search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
1. Bergwegen zijn favoriet bij het motor- rijdende duo.


2. Als de wagen is geopend, kunnen de motoren er makkelijk uitrijden.


3. Stoppen voor een uitgebreide lunch tijdens een toertocht.


4. Op de standplaats staan de motoren klaar voor vertrek.


echte camperaars, maar ja, wij zijn nog maar pas bezig.” Op de vraag of ze ook wel eens op camperplaatsen gaan staan, schudden ze hun hoofd. “Met onze aanhanger is het sowieso veiliger op een camping, maar wij willen ook luxe. En ’s avonds barbecueën, dat kan niet altijd op een camperplaats.” En welk gebied is favoriet voor het motorrijden en waar mag de camper dan staan? “Met de motor rijden we heel graag op kronkelige bergwegen en we mijden snelwegen. Die nemen wij met de camper en aanhanger”, zegt Dodde. "Af- gelopen augustus en september waren wij in Midden-Italië, de Dolomieten. Het weer werd er slechter en toen zijn wij naar Zuidoost-Frankrijk uitgewe- ken”, vult Gredt aan. “Over het algemeen staan wij drie tot zes nachten op een camping en gaan we twee tot vijf dagen met de motoren op pad in de omgeving. Wij rijden zo snel mogelijk van de ene naar de andere camping. Zo hebben wij de afgelopen jaren de Alpen, de Pyreneeën, de Alpes-Maritimes en de Picos de Europa bedwongen.” De


twee hebben een voorkeur voor het voor- en naseizoen en ze gaan dan vier weken op pad.


Haastige automobilisten


'Bij regen of koude voelen wij ons zeer happy in ons campertje'


Ongelukken hebben ze gelukkig nog niet veel gehad. Afkloppen dus. “Wij hebben uitstekende zomer- en wintermotorpakken, dé optimale bescherming en we zijn heel zuinig op onze helmen”, zegt Dodde. “Die mogen zelfs tijdens het reizen met de camper in ons bed slapen, om stoten tegen te gaan. Wel heb ik vijf jaar geleden twee weken in een Frans ziekenhuis gelegen, nadat ik onderuit was


gegaan. We waren met honderd kilometer per uur tegen elkaar gebotst toen Marjon inhield en ik heel even was afgeleid voor de navigatie. Ik rijd altijd achter, zodat ik kan waarschuwen als er te haastige automobilisten achter ons zitten. We kunnen namelijk onderweg met elkaar com- municeren. Over het algemeen rijd ik defensief en rustig, maar een ongeluk zit in een piepklein hoekje.”


1 30 | Kampeerauto nr. 3/2015 NKC


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84