Stadsfolklore
Omdat onze panden en patio’s organisch zijn vervlochten met die van onze buren, krijgen we weleens wat mee van het leven achter de schutting. De buurjongen die het abc kan boeren, is bij iedereen bekend – hij heeft nog wat moeite met de G en de X – hoewel niemand van onze VvE hem ooit heeft gezien; zijn binnenplaats is door een muurtje afgescheiden van de onze. We hebben een onzichtbare buurman die rap Italiaans spreekt aan de telefoon, mensen die zo nu en dan een stevi- ge kwaliteit hasj roken (te oordelen aan de geur), en iemand met een gehoorzaam hondje: “Braaaaf beestje.” Die van hiernaast houden de overlast gelukkig beperkt tot wat stadsfolklore, maar dat wordt anders als we noodgedwongen op elkaars terrein moeten zijn. Met steigers bijvoorbeeld, met bouw- vakkers, of met allebei. Vorig jaar stond er opeens een steigerdeel op een nieuwe houten vlonder van onze VvE. Vlonder aan gort, poppen aan het dansen. Binnenkort zijn wij de boosdoeners, want er moet worden geschilderd, met steigerwerk op maar liefst drie aanpalende terrassen. Omdat persoonlijke uitleg het beste werkt, ging ik met een medebestuurslid langs de deuren. Vervelend klusje, want sinds het beroep huisvrouw in de vorige eeuw is afgeschaft, is iedereen altijd van huis. Maar na een rondje of zes hadden we iedereen wel gehad. Op één na. Bij die onbekende vrouw (haar naam stond op de deur) deed ik
column VvE
een briefje in de bus met uitleg, de vraag om begrip, mijn contactgegevens – de hele riedel. De volgende dag kreeg ik een lelijke e-mail te- rug. Omdat het haar niet uitkwam, verbood ze ons de steiger te laten bouwen. Ze dreigde zelfs met juridische stappen. Pure bluf, want er bestaat zoiets als steiger- of ladderrecht: zij heeft de plicht om plaatsing te accepteren als het voor ons nood-
zakelijk is. Ik erheen, met het voor- nemen beleefd te blijven, maar toch een bé-
tje op hoge poten. Tot mijn verbazing deed er een leuke vrouw open met wie ik weleens een praatje maak op straat. Ook zij was aangenaam verrast. Bij een kop koffie was de kou snel uit de lucht. Onze kinderen bleken op dezelfde sportclub te hebben gezeten. “Jouw zoon was een goede spelverdeler”, zei ze. Ik zocht naar een complimentje terug, maar ik durfde niet te zeggen dat haar tienerzoon al bijna het hele alfabet kan boeren.
Anne Hendriks is voor zitter van een kleine VvE. Ze schrijft onder pseudoniem over het wel en wee van appartements bewoners en hun VvE.
6-2025 | Eigen Huis Magazine | 53
BEELD EDITH BUENEN
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60