Column
15
Barry Hofstede
over defensieve wanten
anders dan lachen?’
‘En wat moet je
L
achen en plezier hebben is niet het eerste dat in me opkomt als ik aan mij n uitzending terugdenk. Toch is dat een wezenlij k en onontbeerlij k
ingrediënt geweest. We vertrokken in november, vlak voor de aanstaande winter waarin de temperatuur tot ver onder nul kon dalen. Eenmaal daar bleek dat onze voorraadtanks waren gevuld met zomerdiesel … Wij waren toentertij d de eerste dragers van het nieuwe camouflage- tenue. Voor de strenge winter kregen we ook een thermo-overall uitgereikt en een paar gevoerde wanten. Het enige ding met die wanten was dat ze geen trekkervinger hadden. Onze missie was van humanitaire aard. In de voorbereiding hadden we meermaals te horen gekregen dat we ons in confronterende situaties ‘defensief moesten opstellen’. We moesten ervoor waken dat een van de strij dende partij en zou gaan roepen dat de VN partij dig was. Onze ‘defensieve wanten’, zoals ze al gauw heetten, waren daar de belichaming van. Ik heb ze nooit gedragen. En wat moet je anders dan lachen, bibberend in de boogtent nadat de kachel ’s nachts weer eens was uitgegaan. Daar stond ik dan om vier uur ’s morgens, me vloekend aan te kleden na me te hebben gewassen met ij skoud water. En dat alles bij min tien. ’s Avonds waren we het weer vergeten, als de kachel weer snorde en zij n behaaglij ke warmte verspreidde. We dronken een biertje,
toen dat nog mocht, zetten de cas- settespeler op tien en maakten er het beste van. Dansen, meezingen, slap ouwehoeren. Buiten de tent hadden we een bord gezet waarop stond: GRANAATSTRAAT 13. IEDERE AVOND RUSSISCH ROULETTE. Hoe langer we daar zaten, des te duis- terder werd onze humor. Ik heb een foto waarop ik sta met een kameraad die de loop van een half geladen uzi in mij n mond steekt. Wat hadden we een plezier. Soms was het lachen ook uit ongeloof, machteloosheid en gewenning. Zoals toen de plaatselij ke imam het zwij gen werd opgelegd toen hij probeerde het gebed uit te spreken. Kort nadat hij was begonnen, werd de minaret waaruit zij n gezang klonk onder vuur genomen. Dat ging zo een paar keer door. Zingen, machinegeweervuur, stil. Zingen, machinegeweervuur, stil. Totdat het definitief stil bleef. Het was de herhaling die het zo lachwekkend absurd maakte. De beste man wist gewoon niet van opgeven. Wat een toewij ding. Was het grappig? Nee, natuurlij k niet. Uiteindelij k is er niks grappigs aan oorlog. Misschien wanneer alle soldaten defensieve wanten zouden dragen. En dan een sneeuwballengevecht houden.
Barry Hofstede was dienstplichtig soldaat in Bosnië (1992–1993). Als vrachtwagenchauffeur reed hij door Bosnië om de lokale bevolking van hulpgoederen te voorzien. Barry heeft veel over zij n ervaringen geschreven. Tegenwoordig kan hij er ook over praten. Barry werkt als tekstschrij ver.
checkpoint
Peter Bak
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76