MANAGEMENTNIEUWS ZuivelNL werkt aan nieuwe borging diergezondheid
DIERGEZONDHEID – ZuivelNL, de ketenor- ganisatie voor de Nederlandse zuivelsector, werkt aan een nieuw systeem voor het bor- gen van diergezondheid, dierwelzijn en voed-
selveiligheid op melkveebedrijven. Het nieu- we systeem wordt KoeMonitor genoemd. Bij de ontwikkeling van KoeMonitor zijn zowel de zuivelondernemingen (verenigd in de NZO)
De nieuwe borging diergezondheid krijgt de naam KoeMonitor mee
als melkveehouders (via LTO en NMV) als dierenartsen (KNMvD) en Collectief Praktise- rende Dierenartsen (CPD) betrokken. De initiatiefnemers willen het systeem in januari 2020 in de praktijk introduceren. In KoeMonitor worden het Periodiek Bedrijfs- bezoek (PBB), de Continue Diergezondheids- monitor (CDM), KoeKompas en andere bor- gingssystemen gebundeld. Hierdoor vervalt de overlap tussen deze systemen. KoeMoni- tor gaat bestaan uit drie onderdelen: Koe- Data, KoeAlert en KoeKompas. Het laatste managementinstrument voor verbetering van de diergezondheid en dierwelzijn is niet nieuw. Deelname aan KoeKompas is door de meeste zuivelondernemingen al opgenomen in de leveringsvoorwaarden. Het onderdeel KoeData is de nieuwe naam voor de Continue Diergezondheidsmonitor (CDM). Het brengt via elf kengetallen ieder kwartaal de diergezondheid op een melkvee- bedrijf in kaart. KoeAlert is een werkwijze om attentiekoeien te signaleren om te kunnen garanderen dat alleen melk van gezonde koeien wordt geleverd aan de fabriek.
Belgische zuivel verenigt zich onder de naam MilkBE
ECONOMIE – Melkveehouders en zuivelon- dernemingen in België hebben zich verenigd in een bracheorganisatie. Onder de naam MilkBE formaliseren en versterken ze de al bestaande samenwerking en zoeken de par- tijen samen naar antwoorden op maatschap- pelijke vraagstukken. Dat melden de drie landbouworganisaties Boerenbond, het alge- meen Boerensyndicaat en de Waalse Fédéra- tion Wallonne de l’Agriculture samen met de
Belgische Confederatie van de Zuivelindu- strie in een gezamenlijk persbericht. Samenwerken in MilkBE moet resulteren in win-winsituaties voor melkveehouders en melkverwerkers. Dat bewijzen volgens de betrokken partijen dergelijke initiatieven in Nederland en Frankrijk. ‘Met MilkBE kunnen wij op korte termijn twee programma’s waaruit de overheid zich terug- trekt, verderzetten met de gehele zuivelke-
ten’, vertelt Dirk Van De Keere, melkveehou- der en kersverse voorzitter van MilkBE. ‘Daarbij gaat het over de monitoring van melk op eventuele contaminanten en om het ver- zekeren van de waarde van de melk in geval van botulisme op een melkveebedrijf. Zonder MilkBE zouden deze waardevolle program- ma’s moeten stopgezet worden. Voor de toekomst verwachten wij nog heel wat moge- lijkheden.’
Burger vindt dat boer beloning verdient voor natuur
MAATSCHAPPIJ – Onder de Nederlandse bevolking bestaat breed draagvlak voor finan- ciële steun aan melkveehouders die zich inzetten voor een natuurvriendelijke bedrijfs- voering. Dit is een van de uitkomsten van de Nationale Landschap Enquête. Van de deel- nemers aan de enquête zegt 95 procent bereid te zijn om zelf een meerprijs te betalen voor melk die op een natuur- en landschaps- vriendelijke manier is geproduceerd. Zo’n 28 procent wil 1 tot 15 cent per pak melk meer betalen, 29 procent geeft aan 16 tot 30 cent extra te willen neerleggen en 38 procent is
52 veeteelt MAART 2 2019
bereid meer dan 30 cent extra af te rekenen. De Nationale Landschap Enquête is uitge- voerd door Wageningen Environmental Re- search in opdracht van Natuurmonumenten. De natuurorganisatie heeft in haar eigen ach- terban en via de media mensen uitgenodigd om mee te doen. Daarnaast hebben ook landbouworganisaties opgeroepen om de vragenlijst in te vullen. In totaal gaven bijna 46.000 mensen aan de uitnodiging gehoor. De respondenten waarderen de aantrekke- lijkheid van het landelijk gebied met gemid- deld een 7,5. Er zijn echter grote regionale
verschillen. Zo scoort Drenthe gemiddeld een 8,1 en Zuid-Holland een 6,7. In de directe na- bijheid van de drie grootste steden is de waardering een 6 of lager. Bijna twee derde van de deelnemers aan de enquête maakt zich zorgen over toekomstige ontwikkelingen in het landelijk gebied. Hierbij wordt het ver- dwijnen van bloemen, vogels en insecten als grootste bedreiging gezien.
Ruim 90 procent van de respondenten wijst de overheid aan als eerstverantwoordelijke voor bescherming van het landschap, ge- volgd door natuurbeschermers en boeren.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62