Tekst en foto's Douwe de Vries
Don Quichot achterna In droog Spaans binnenland
‘Kijk eens daarginds, vriend Sancho Panza, dertig of meer ontzaglijke reuzen!’ Ze staan er nog steeds, de witte windmolens, die Don Quichot in zijn rijke verbeelding aanzag voor reuzen, die hij een rijke buit wilde ontfutselen. De verbaasde schildknaap kon hem er niet van overtuigen dat de wieken niet de lange armen van de reuzen waren.
H
et lokale toeristenkantoor heeft een route uitgestip- peld langs de plekken waar de wereldberoemde roman van Miguel de Cervantes uit 1605 zich afspeelt. Als we met de camper door La Mancha rijden, de streek
waar de schrijver de dolle avonturen van Don Quichot situeerde, zien we de molens algauw aan de horizon verschijnen. Midden in het dorpje Puerto Lápice, vlak bij de A4 tussen Cordoba en Toledo, pronkt een metalen silhouet van de dwaze ridder. We zullen later meer van dit soort beeltenissen aantreffen. Aan de rand van het dorpje is een mooie camperplaats aangelegd met uitzicht op enkele molens die in de late middeleeuwen op de toppen van de omliggende bergen zijn gebouwd. De bekende scène van het ge- vecht van Don Quichot met de molens is overigens maar een klein stukje in het boek van Cervantes.
De zon staat hoog aan de hemel en de wind geeft nauwelijks verkoeling, als we begin juni een deel van de Don-Quichotroute rijden. We troosten ons met de gedachte dat het hier hartje zomer wel veertig graden Celsius kan worden. Dat ondervonden de Ara- bieren ook. Zij heersten tot de elfde eeuw in dit deel van Spanje en noemden de streek al-ansha, dat droog land of land zonder water betekent. Geen wonder dat het brein van Don Quichot in de hitte werd betoverd door de magie van het zinderende landschap.
Bij het stadje Consuegra, een twintigtal kilo- meters noordelijker, staan maar liefst twaalf molens als een wit snoer op de berg de Cal- derico. Aan de voet van de berg parkeren we onze camper naast andere campers op een kleine parkeerplaats met enkele cafeetjes.
NKC Kampeerauto nr. 1/2016 | 69
Ook hier staan metalen beeltenissen van Don Quichot, nu met zijn onafscheidelijke paard Rocinante. In de eerste molen wordt uitge- legd hoe het graan wordt gemalen dat in deze streek werd én wordt verbouwd.
Als we naar de volgende molens klimmen, passeren we de imposante ruïne van een groot Moors fort, dat in de vroege middeleeuwen door de Spaanse koning Alfonso VIII werd heroverd. In 1813 werd het verwoest door de troepen van Napoleon, maar onder meer de vestingmuren met drie hoektorens bleven gespaard. In de droge vlakte, waar behalve
>>
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84