WAT IS DAT NOU?
Een asymmetrische kin
WAT ZIE IK? U ziet een tienjarige jongen voor half- jaarlijkse controle. Zijn moeder vindt zijn kin het laatste half aar vreemd en vraagt u of zijn kaak scheef groeit. De jongen is niet op zijn kin gevallen en heeft er geen klachten van, met name geen pijn. Hij is gezond en gebruikt geen medicatie. U ziet een asymmetrische kin, die rechts verdikt is met een normale overliggen- de huid. Sensibiliteit en motoriek van zijn onderlip zijn ongestoord. U voelt een gladde, beenharde zwelling van zijn rechter kinhelft. Hij heeft een gave wis- seldentitie zonder cariës of restauraties. Er is geen afwijking aan de kaakwal van het onderfont en de middenlijn van de ondertanden staat in de mediaanlijn van zijn gezicht. Op de X-panorama opname is een gecalcifi ceerde, scherp begrensde verdikking van de kin te zien van symfy- se tot rechter premolaarregio, met verva- ging van de corticale onderrand.
WAT IS HET? Dit is de klinische presentatie van een goedaardig botgezwel die goed zou kun-
nen passen bij een Fybreuze Dysplasie (FD) hoewel het beeld op de röntgenfoto meer past bij een Chronische Sclerose- rende Osteomyelitis(CSO). Omdat een irritatieve oorzaak ontbreekt en de corti- caallijn vervaagt, is een Proliferative Pe- riostitis (van Garre’) niet waarschijnlijk. FD is een botafwijking vooral bij tieners, waarbij normaal bot wordt vervangen door abnormaal fi bro-osseus bot. Zo’n 30 procent van de monostotische FD-laesies komt voor in kaak- of gezichtsbeenderen. Het ontstaat door een lokale mutatie (in het GNAS-gen), wat resulteert in de blok- kade van de botuitrijping.
CSO is een steriele botontsteking die in het hele skelet kan voorkomen en in de kaak bij kinderen vooral tussen de zes en twaalf jaar. Kenmerkend voor CSO is, naast zwelling, vaak pijn, wat in deze casus niet het geval is. De behandeling is in beide gevallen een modellerende botcorrectie met histologisch onderzoek. Hierbij werden de voor FD typische ‘Chi- nese teken’-botbalkjes niet gezien maar wel weef ot, waardoor de histologische diagnose toch naar CSO neigt. Het on- derscheid tussen FD of CSO van de man- dibula is bij kinderen regelmatig lastig vast te stellen, zoals deze casus aantoont.
DR. ROBERT VAN ES BESPREEKT IN DEZE RUBRIEK AFWIJKINGEN ROND EN IN DE MOND. DE NADRUK LIGT OP HET HERKENNEN VAN DE AFWIJKING EN HET ZO NODIG BEHANDELEN ERVAN OF, WAAR ZINVOL, VERWIJZING NAAR MEESTAL DE MKA-CHIRURG.
Literatuur:
• Padwa BL, etal. Pediatric chronic nonbacterial osteomyelitis of the jaw. J Oral Maxillofac Surg. 2016;74:2393-402.
•
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/ articles/PMC3359960/ Clinical guidelines for the management of Craniofacial Fibrous Dysplasia
WAT DOE IK? U verricht tandheelkundig onderzoek om een dentale infectieuze oorzaak van de zwelling uit te sluiten. Aan de moeder vertelt u dat het niet past bij scheefgroei van de kaak omdat de middenlijn in de mediaanlijn staat, maar dat wel verder onderzoek naar de oorzaak van de bot- verdikking nodig is. Daarvoor verwijst u naar de mka-chirurg, met het verzoek de jongen binnen twee weken te zien. NT
11 NT
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52