AAN NAGEBOORTE STAAN • Wat is het?
Een onvolledig afgekomen nageboorte na het kalven. De verbinding tussen de vruchtvliezen en de baarmoeder laat dan niet goed los. Koeien met melkziekte zijn hier vatbaar voor, net als veel te vette dieren, koeien met een tweelingdracht of met een doodgeboren kalf.
• Hoe ontdek je het?
Je ziet 12 uur na de geboorte nog steeds een ‘sliert’ weefsel uit de vulva hangen. De koe kan wat uitvloeiing hebben en behoorlijk ‘ruiken’ onder haar staart.
• Wat doe je?
Niets. Marloes: ‘Een gezonde koe met een goede weerstand kan dit vaak zelf oplossen, mits ze goed blijft vreten. Trek vooral níet aan het losse weefsel. Daar- door kunnen bloedingen ontstaan.’ Bij koorts kun je een ontstekingsremmer geven. Sommige veehouders brengen een nageboortepil in de baarmoeder, dat zou het proces van loslaten versnellen. ‘Maar de werking van zo’n pil is nooit wetenschappelijk bewezen.’
BAARMOEDER- ONTSTEKING • Wat is het?
Een infectie in de baarmoeder door een bacterie of virus. De infectie kan veroor- zaakt zijn door langdurig aan de nage- boorte staan, of door hulp bij de geboor- te (vuil dat via bijvoorbeeld het opvoelen in de baarmoeder terechtkomt).
• Hoe ontdek je het? Twee weken na afalven krijgt de koe
vrij hoge koorts (39,5 graden Celsius of hoger) en een vieze, stinkende uitvloei- ing. De koe oogt niet fit en heeft weinig pensvulling. Marloes: ‘Je kunt eventueel rectaal opvoelen om te kijken of er nog meer uitvloeiing uit de vulva komt.’
• Wat doe je? ‘Een koe met baarmoederontsteking is
echt een zieke koe met pijn’, aldus Marloes. Handel volgens het bedrijfsbe- handelplan (plan dat je samen met je dierenarts hebt opgesteld) en geef een pijnstiller en eventueel een antibioticum. Bij twijfel: bel de dierenarts, want een koe met baarmoederontsteking loopt risico op een lebmaagverplaatsing (pag. 36).
SLEPENDE MELKZIEKTE
• Wat is het? Een koe die snel na het afalven of op de piek van haar lactatie meer energie verbruikt dan dat ze binnenkrijgt. Dit heet een negatieve energiebalans. Door het aanspreken van haar vetreserves ont- staan er grote hoeveelheden ketonlicha- men in het bloed (ketose). Deze afraak- producten kunnen giftig zijn voor de koe.
• Hoe ontdek je het? Een koe met subklinische slepende melk-
ziekte vermagert, is traag en geeft min- der melk. In ernstige klinische gevallen ruikt de adem naar aceton en heeft de koe stijve mest. De ketose kan het ze- nuwstelsel beïnvloeden. De koe wankelt dan op de poten en likt aan voorwerpen.
• Wat doe je? De koe heeft acuut meer energie nodig,
het beste in de vorm van orale energiepil- len of een energiedrank. Eventueel kun je een glucocorticosteroïde toedienen. Marloes: ‘Dit helpt de koe om gemakkelij- ker energie vrij te maken.’ Een glucose- infuus mag alleen een dierenarts geven.
35
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52