Je moet er niet aan denken CAMPERBRAND
Wie het wel eens heeft gezien, weet dat een camper kan fi kken als een fakkel en dat er dan weinig rest dan zwartgeblakerd schroot. Brandweerman en NKC'er Henk Timmermans vertelt hoe je dit kunt voorkomen, in Kampeerauto en op de NKC Camper Experience. Eigenlijk moet je er soms wél aan denken.
I
n het dagelijks leven ben ik veel bezig met brand en het voorkomen daarvan. Ook als ik met mijn camper op pad ga, let ik goed op de brandveiligheid. Maar hoe heeft een brandweerman de brand- preventie in zijn eigen camper geregeld? In de eerste plaats zorg ik ervoor dat de kans op brand minimaal is. Omdat je niet alles kunt voorkomen, is het van belang ook te denken aan het beperken van de schade als er toch iets gebeurt. Let erop dat de gasfl essen altijd rechtop en vaststaand worden vervoerd, in een ruimte met voldoende ventilatie. Leg dus nooit een extra fl es achter in de campergarage! Als je een gasfl es in de personenauto vervoert, zet deze dan vast en vergeet bij de elfkilo- fl es de rode dop niet. We hebben eens meegemaakt dat de kraan onderweg door
het schuren tegen de zitting een beetje was opengedraaid. De rode dop voorkomt dit.
Keukenpapier
Gebruik korte en goedgekeurde gasslangen. Dat er vervangingsdata op de slangen staan, is niet bedoeld om handel te be- vorderen, maar omdat de slangen poreus kunnen worden en dan daadwerkelijk aan vervanging toe zijn. Draai onderweg de fl es dicht of monteer een uitstroombeveiliging. Dit om te voorkomen dat de camper bij een aanrijding tegen de zijkant in een enorme fakkel kan veranderen. Gebruik goedge- keurde gasregelaars en vervang deze elke vijf jaar, want de bewegende delen slijten. Zorg bij gebruik van gasfl essen voor goede ventilatie. Als we koken in de camper, zet- ten wij altijd op z’n minst het dakraampje
open. Gas heeft namelijk voor de verbran- ding zuurstof nodig en er komen verbran- dingsgassen als CO2
vrij. En wellicht voor
de hand liggend, maar daarom niet minder belangrijk: hang de rol keukenpapier en de handdoeken niet vlak bij de kookplaat.
Aardlekschakelaar Vrijwel alle campers hebben 12 volt aan boord en regelmatig ook 230 volt. Zorg ervoor dat de bedrading in orde is en gebruik geen kroonsteentjes om 12V-snoertjes te verbinden, maar stekkertjes. Gebruik voor aansluiting aan de stroompaal de blauwe CEE-stekker met een goede neopreenkabel, met RN-aanduiding op de mantel. Voor wie wel eens in Duitsland overnacht: daar is alleen gebruik van de RN- kabel offi cieel toegestaan.
Let op dat de gasfl essen rechtop vaststaand vervoerd worden.
28 | Kampeerauto nr. 9/2015 NKC
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76
