Ze vormen het uithangbord van hun bedrijf De Vaerendriesch: de witblauwe dubbeldoelkoeien. Het robuuste karakter van de koeien past uitstekend bij het plaatselijke natuurbeheer. De jonge veehouder Jarno Vandepoel ziet kansen om de totale bedrijfsvoering verder af te stemmen op de kwaliteiten van het ras. ‘Een eerste keuze is om biologisch of gangbaar te werken.’ TEKST ANNELIES DEBERGH


G


een traditionele zwarte of rode vlekken in de stal van de familie Vandepoel uit Hoeleden. Al generaties lang telt de melkveestapel wit- blauwe dubbeldoelkoeien. En dat blijft zo, als het van zoon Jarno (23) afhangt. Zonder twijfel gaat hij door met het fokken van de roomwitte runderen.


Waarom kies je ervoor om door te gaan met de dubbeldoelkoeien?


‘Er is hier nog nooit een holstein of een ander ras gemolken. De witblauwe dubbeldoelkoeien passen uitstekend bij dit bedrijf. We werken sinds langere tijd samen met Natuurpunt en hebben zo extra na- tuurgronden ter beschikking. De dubbeldoelkoeien kunnen het ruwere karakter van de natuurgebieden goed aan. Vooral het oudere jongvee loopt op deze gronden. We zien het als ons opfokstation. Het ligt voor de hand om met dit ras door te gaan in combi- natie met dergelijk natuurbeheer.’


Hoe kijk je tegen de bedrijfsvoering aan? ‘Ik ga voor het natuurlijke karakter van het ras en probeer daar de bedrijfsvoering op aan te passen. Zo ben ik gestopt met de kalverdrinkautomaat. De kalf- jes zuigen nu weer bij de koe. De eerste 36 uur is dat bij de eigen moeder omwille van de biest, daarna bij pleegmoeders. Het gaat om afvoerkoeien die over uitstekende moedereigenschappen beschikken.’ ‘In het weideseizoen gaan de kalfjes al vanaf een maand mee naar buiten, het natuurgebied in. Kalve- ren bij de koe is een belangrijk verkoopargument in onze hoevewinkel. Maar er zijn veel meer voordelen. De kalveropfok kost nu minder energie en tijd en toch krijg ik betere groeiresultaten en hogere cijfers.’


Waar liggen nog uitdagingen?


‘Ik kan nog heel veel richtingen uit met dit bedrijf. Een eerste keuze is of ik biologisch of gangbaar wil werken. Wat is de meest interessante weg? Ik ga in geen geval voor extreme groei kiezen. Op dit mo- ment haal ik veel ideeën uit de biolandbouw. Daar zijn meer pioniers te vinden, gangbare landbouwers zijn vaak volgzamer. Ik overweeg helemaal naar bio- logisch boeren over te gaan, de stap is voor ons be- drijf niet meer zo groot. In de fokkerij wil ik nog


meer nadruk leggen op koeien die lang mee kunnen gaan. Onze oudste koe moest vorig jaar weg omwille van een positief ibr-onderzoek. Ze was zestien jaar, had dertien keer gekalfd en had 85.000 kg melk op de teller. Dat type koeien, daar ga ik voor.’


Hoe tracht je dat duurzaam type te fokken? ‘We fokken op echte dubbeldoelkoeien van het zui- vere melktype. We houden alle vaarskalfjes aan en selecteren vooral in de eerste twee lactaties de betere koeien uit. Nu schommelt de productie tussen de 5500 en 6000 kg melk. Het is mijn doel om de 6000 kg melk vast te houden. Meer melk betekent vaak meer problemen. Ik wil een koe die voldoende ro- buust is om ook de kosten in de hand te houden.’ ‘Nu houden we de helft van de stiertjes aan en dat wil ik op termijn op honderd procent brengen. Een gesloten bedrijf is de enige manier om te garanderen dat het dierwelzijn bij elke diergroep in orde is.’


Wat vind je belangrijk in de fokkerij? ‘We hebben al meer dan zeven jaar geen keizersne- den meer. Daar wil ik op blijven fokken. Ongeveer negentig procent van de koeien kalft alleen af. We houden liefst gewoon een oogje in het zeil zonder extra hulp te moeten bieden. Voor de koe, het kalf en de boer is het het beste om de koe natuurlijk te laten kalven. Met natuurlijke geboortes krijg je de koeien ook snel weer drachtig. We hebben de tussenkalftijd nu onder de 365 dagen en er wordt zelden een koe bekapt. Vruchtbaarheid, robuustheid en ziekteresis- tentie zie ik als de sterkte van het ras. Die wil ik zoveel als mogelijk tot uiting laten komen.’


Hoe rijm je witblauw dubbeldoel met de verkoopactiviteiten in de hoevewinkel? ‘Een jaar geleden hebben we de hoeveverkoop weer opgepakt en naast de ijsverkoop zijn we ook gestart met de verkoop van vlees van onze dubbeldoelkoeien in pakketten, samengesteld of op maat gemaakt. Ik zie nog meer mogelijkheden voor rustieke rassen. Met oude rassen kun je ergens het verschil maken. Zo is voor drinkmelk de melksamenstelling van onze dubbeldoelkoeien met 3,8 tot 3,9 procent vet en 3,5 procent eiwit ideaal. Dat biedt nog kansen.’ l


veeteelt MAART 2 2019


47


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62