COLUMN GEZELLIG
Een dagje pretpark I
k overwinter graag in Spanje. Kerst in je bikini, spotgoed- kope tapas en wildkamperen
IK FORCEER MIJN BUS TUSSEN DE
AFVALCONTAINERS EN EEN NEDERLANDS HEFDAK EN KIJK MISMOEDIG OM ME HEEN
langs verlaten palmstranden. Je snapt de sereniteit. Maar dit jaar woedt er een epidemie van huis-op-wielen-fana- tici door mijn sprookjesland. Andalusië heeft deze winter namelijk veel weg van de Efteling op een zonnige zater- dag in augustus. Je vertrekt met de verwachting van een magische dag, maar belandt vervolgens in een surre- alistische wereld van platgetrapte suikerspinnen, gillende kinderen en wachtrijen langer dan de Pan-Ameri- can Highway. De idyllische stranden van Conil zijn veranderd in community’s van surf- planken, luifels en honden die gered zijn van de straten in Marokko. Op iedere semi-rechte grond staat een camper geparkeerd en het vinden van een plekje is een territoriale operatie waarbij pensionado’s en schoolverla- ters strijden om de laatste vierkante meters. De smalle straten van Tarifa zijn een witte waas van wielen en je vindt integraalcampers op plekken waarvan je je afvraagt hoe die daar in godsnaam gekomen zijn. Normaliter vermijd ik plekken als deze. Maar vandaag heb ik wel zin in dag e pretpark. Want ondanks de hysterie schuilt er een vreemd soort aantrek- kingskracht in de tachtig campers waarin mensen vanavond overnachten op de parkeerplaats van de Lidl. Ver-
gelijk het met ramptoerisme, je kunt bijna niet níet kijken. Ik besluit dus om een nachtje aan te sluiten op deze geïmproviseerde camping. In het erg- ste geval heb ik weer wat leuks om over te schrijven. Ik forceer mijn bus tussen de afvalcon- tainers en een Nederlands hefdak en kijk mismoedig om me heen. Als ik mijn schuifdeur open, kijk ik regelrecht in het gebruinde gezicht van mijn buur- man Koen. Koen heeft dreadlocks en vertelt me enthousiast dat hij hier al drie weken staat. Wat een armoe, denk ik veroordelend. “Wacht maar”, zegt hij met een veelbetekenende glimlach. “Geef ons een kans.” Net als in de Efteling blijkt het een dag waarin ik geleefd word door de massa. We drinken goedkope sangria uit thee- mokken, doen ons beklag over de mensheid en fi losoferen over alles wat we achterlieten in Nederland en von- den in Spanje. We vermaken ons uren met een potje jeu de boules op een schuin veld met gaten en als de zon achter de containers zakt eten we half- gare croquetas de jamón en voorver- pakte sushi van de Lidl. En tegen alle verwachting in, voelt deze armoedige parkeerplaats vanavond als thuis. De schoonheid schuilt hier niet in het uit- zicht maar in de verbinding. De vol- gende ochtend wuift Koen me toe. “En, ga je weer?” Ik blijf nog een nachtje denk ik. Hij glimlacht weer alwetend. “Gezellig.”
WWW.NKC.NL KAMPEERAUTO 2 - 2024
59
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84