INEEN - INTERVIEW
de visie te implementeren en te borgen. InEen moet die urgentie voelen en er bijvoorbeeld voor zorgen dat er in regio’s best practices komen die kunnen worden gedeeld met andere regio’s. De initiatieven moeten passen in zowel de plannen van zorggroepen als de IZA-plannen.”
Wetzels: “De implementatie van de visie zal ook gepaard moeten gaan met herontwerpen van sommige werkprocessen. Stel, je introduceert digitale triage op een huisartsenspoedpost. Dan moet dat niet aan de bestaande diensten worden toegevoegd, maar deze deels vervangen. Anders levert het geen verlichting van de werkdruk op.” Het is volgens Wetzels zaak dat InEen en partners de regie houden bij de uitvoering van de Visie eerstelijnszorg 2030. “Denk aan digitale triage, zelfmonitoring en e-health. Als andere partijen die diensten bieden, bestaat de kans op een defen- sieve of onjuiste insteek. Concreet: dat bijvoor- beeld mensen bij de huisarts aankloppen voor iets waarvoor de huisarts volgens die visie niet is bedoeld. Dan doen wij weliswaar ons best met de visie, maar wordt de zorg niet op de juiste plaats geboden. De eerste lijn zou, onder meer met
thuisarts.nl, grip moeten hebben op zorggebruik.”
InEen-voorzitter Ruben Wenselaar:
‘NÓG MEER TOEGEVOEGDE WAARDE GENEREREN’
Opnieuw staat InEen voor de mooie uitdaging haar toegevoegde waarde te bewijzen. Dat zegt voorzitter Ruben Wenselaar.
“De afgelopen tien jaar hebben bekrachtigd dat de fusie in 2014 een verstandige zet was. Samen hebben we de organisatie van de eerste lijn versterkt. Nu de Visie eerstelijnszorg 2030 een feit is, hebben we de mogelijkheid nóg meer toegevoegde waarde te genereren.” Wenselaar noemt drie rollen waarmee InEen zich kan onderscheiden. “We zijn verenigd. We hebben een brede achterban en spreken namens die achterban met één stem aan landelijke tafels. Stel je eens voor dat InEen er niet zou zijn. Met wie zouden dan gesprekken worden gevoerd over bijvoorbeeld regelgeving voor randvoorwaarden van financiering in de eerste lijn? Deze rol van InEen wordt alom erkend.” Een tweede kracht van InEen is volgens Wenselaar dat de organisatie inspireert. “Op regionaal niveau zijn er continu ontwikkelingen en vernieuwingen in de eerste lijn. InEen zorgt ervoor dat ideeën en ervaringen worden uitgewisseld, dat regio’s van elkaar leren en er landelijke dynamiek ontstaat.”
Als derde sterke punt noemt de voorzitter de innige verbondenheid met zorgprofessionals. “Daaraan dankt InEen in belangrijke mate haar verworven status. De professionals hebben zeggenschap in de manier waarop we de eerste lijn organiseren. Het is essentieel dit te blijven borgen.”
Wenselaar moedigt InEen-leden aan voortvarend te reageren op nieuwe ontwikkelingen en niet in het defensief te schieten. “Neem een regio waar veel praktijkhoudende huisartsen met pensioen gaan en inwoners zonder huisartsen dreigen te komen zitten. Wees hierop voorbereid. Laat huisartsen, ondersteund door de RHO, proberen alternatieven te ontwikkelen om de eerstelijnszorg zelf in te vullen. Doe je dat niet, dan stappen anderen mogelijk in en ben je als regio misschien verder van huis.”
MAART 2024 - 9
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32