WEEK 30-31 23 JULI 2014
25
Antwerpse haven plant LNG bunkerstation voor binnenvaart
ANTWERPEN Het Havenbedrijf Antwerpen wil binnenschepen begin 2016 de mogelijk- heid bieden om LNG te bunkeren aan een vaste installatie. Het Havenbedrijf heeſt daarom een Europese oproep gelanceerd waarmee het op zoek gaat naar een partner die kan instaan voor het ontwerp en de bouw van een LNG bunkerstation. De mogelijkheid tot bunkering van LNG bestaat reeds, maar de Antwerpse haven wil voorzien in de continue beschikbaar- heid van LNG.
Sinds 2012 bestaat de mogelijkheid tot bun- kering van LNG in de Antwerpse haven. Een vrachtwagen haalt LNG op aan de LNG im- portterminal in Zeebrugge en brengt het in Antwerpen vanop de kade naar het schip, de zogenaamde truck-to-ship bunkering. Door de bouw van een vaste installatie wordt LNG permanent beschikbaar in de Antwerpse haven. Op die manier wil de Antwerpse haven bijdragen tot het doorbreken van de zogenaamde kip-of-het-ei problematiek: door het permanent ter beschikking stellen van LNG hoopt het Havenbedrijf dat de sector sneller geneigd zal zijn om de nodige investeringen te doen om over te schakelen op deze schonere brandstof.
Europese oproep Het Havenbedrijf heeſt daarom een Euro- pese oproep gelanceerd waarmee het op zoek gaat naar een partner die kan instaan voor het ontwerp en de bouw van een LNG
bunkerstation. Ook vrachtwagens moeten zich aan het station met LNG kunnen bevoorraden. Het Havenbedrijf houdt evenwel ook rekening met de mogelijkheid dat een privaat bedrijf de nodige initiatieven neemt om bunkering van LNG aan een vaste installatie mogelijk te maken.
LNG Masterplan voor Rijn-Main-Donau De bouw van het bunkerstation wordt gedeeltelijk gesubsidieerd door het LNG Masterplan voor Rijn-Main-Donau, een pro- ject dat kadert binnen het TEN-T program- ma van de Europese Commissie. Het LNG Masterplan heeſt als doel om het gebruik van LNG als brandstof en cargo in de Euro- pese binnenvaart te bevorderen. Met het oog op continuïteit en een zo groot moge- lijke slagkracht in de Rijncorridor werkt het Havenbedrijf nauw samen met de haven- bedrijven van Bazel, Mannheim, Rotterdam en Straatsburg, waarvoor op 25 april een samenwerkingsovereenkomst ondertekend werd bij de Centrale Commissie voor de Rijnvaart in Straatsburg.
Havenpolitieverordening Begin dit jaar werd het bunkeren van LNG opgenomen in de havenpolitieverordening, waardoor een regelgevend kader wordt voorzien voor het truck-to-ship, ship-to-ship en terminal-to-ship bunkeren van LNG in de Antwerpse haven. De bunker checklists laten toe om het bunkeren van LNG op een veilige en efficiënte manier te laten verlopen.
Het Wilhelminakanaal wordt bij Tilburg over een afstand van 5 kilometer verbreed. Daardoor kunnen grotere schepen er gebruik van maken. ABN AMRO MAAKT ZICH ZORGEN OM SITUATIE TANKVAART EN GROTE DROGE LADINGVAART
Herstel van modaliteiten in de transportsector zet door
Het CBS heeſt voor de transportsector een lichte stijging van de omzet (1,5 procent) in het eerste kwartaal van 2014 gerap- porteerd. Alle modaliteiten boekten een omzetstijging, voor de binnenvaart was dit 0,5 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. De ABN AMRO maakt zich echter volgens de laatst gepubliceer- de sectorprognose Transport en Logistiek nog steeds zorgen om de situatie in de tankvaart en de grote droge ladingvaart.
‘Hoewel er voor de binnenvaart sprake is van een stijgende omzet, blijſt het voor- uitzicht voor een aantal deelmarkten (grote droge lading en tankvaart) toch zorgwekkend. Deze deelmarkten kam- pen met een overcapaciteit waardoor de bezettingsgraden laag zijn. De lage tarieven als gevolg van deze overcapaciteit vormen al langer een probleem. Externe factoren, zoals stremmingen of laag water zorgden incidenteel voor hogere tarieven, maar onderliggend blijven de problemen met capaciteit een drukkend effect houden’, aldus de bank.
