. Links en rechts vielen er natuurlijk slachtof- fers. En vlak bij het Haagsche Schouw is mijn slapie Van de Beek vlak voor mijn neus gesneuveld.’ Witkam had hem een paar dagen daarvoor nog zitten pesten. ‘Toen hij sneuvelde had ik daar natuur- lijk spijt van als haren op mijn hoofd.’


Afgescheiden Nadat de Duitsers bij Het Haagsche Schouw waren verdreven, werden Witkam en zijn eenheid bij andere acties ingezet. Zo moesten de door de Duitsers ingerichte steunpunten aan beide zijden van de Oude Rijn worden uitgeschakeld. Bij deze actie raakten Witkam en twee andere soldaten afge- scheiden van de groep.


Zij gingen met zijn drieën een gebouw binnen. Witkam meent zich te herin- neren dat het een katholiek tehuis was, er zat een koster op de benedenverdie- ping. De mannen liepen naar boven en openden vanaf het balkon en raam het vuur met hun karabijnen. ‘Toen kwa- men die vliegtuigen, die zag je zo voor- bij gaan. En je hoorde overal schieten. Als ze zo laag overkomen, is het een herrie hoor. Dat ging door je hersens heen, daar ben ik misschien nou nog doof van. Ik heb er wel op geschoten maar ik heb er geen één naar beneden zien vallen.’


Gewonde officier Toen ze het vuur hadden geopend, werden ze plots zelf door een scherp- schutter beschoten. Die had echter het ronde raam op de verdieping boven hen in het vizier. Ze zagen dat er een gat in dat raam zat. Toen er even later een derde keer op het raam boven hen


checkpoint


geschoten werd, verscheen de koster op zijn knieën bij de deur. Hij vertelde dat er boven iemand lag te schreeuwen, iets wat Witkam en de andere twee niet in de gaten hadden. Witkam besloot er op af te gaan. Heel voorzichtig kroop hij de trap op. Daar zag hij een man in een Nederlands uniform kreunend bij het raam liggen. ‘Helemaal onbeschermd. Ik ben zonder nadenken naar hem toe gekropen en heb hem heel voorzichtig over de vloer naar de trap getrokken. Daar was de koster en samen hebben we hem zo goed en kwaad als het ging naar beneden gebracht. Daar hebben we zijn broek opgeknipt, hij bloedde heel erg verschrikkelijk. Ik had nog nooit zoiets gezien.’ Witkam en de koster verbonden de man en de koster slaagde erin om een ambulance te waarschuwen.


Capitulatie Witkam heeft zich daarna weer bij zijn eenheid gevoegd, zonder dat hij iets hoorde over het lot van de gewonde man. Er zouden voor hem nog een paar spannende dagen volgen, waarbij hij en zijn eenheid steeds meer terrein op de Duitsers heroverden. Ze werden geconfronteerd met de verschikkingen van het slagveld, met dood en verderf.


‘Je wilt niet dood, maar daar denk je dan niet aan. Als ze tegen je zeggen: daar zitten een paar vijanden, dan moet je ze zien uit te schakelen. Dan denk je niet van: o wat ben ik bang’, beschrijft Witkam de strijd in de daaropvolgende dagen. Tot hun stomme verbazing kregen ze op 14 mei 1940 te horen dat ze gecapi- tuleerd hadden. ‘Ik geloofde het niet. Wij dachten dat we wonnen. Een korpo- raal was helemaal over zijn toeren en liep te huilen, helemaal van streek.’


Witkam schrok erg van het nieuws dat Rotterdam gebombardeerd was. Zijn ouders en zijn vriendin woonden daar, maar ze waren veilig. Witkam zou nog een angstige oorlogstijd meemaken, met krijgsgevangenschap in Duitsland, bombardementen en uiteindelijk de hongerwinter. Gelukkig overleefde hij de oorlog. Hij is daarna getrouwd en heeft een gezin gekregen. Maar de strijd in de meidagen van 1940 is hij nooit vergeten en die ene vraag is altijd aan hem blijven knagen; hoe is het afgelopen met de gewonde officier die hij heeft gered?


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76