search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
COLUMN


De eindrekening Column Jac van Tuijn, hoofdredacteur


Nederland heeft 800 miljard kubieke meter grondwater. Wat is het probleem als we daar jaarlijks 0,7 miljard aan ont- trekken? Dat vroeg kamerlid Corrie van Brenk zich begin juli af bij de behandeling van de initiatiefnota Droge Voeten in de Tweede Kamer. De nota was ingediend door kamerlid Tjeerd de Groot van D66, die zich zorgen maakt over de toe- nemende grondwateronttrekkingen. De Groot is voorstander van een extra heffi ng op drinkwater om die onttrekkingen af te remmen. Van Brenk ziet het probleem niet en diende een motie in om zo’n extra heffi ng te blokkeren. Een meerderheid van de Kamer steunde haar en daarmee is de fi nanciële weg naar een duurzaam watergebruik in Nederland geblokkeerd. En dat nota bene door Kamerlid Van Brenk die ambassadeur is voor het VN-duurzaamheidsdoel SDG6 voor water. Ook opmerkelijk als je ziet dat de energieprijs wel politiek wordt gemanipuleerd en gas duurder wordt gemaakt om Nederland te doen overschakelen op duurzame energie. Maar bij water kan dat nu niet meer.


Limieten Twee hete zomers maken nog geen klimaatverandering. Van Brenk kan altijd nog gelijk krijgen als er nu een aantal zomers zouden volgen met heel veel neerslag zodat het grond- waterpeil, ook op de hogere zandgronden, weer helemaal op het oude niveau terugkomt. Maar ja, dat weten we pas over tien jaar en wat is wijs op dit moment? Klimaatmodellen wijzen de andere kant op en voorspellen dat deze hete droge zomers vaker gaan voorkomen. Het is dus aannemelijk dat de limieten in de vergunningen voor grondwateronttrekkingen steeds vaker overschreden gaan worden. Is dat erg? Tja, die limieten zijn niet zomaar gesteld. Maar wie is de provincie om een drinkwaterbedrijf de wacht aan te zeggen, als heel Nederland bij tropische temperaturen ineens heel veel water gaat gebruiken?


Klokkenluider


Afgelopen zomer schuwde Vitens-directeur Jelle Hannema de media niet en stapte hij dapper naar buiten om te melden dat zijn bedrijf ook dit jaar weer bij een Twentse winput fors meer grondwater had onttrokken dan de vergunning toeliet. Vorig jaar moest er nog een klokkenluider van het waterschap aan te pas komen om de overschrijding boven tafel te krijgen.


Dit keer was het de Vitens-directeur zélf die de boodschap bracht. De watersector durft het debat aan.


Vitens heeft voor de hooggelegen gebieden in Twente eigen- lijk maar één structurele oplossing: aanleg van pijpen die zoetwater kunnen aanvoeren vanaf de IJssel. Voor Nederland is dit helemaal geen bijzondere oplossing. Immers, de hele Randstad wordt al decennialang voorzien van drinkwater dat met lange pijpen vanaf de Rijn en Maas wordt aangevoerd.


Technisch is zo’n afvoer geen enkel probleem. Echter, de drinkwaterbedrijven die nu al hun water van ver moeten aan- voeren, zoals PWN, Waternet en Dunea hebben veruit de hoogste tarieven. Want de lange aanvoerleidingen en de bij- behorende pompen zijn duur. Dus als Vitens kiest voor zo’n aanvoer naar Twente, dan zullen de tarieven omhooggaan. Duurzaamheid heeft een prijs. Linksom of rechtsom. Hier gaat het om de prijs van het water op hoge zandgronden. Economische groei geeft extra milieudruk en daarboven- op leidt klimaatverandering tot een kleinere milieugebruiks- ruimte. Sluipend versterken die twee elkaar. Ergens komt de rekening, als het niet nu is dan wel straks. Er is een keuze, maar één ding is zeker: een eindrekening zal altijd hoger zijn.


Tien stappen omlaag Volgens een recent door het World Resource Institute ge- publiceerde lijst van landen met de meeste waterstress, zijn Bahrein, Israël en Libanon die toppers. Daar nemen de zoetwatervoorraden het snelst af. Nederland staat op de tachtigste plaats. Dat is eigenlijk best hoog als je bedenkt dat we aan de monding liggen van drie grote rivieren die door het jaar heen enorme hoeveelheden zoetwater aanvoeren.


Waarom zouden we geen ambitie hebben om minder in te teren op onze zoetwatervoorraden, waardoor we lager op die WRI-lijst komen te staan? Een ambitie bijvoorbeeld om in tien jaar tijd tien plaatsen te zakken. Dan zouden we het beter doen dan Polen en Engeland.


WATERFORUM SEPTEMBER 2019


11


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48