23 NT
OOK TIJD VOOR ONTSPANNING Tandheelkundig Centrum Mondain, Hoofddorp S
teevast begint de dag met het vijf-voor- achtje. Kort evalueren, overdragen en de plussen en minnen bespreken. En
dan gaat het vooral om opbouwende kritiek, want het enige wat het team constant voor ogen heeft is verbetering. En dan gaan de da- mes aan de slag. Ja, dámes. Want de medewerkers zijn alle- maal vrouwen. Zeven tandartsen, een implan- toloog, een klinisch tandtechnicus, vier mond- hygiënisten, zes (preventie)assistenten en vijf baliemedewerkers. “Het verbaast me zelf wel eens hoe goed dat gaat”, lacht assistent Pari- sa. Ze heeft het meer dan naar haar zin in de moderne praktijk, die recent is uitgebreid en nu zes behandelkamers telt. Ze werkt voorna- melijk met tandarts/eigenaar Joyce van Niele. “We zijn zo goed op elkaar ingespeeld; we we- ten bijna van elkaar wat we denken.” Assistent Monique behoort naar eigen zeg- gen tot de inboedel. Zij werkt al met Joyce sinds die in 2013 de praktijk overnam. “We begonnen met een behandelstoel en een tele- foon; het is nu nauwelijks meer voor te stel-
len.” Mondain is uitgegroeid tot een bloeien- de praktijk, waar kwaliteit hoog in het vaan- del staat. En dat vergt de nodige inspannin- gen. “Om patiënten optimale mondzorg te kunnen verlenen, moeten alle neuzen dezelf- de kant op staan”, benadrukt Joyce. Inmiddels wordt er complete tandheelkun- dige zorg geboden, waarbij elke tandarts een eigen affiniteit heeft. “We zijn een goed team”, klinkt het trots. “En daarbij spelen de
assistenten ook een sleutelrol.” Preventieas- sistent Kim had vroeger nooit gedacht dat ze zelf zo veel zou mogen doen in de praktijk. “Verdoven, foto’s maken, het werk omvat veel meer dan het aangeven van instrumenten, ge- weldig! Ik voel me echt géén assistentje van de tandarts, zoals mensen vaak denken.” Maar alles valt of staat met een goede plan- ning. En die taak is weggelegd voor de balie- brigade. “We proberen een beetje rust in de
chaos te scheppen”, vertelt Debby. “Afspraken maken, verwijzingen regelen, het spoedeisen- de karakter van klachten inschatten. En ja, soms ook wat gemopper van patiënten opvan- gen. Dat doen ze toch eerder tegen ons dan tegen hun behandelaar blijkt.” Collega Cindy knikt. “Dan is het echt zaak geduld te hebben en begrip te tonen. Het zijn vaak dingen die eigenlijk simpel zijn op te los- sen, zoals acute klachten. En niets voelt zo fijn als iets te kunnen te regelen voor mensen die pijn hebben.” Er is ook tijd voor ontspanning. Een, twee keer per jaar een teamuitje als gezellig uit eten of een avondje bowlen. “Hou op, schei uit”, schatert Monique, “ik heb er een blauw stuitje aan overgehouden!” Gelachen wordt er veel in de praktijk. Vrouwen eigen? “Ik weet het niet”, zegt Joyce. “Het geeft in ieder geval wel aan dat iedereen het hier naar de zin heeft. En we leven erg met elkaar mee. Dit jaar zijn er drie baby’s geboren, hoe leuk is dat? Ja, we zijn ook nog eens een heel vrucht- bare praktijk!” NT
GEDULD EN BEGRIP
TEKST: ANITA ZIJLSTRA; BEELD: MIRJAM VAN DER LIN
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44