Oorzaken De overcapaciteit bij de twee deelmarkten heeſt volgens ABN AMRO een aantal oorza- ken. ‘Het grootste probleem is de aanwas van nieuwe schepen de afgelopen jaren, ter- wijl de goederenstroom deze toename van capaciteit niet kon absorberen. Daarnaast zijn de nieuwe moderne schepen die in de vaart gebracht worden efficiënter dan de oudere schepen. Dit zorgt er voor dat deze schepen meer goederen kunnen vervoeren en daardoor nog meer capaciteit in de vaart zetten. Een derde oorzaak van de overca- paciteit blijkt de lage verkoopbaarheid van binnenvaartschepen buiten Nederland of zelfs Europa. Nederland bezit meer dan 50 procent van de totale Europese binnenvaart- vloot. Schepen, die vanwege een (dreigend) faillissement verkocht worden komen vaak – goedkoper – weer in de vaart. Dit zorgt er niet alleen voor dat de overcapaciteit blijſt bestaan, maar ook dat er een additioneel drukkend effect op de kostprijs ontstaat. Het oplossingsgerichte vermogen vanuit de sector zelf blijkt beperkt met name door dat de sector te versnipperd is’.
LAATSTE UITBREIDINGSMOGELIJKHEID OP LINKEROEVER Aanleg Saeſtinghe zone nodig voor 2021
ANTWERPEN Een verdere uitbreiding van het Antwerpse Havengebied op de rechter- oever is al langer uitgesloten. Als voorlopig enige alternatief op Linkeroever is een Saeſtinghedok voorzien, ten westen van het Deurganckdok. Deze uitbreidingszone is uitgedacht om de verdere evolutie van de goederenoverslag in de haven op te van- gen. Onlangs is het resultaat gepubliceerd van een studie over de eerste fase van de ontwikkeling van die zone Saeſtinghe, een gebied van 1.000 hectare ten westen van het Deurganckdok. Hieruit blijkt onder an- dere dat de aanleg van de zonde Saeſting- he nodig is voor 2021.
De resultaten van de studie zijn voorgelegd aan het ‘Centraal Netwerk Ontwikkeling Ha- vengebied Antwerpen’ en aan de Maatschappij Linkerscheldeoever. De opmaak van de ruim- tevraag voor maritieme overslag , overslag gebonden logistiek en zeehaven gebonden industrie geeſt aan dat er uiterlijk tegen 2021 behoeſte is aan een eerste fase van de ontwik- keling van de Ontwikkelingszone Saeſtinghe, inclusief het eerste deel van het Saeſtinghedok over een lengte van 1200 meter. Deze aanleg van een stuk Saeſtinghedok sluit geen enkele van de voorziene invullingsscenario’s uit. Bij die invulling moet worden gestreefd naar een maxi- male flexibiliteit en een toekomstgerichte visie. Anders verliest de haven haar aantrekkingskracht voor de klanten.
Containerschepen Het gebied van het Saef- tinghedok beschikt over
unieke kenmerken, die nergens anders in het Antwerpse havengebied aanwezig zijn en in de rest van Vlaanderen schaars. Het is de laatste nog beschikbare locatie aan de Schelde voor de aanleg van een groot getijdendok , maxi- maal beschikbaar voor de nieuwe generatie containerschepen. De overslagactiviteiten zijn gepland in het oostelijk deel, dus aan de Schel- dekant. Ruimte voor industrie en logistiek wordt aan het westelijk deel en in de zuidelijke zone voorzien. De exacte grens tussen de zo- nes kan nog worden aangepast in functie van toekomstige marktontwikkelingen.
Reactie BLN Binnenvaart Logistiek Nederland heeſt op haar website laten weten de conclusies van de ABN AMRO te onderschrijven. De brancheorganisatie vermeldt echter ook dat ze een beetje moeite heeſt met de laatste zin uit de publicatie van de bank. ‘Het oplos- singsgerichte vermogen vanuit de sector zelf blijkt beperkt met name door dat de sector te versnipperd is’. BLN laat weten, dat ‘door steeds maar te blijven roepen dat de binnen- vaart versnipperd is, er niks opgelost wordt’. Het doet volgens de brancheorganisatie geen recht aan de inspanningen die de bran- che levert om tot eenheid te komen middels het oplijnen van de branchevertegenwoor- diging en het groeien van de coöperaties. Daarnaast zou het volgens BLN behoorlijk bijdragen aan oplossingen ‘als instituten zoals ABN AMRO erkennen dat ze zelf een deel van het probleem zijn en daarmee dus ook van de oplossing’.
De transport update van ABN AMRO is hier te down- loaden
Contargo voert congestietoeslag in voor transporten van en naar Rotterdam
ZWIJNDRECHT Vanwege vertragingen bij de afhandeling van containers in de haven van Rotterdam voert Contargo een congestie- toeslag in. Voor boekingen op binnensche- pen met een vast vaarschema wordt vanaf 1 augustus 2014 per in Rotterdam omge- slagen container een toeslag van 15 euro berekend.
