UIT DE MOND VAN
tandartsstoel in elkaar getrapt’
‘Een keer de hele
Zanger Frans Duijts was als kind bang voor de tandarts, maar gaat tegenwoordig keurig twee keer per jaar.
“A
ls kind was ik echt bang voor de tandarts. En dat
is eigenlijk nog zacht uitgedrukt; zeg maar gewoon panisch! Ik had zo’n angst dat ik een keer de hele tandartsstoel in elkaar heb getrapt. Maar ik moest er wel heen, want ik had vroeger nogal wat gaatjes. Maar ja, als je een paar keer flink pijn hebt gehad tijdens het boren, vergeet je dat niet meer. Wat mijn moeder of zus, die ook wel eens meeging, ook probeerden, niets hielp. Alleen mijn opa kon me tot bedaren brengen. Ach, met hem was het altijd feest, dus het was een prima oplossing dat hij meeging als ik weer eens naar de tandarts moest. Nu zie ik er helemaal niet meer te- genop. Ik ga keurig twee keer per jaar. Problemen met mijn gebit heb
ik niet; het enige dat steeds moet gebeuren, is tandsteen verwijderen.
Ik ben wel tevreden met mijn tan- den en kiezen. Pispottenwit hoe- ven ze echt niet te zijn, hoor. Maar ik heb wel mijn voortanden iets mooier laten maken. Die stonden iets naar achter en er zaten kro- nen op die me irriteerden, omdat ik daar niet goed kon reinigen. Ik had steeds last van ontstekinkjes. Dat is nu opgelost. En het ziet er allemaal weer prachtig uit. Voor een zanger is je mond toch je visitekaartje. De laatste keer dat ik kiespijn had? Een jaar of zes geleden. Maar ge- lukkig kan ik altijd bij mijn tandarts terecht. Die woont niet om de hoek, maar voor haar rijd ik graag om. Ach, die paar kilometer extra als je tachtig- tot honderdduizend ki-
lometer per jaar op de weg zit. Met je tandarts heb je op een of andere manier toch een speciale band.
Mijn kinderen komen ook graag bij haar. Die meiden hoef ik trouwens nooit te vragen of ze hun tanden hebben gepoetst. Dat is voor hen zo normaal! Gelukkig heb ik mijn angst van vroeger niet op ze over- gedragen. Zodra het eerste tandje doorkwam, hebben we ze meegeno- men naar de tandarts. Konden ze meteen wennen. Ze vonden het niet leuk, maar ze waren ook niet bang. Ach, het is toch ook wat voor zo’n kleintje: iemand met een mond- kapje die boven je hangt, een grote lamp en enge geluiden… Nee, je kunt ze maar beter zo vroeg mo- gelijk kennis laten maken met de tandarts.” NT
19 NT
TEKST: ANITA ZIJLSTRA // BEELD: WILLIAM RUTTEN
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44