search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
direct ook nog geen man overboord wanneer de andere boxen kunnen doormelken. Matthezing melkt nu 51 koeien per box en zit daarmee op 75 procent benutting van de capa- citeit. Per box kan de machine 68 koeien aan. Bij grotere aantallen neemt het aantal op te halen koeien (te) sterk toe. De manier van aan- sluiten draagt volgens Erwin bij aan het verho- gen van capaciteit. De monobox beweegt in één handeling de arm met bekers onder de koe, zonder dat er eerst aparte voorbehandelbekers of borstels aan te pas komen. Het reinigen, stimuleren, melken en dippen gebeurt in de- zelfde tepelbeker.


Een beweegbare voerbak brengt de koe in de optimale positie in de melkbox. ‘Ik stel dit eenmalig in op het touchscreen. Afhankelijk van het formaat van de koe zijn er drie opties: groot, medium of klein. Het voordeel is dat koeien rustiger in de box staan, zonder ze te forceren’, legt de veehouder uit.


Rust met een wachtruimte Erwin Matthezing plaatste de robots in een bestaande stal. De routing van de koeien is in bestaande situaties altijd een uitdaging. Door de voorgevel te verplaatsen kwam er ruimte vrij voor een optimaal koeverkeer (zie platte- grond pagina 16). Het robotbezoek wordt ge- stuurd via ‘guided exit’. Dat wil zeggen dat een koe eerst een selectiepoort moet passeren om bij de robot te kunnen komen. Als ze gemolken mag worden, stuurt de poort haar richting de wachtruimte; is ze nog te vroeg voor een vol- gende melking, dan keert ze automatisch terug naar de stal. In de wachtruimte kunnen koeien niet vreten, drinken of liggen. Bestaat daarmee niet het risico dat bange vaarzen op de roosters gaan liggen? ‘Bij ons is dat nog niet voorgeko- men. Je kunt een maximum instellen aan het aantal koeien in de wachtruimte. Daarmee stimuleer je dieren lager in de rangorde om ook de robot te bezoeken. Maar ik heb dat tot dusver niet gedaan. Je laat dan namelijk ook koeien terug de stal ingaan die wel gemolken mogen worden. Dat is een nadeel.’ Volgens GEA is het ook mogelijk om te kiezen voor een instelling waarbij alleen de koeien die ‘over tijd’ zijn de wachtruimte binnen kunnen (totdat het maximum is bereikt). Dit zou ideaal zijn bij beweiding, wanneer er veel koeien de stal binnenkomen. De ervaring bij Matthezing leert dat het aantal koeien in de wachtruimte nooit groter is dan vijftien. ‘Het voordeel van de wachtruimte is dat je meer rust op de robot creëert. Er is geen geloop van koeien die nog niet toe zijn aan een volgende melking’, merkt Matthezing. De wachtruimte heeft op het Drentse bedrijf nog een specifiek voordeel. Erwin Matthezing fokt geen jongvee op, ook niet extern. Hij koopt alle vervanging aan bij andere veehouders, bij voorkeur van bedrijven die staken. ‘Als ik dan een groep van 25 koeien moet leren wennen aan de robot, is de wacht-


ruimte een handige plek om ze de robot in te leiden.’ En de klauwbelasting? Is die niet on- wenselijk hoog in een wachtruimte? Matthe- zing: ‘We hebben inderdaad overwogen om de wachtruimte uit te rusten met een rubber- vloer. Maar de kosten daarvoor vind ik te hoog.’


‘Wat doe jij hier?’ Na het melken stuurt de guided exit de koe weer naar de stal, waar ze de gelegenheid heeft om te liggen en te vreten. Bij Matthezing zijn er twee routes, omdat hij de koeien in twee groepen huisvest. Wanneer een koe tochtig is, stuurt de guided exit — de naselectie — haar naar een ander verblijf. Een ruimte die bedoeld is voor het werk van de inseminator. ‘Het komt voor dat ik ’s morgens in de stal kom en een koe zie staan die ik de dag ervoor niet als toch- tig had opgemerkt. Dan denk ik: wat doe jij hier? Inmiddels weet ik dat het systeem niet liegt, van automatisering valt niet te winnen.’ Het systeem waar Matthezing op doelt, is GEA’s CowScout, een programma dat automatisch tocht detecteert. Daarnaast dient het ook als monitoring voor diergezondheid. ‘Tochther- kenning heeft echt een meerwaarde. Ik moest het systeem leren vertrouwen, maar de eerste ervaring laat zien dat het aantal terugkomers is afgenomen. Met de gezondheidsmonitoring doe ik nog weinig, omdat ik eerst volledig ge- wend wil zijn aan het robotmelken. Onlangs ontdekte ik dat het systeem ook de tijd aan het voerhek registreert, dat wist ik tot dat moment helemaal niet.’ Matthezing verwacht de data voor diergezond- heid in de toekomst meer te gebruiken. Bij- voorbeeld als het aantal minuten vreettijd plotsklaps terugvalt. ‘Dan weet je dat er iets aan de hand is. Het is een aanwijzing voor bij- voorbeeld een klauwaandoening.’ De data van de uiergezondheid komen rechtstreeks uit de melkrobot. Deze heeft Matthezing van begin af aan al scherp op het netvlies. ‘De uiergezond- heid is verbeterd sinds we met de robot mel- ken. Als ik de weken van de opstart niet tel, hebben we pas één koe behandeld voor masti- tis.’ De robot registreert productie en uierge- zondheid op kwartierniveau en geeft aan hoe ernstig het kwartier is aangetast. Matthezing: ‘Het voordeel van de robot is de vroegtijdige signalering van de koe. Meestal is een attentie te verhelpen door het kwartier twee keer daags in te smeren met uiermint.’


Vastberaden om te weiden Als het weideseizoen binnenkort aanbreekt, krijgt de guided exit een extra toepassing. De koeien mogen dan direct na melken de stal verlaten voor weidegang. De uitgang naar bui- ten is nog niet gereed, er moet nog een stuk muur worden uitgebroken. Maar Matthezing is vastberaden het robotmelken met weiden te combineren. ‘We hebben de koeien altijd laten weiden. Ons bedrijf ligt tegen de rand van As-


veeteelt MAART 2 2019 15


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62