search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Indië-onderzoek


27


Belang veteranen geslachtofferd


Foto midden:


Ger Swijnenburg kan zich niet vinden in de uitkomsten van het


onderzoek. Foto onder: Gerard van der Lee sluit de middag af.


Het is duidelijk. Het meerjarig Indië- onderzoek, dat afgelopen 17 februari werd gepresenteerd, gaat vooral over extreem geweld van Nederlandse troepen. In het overzichtswerk ‘Over de grens’ is er inderdaad weinig aandacht voor andere, veel meer voorkomende vormen van Nederlands militair optre- den, zowel geweldloos als met toege- staan geweld. Ook is er relatief weinig aandacht voor het Indonesische geweld tegen Nederlandse troepen of burgers (van welke landsaard dan ook) en nog minder voor onderling Indonesisch geweld. Dit alles heeft als nadeel dat de brede militaire context in het boek uit zicht raakt. Bovendien krijgen lezers hierdoor mogelijk de indruk dat extreem geweld een hoofdbestanddeel van het dagelijkse leven van veel Indiëmilitairen vormde. Dat was niet het geval. Onderzoek doen is keuzes maken. Dat we sommige keuzes betreuren wil ech- ter niet zeggen dat het meerjarig Indië-onderzoek geen waardevolle kennis en inzichten heeft opgeleverd. Alleen al van het lezen van het over- zichtswerk valt genoeg nieuws op te steken, bijvoorbeeld over de inzet van de artillerie, het optreden van de inlichtingendiensten en de werking van het justitieel apparaat. Ook de conclusie dat het extreme geweld destijds niet incidenteel voorkwam en bovendien structureel van aard was, is van wetenschappelijk belang. Nog belangrijker is de conclusie dat de politieke, bestuurlijke, militaire en


H


justitiële autoriteiten destijds in ruime mate wisten van extreem geweld, maar dat zij veelal wegkeken en het meestal onbestraft lieten. Binnen de aanvechtbare keuzes voor de opzet van hun studie hebben de onder- zoekers de wetenschap al met al zeker gediend. Waarom echter niet meer re- kening gehouden met de gevoelens van veteranen? Waarom hun belang zonder het te beseffen opgeofferd op het altaar van de wetenschap? Immers, door te benadrukken dat het extreme geweld niet alleen structureel van aard was, maar ook veelvuldig werd toegepast en wijdverspreid was, werd geen enkele militair (veteraan) vrijgepleit en werd eigenlijk iedere veteraan een verdachte. Dat was niet nodig en kwetsend. De roep om meer nuance, om nadere toelichting, klonk sindsdien veelvuldig onder veteranen, hun thuisfront en nabestaanden. Gelukkig hebben diver- se onderzoekers daaraan inmiddels publiekelijk gehoor gegeven. Zo bena- drukte Ben Schoenmaker, een van de onderzoeksleiders, tijdens een bijeen- komst met Indiëveteranen in Doorn dat veel militairen in Indië niet betrokken zijn geweest bij extreem geweld en dat sommigen er destijds zelfs helemaal niets van hebben gemerkt. Ook Gert Oostindie, een andere onderzoekslei- der, beaamt desgevraagd dat inderdaad niet valt uit te sluiten dat een ruime meerderheid van de ingezette militairen niet of hooguit incidenteel betrokken was bij het toepassen van extreem geweld. Dergelijke nuanceringen blijven in de verdere publieke discussie zeer welkom, al hadden we ze graag ook al op 17 februari gehoord!


Martin Elands, militair historicus, ma- nager Expertisecentrum Nederlands Veteraneninstituut


checkpoint


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76