‘Data-analyse geeft robotisering echt waarde’


Van machinebouwer ontwikkelt Lely zich steeds meer ook tot softwarebedrijf. Met de aankoop van start-ups investeert het bedrijf stevig in zelflerende managementsystemen. ‘Veehouders kunnen nog veel meer waarde halen uit de data die onze robots genereren’, stelt CEO Alexander van der Lely. TEKST WICHERT KOOPMAN


anuit de directiekamer in het kan- toor van Lely International in Maas- sluis is het niet meer dan enkele tientallen meters lopen naar de productie- hal. Vanaf een balustrade kunnen bezoe- kers met eigen ogen zien hoe monteurs de nieuwe Lely A5-robots stapje voor stapje assembleren. De galerij geeft direct toegang tot de vergaderzalen en ook de technici en ontwerpers zitten met hun neus bovenop het productieproces.


V


Alles in het lichte en moderne hoofdkantoor van het 71-jarige familiebedrijf ademt tech- niek, vooruitgang en oog voor uitstraling. Zelfs de cappuccino die CEO Alexander van der Lely laat serveren, is bereid door een echte barista. Natuurlijk gebruikt ze hierbij ‘Mijn Melk’ uit de Orbiter, de mini-melkfa- briek voor het boerenerf die Lely vorig jaar introduceerde. ‘Heb je de melk van de ver- schillende koefamilies al geproefd?,’ opent CEO Alexander van de Lely het gesprek luch- tig. ‘We krijgen daar veel positieve reacties op. Mensen vinden het echt heel lekker.’


Is het niet bijzonder dat een machine- fabrikant zich bezighoudt met consu- mentenmarketing? ‘Toen we begonnen met de ontwikkeling van de Orbiter wisten we dat een succesvolle introductie zou staan of vallen met een af- zetkanaal voor de melk. Daarom hebben we ook geïnvesteerd in de ontwikkeling van een merk en het leggen van contacten met Al- bert Heijn. Zonder dat we nu veel aan mar- keting doen, zijn er sinds september al meer dan 200.000 flessen Mijn Melk verkocht. Het


product verkoopt zichzelf. Veehouders on- dersteunen bij het realiseren van een hogere marge op melk past in onze ambitie om bij te dragen aan de winstgevendheid van melk- veebedrijven. Maar we hebben beslist niet de ambitie om een grote zuivelverwerker te worden. Het merk Mijn Melk is nu eigen- dom van Lely. Maar we evalueren hoe en of we hiermee door willen gaan.’


Hoe gaat het ondertussen met de interesse voor de Orbiter? U lijkt concurrentie te krijgen. ‘We staan op het punt om meerdere syste- men te verkopen. Wereldwijd is er veel be- langstelling. De rechtstreekse verkoop van melk is voor veehouders in heel Europa en Noord-Amerika een kans om meer te verdie- nen. Daarnaast zien we ook mogelijkheden in China waar consumenten veel waarde hechten aan een betrouwbare herkomst. Voor concurrentie zijn we niet bang. Dat is nu alleen maar goed. Hoe meer aandacht voor melkverwerking op het boerenerf, hoe groter de interesse in ons systeem.’


Eind 2017 verkocht Lely het bedrijfs- onderdeel dat machines voor de ruw- voerwinning produceerde. Was dat een lastige beslissing? ‘Ja. Het was geen gemakkelijk besluit en we hebben er dan ook een paar jaar voor nodig gehad om het te kunnen nemen. Mijn vader en oom zijn in 1948 begonnen met het bou- wen van harkkeerders. Later kwamen daar andere werktuigen bij. De oorsprong van het familiebedrijf ligt dus in de machinebouw.


Maar tijden veranderen. Ook graslandwerk- tuigen worden steeds geavanceerder. Om als machinebouwer te kunnen blijven concur- reren zijn grote investeringen in onderzoek en ontwikkeling noodzakelijk. Daarbij komt dat voor de meeste dealers de verkoop van trekkers het leeuwendeel van de omzet vormt. Dat betekent dat je als leverancier van enkel werktuigen hard moet werken om voldoende aandacht te krijgen.’


Is het een goede beslissing geweest? ‘Ja. We hebben het bedrijfsonderdeel ver- kocht aan Agco Corporation, onder andere eigenaar van de merken Fendt, Massey Fer- gusson en Fella. Hiermee is de ontwikkeling, bouw en verkoop van hooibouwmachines onderdeel geworden van een groot concern.’ ‘Ook voor Lely is de strategische heroriënta- tie een goed besluit gebleken. We kunnen ons nu volledig richten op automatisering voor de melkveehouderij. Het afgelopen jaar is de omzet van deze tak met 9 procent ge- stegen en het orderboek voor dit jaar zit alweer helemaal vol.’


Was de opbrengst uit de verkoop van de werktuigentak nodig om te kunnen groeien in de automatiseringstak? ‘Wij geloven niet in groei door de aankoop van bedrijven. Liever investeren we in onder- zoek en ontwikkeling om rustig te groeien vanuit eigen kracht. Wel hebben we een aantal startende bedrijven in het buitenland gekocht. Het gaat dan om ICT-bedrijven die werken aan slimme manieren om grote hoeveelheden data te analyseren. Zo zijn we sinds kort eigenaar van een Duitse start-up die software ontwikkelt voor het optimalise- ren van voermanagement. En bij een jong bedrijf in Praag werkt een team van wel vijftig mensen dagelijks aan het analyseren van data die worden gegeneerd door onze melkrobots en automatische voersystemen.’


U investeert dus stevig in data-analy- se. Waarom?


‘Data-analyse heeft de toekomst. Robots nemen veehouders repeterend werk uit handen en maken hun leven daardoor aan- genamer. Maar veehouders kunnen nog veel meer waarde halen uit de data die robots


veeteelt MAART 2 2019 21


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62