Sinds half april moeten de binnenschepen van Contargo in de zeehaventerminals van Rotterdam steeds langer wachten op behandeling. Doorlooptijden van 50 uur met uitschieters van 90 uur komen regelmatig voor. Dit gooit de vaarschema’s van de con- taineroperator flink in de war. Gemiddeld zijn de doorlooptijden een derde langer. Een vijfde van de exportcontainers kan door gebrek aan capaciteit niet bij de geplande terminal gelost worden. In plaats daarvan moeten ze met een vrachtwagen naar de plaats van bestemming gebracht worden, wat veel omslachtiger en duurder is.
“We hebben extra scheepsruimte gechar- terd om onze vaarschema’s te kunnen aanhouden en vechten elke dag voor onze klanten om een snelle afhandeling”, zegt Marcel Hulsker, één van de directeuren van Contargo Waterway Logistics. Met de toeslag financiert Contargo een concept om de doorlooptijd bij zeehavens flexibeler te maken. Hierbij hoort ook de uitbreiding van de vloot en een onvolledige belading van de schepen. “Wij willen onze klanten een goed en betrouwbaar product aanbieden. Om ondanks vertragingen in de haven van Rotterdam de afgesproken data te kunnen aanhouden, vragen wij onze klanten om zo vroeg mogelijk te boeken. Hoe meer vrijheid wij bij de planning hebben, hoe beter”, zegt Cok Vinke, een andere directeur van Con- targo Waterway Logistics. Contargo houdt ook de situatie in de haven van Antwerpen nauwlettend in de gaten. Omdat de vakantie net begonnen is, vreest de logistieke dienst- verlener ook daar vertragingen.
Werkzaamheden kribverlaging Waal hervat
ZUILICHEM Momenteel wordt er weer hard gewerkt aan de kribverlaging in de Waal. Medio juni heeſt aannemers- combinatie Van den Herik - Boskalis de werkzaamheden weer opgepakt voor het verlagen van kribben in de Waal. De komende maanden, zo lang als de wa- terstanden het toelaten, is de aannemer volop aan het werk in de rivier.
De aannemer hervat het werk op het traject Breemwaard - Brakel. Hij begint ter hoogte van Zuilichem. Naar aanleiding van praktijkervaringen zijn de ontwerpen voor de kribverlaging aangepast. Daardoor zijn de werkzaamheden na de winterstop later begonnen. Tot nu toe zijn 35 van de 253 kribben verlaagd. Het verlagen van een krib duurt ongeveer een week. De aannemer pakt vier kribben tegelijkertijd aan. “We werken van maandag tot en met
vrijdag”, vertelt Roger van Duivenbode, omgevingsmanager van de aannemers- combinatie, in een nieuwsbrief van Rijks- waterstaat met daarin aandacht voor de kribverlaging. “Ook in de bouwvak gaan we door”. De werkzaamheden vinden plaats zo lang de waterstanden het toelaten. In oktober 2015 moet de kribverlaging op het genoemde traject voltooid zijn. Informatie over de planning en exacte plaatsen van de werkzaamheden is te vinden op de website
www.kribben-langsdammen.nl
Rijkswaterstaat raadt het af te recreëren en zwemmen op of nabij het werkterrein. Dit werkterrein schuiſt elke week op. Zwemmen in de Waal en tussen de kribben is altijd gevaarlijk. Het water stroomt snel, schepen hebben grote zuigkracht, de wa- tertemperatuur wisselt en bij de kribkop- pen is kans op kolken.
Friesland investeert in remmingwerk sluizen en bruggen
LEEUWARDEN Bruggen en sluizen in de pro- vincie Friesland moeten beter beschermd worden tegen mogelijke aanvaringen. Daar- om krijgt een deel van deze objecten tussen nu en 2021 een nieuw remmingwerk.
Het gaat om bruggen en sluizen in de pro- vinciale wateren waar veel vrachtschepen varen, zoals het Van Harinxmakanaal en het Johan Frisokanaal. In totaal gaat het om 19 bruggen en sluizen. Negen daarvan stonden al op de lijst voor een nieuw remmingwerk. Gedeputeerde Staten hebben onlangs be- sloten daar nog tien aan toe te voegen. Het gaat onder andere om Tsjerk Hiddessluizen in Harlingen, de Willem Lorésluis en de brug
Warns. De kosten van de laatste tien objec- ten zijn 10 miljoen euro.
Aanvaringen In de laatste maanden zijn de Rijksbruggen Kootstertille, Skûlenboarch en Ald Skou in het Prinses Margrietkanaal aangevaren. Voor de provincie was dit het signaal om de rem- mingwerken van eigen bruggen en sluizen onder de loep te nemen. Uit onderzoek blijkt dat de bestaande houten remmingwerken niet meer aan de veiligheidseisen voldoen. Zeker met het oog op steeds meer en grotere schepen op de provinciale wateren. De provincie staat dit toe om vervoer over het water te stimuleren.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28