This page contains a Flash digital edition of a book.
WATERKWALITEIT


Milligram, microgram en nanogram In de jaren zestig van de vorige eeuw was de Rijn vervuild met zeer giftige stoffen als lood en kwik. Uit die tijd stam- men veel waterkwaliteitsnormen die worden uitgedrukt in milligrammen per liter. Later is daar bij gekomen de alge- mene signaleringswaarde voor onbekende stoffen in het rivierwater: 0,1 microgram per liter. De gemeten waarde van GenX-stoffen in het drinkwater in Dordrecht en omge- ving is gemeten in nanogrammen per liter. 1 milligram = 0,001 gram 1 microgram = 0,00001 gram 1 nanogram = 0,000000001 gram


tra hoog was. Waterleidingmaatschappij Limburg (WML) zag zich genoodzaakt de inname van Maaswater bij het stroom- afwaarts gelegen drinkwaterstation Heel vier maanden stil te leggen. Dit was voor WML de langste innamestop ooit. Dit past in een landelijke trend dat drinkwaterbedrijven nu al kampen met langer durende innamestops van oppervlakte- water. De vrees van de drinkwatersector is dat dit verder gaat toenemen als de Rijn en Maas door klimaatverandering in de zomermaanden minder water gaan afvoeren.


Wat volgens het ministerie van IenW ook stijgt is het aantal ontheffi ngen voor drinkwaterbedrijven die grond- en rivierwa- ter willen blijven innemen ook al wordt de signaleringswaarde voor een bepaalde stof voor langere tijd overschreden. Vorig jaar is volgens het ministerie aan twee drinkwaterbedrijven een tijdelijke ontheffi ng verleend voor vijf stoffen. Dit jaar staat de teller volgens het ministerie al op zes bedrijven en zestien stoffen.


Structurele aanpak


De drinkwatersector is bezorgd over de toename van pro- bleemstoffen in drinkwaterbronnen. Daarbij speelt dat drink- waterbedrijven uit voorzorg hun inname stoppen als er bij plotseling verhoogde concentraties niet direct bekend is wat de gezondheidsrisico’s zijn. Plaatsvervangend-directeur Arjen Frentz van Vewin geeft aan dat de drinkwatersector de voor- vallen met pyrazool en GenX-stoffen heeft aangegrepen om aandacht te vragen voor deze bezorgdheid. “Wij vinden dat bij de aanvraag van een lozingsvergunning het drinkwaterbe- lang veel beter moet worden meegenomen. In handboeken wordt dat wel genoemd, maar in de praktijk wordt daar weinig mee gedaan. Ook moeten er heldere afspraken worden ge- maakt over de rolverdeling tussen de bevoegde gezagen bij het vergunnen van directe lozingen en indirecte lozingen die via een rwzi gaan. Er moeten duidelijke procedures komen om de bescherming van drinkwaterbronnen beter te waar- borgen”, aldus Frentz. Het pyrazool-incident heeft ertoe ge- leid dat het ministerie van IenW werkt aan een structurelere aanpak voor het omgaan met geloosde stoffen waarvan wei-


Roy Tummers, VEMW: “Het afgeven van lozingsvergunningen is al voldoende geregeld. Het probleem zit vooral in de capaciteit en het kennisniveau bij de instanties die die ver- gunningen afgeven.”


nig bekend is over mogelijke effecten op het milieu en de volksgezondheid. Beleidsmatig wordt dit aangeduid als de categorie ‘opkomende stoffen’ waarmee wordt aangegeven dat nauwlettender in gaten worden gehouden.


Roy Tummers, directeur Water bij VEMW, vindt de structurele aanpak een goede zaak maar is het niet met Vewin eens dat het om de procedures gaat. “Wij delen hun zorgen. Een deel van onze leden zit in de voedingsmiddelen industrie en die zijn ook heel beducht voor een slechtere waterkwaliteit. Maar wij vinden dat er voor het afgeven van lozingsvergunningen al voldoende is geregeld. Het probleem zit vooral in de capaci- teit en het kennisniveau bij de instanties die de vergunningen afgeven. De instrumenten zijn goed, de industrie levert goede gegevens aan maar de vergunningverleners doen er te wei- nig mee. Daar gaat het mis, vooral bij de indirecte lozingen”, aldus Tummers. Als er niet wordt geïnvesteerd de capaciteit en kennis bij de overheidsinstanties, wordt de uitvoering van de structurele aanpak een lastige kwestie, zo waarschuwt hij.


Meer chemicaliën Naast de langere perioden van laagwater op de grote rivieren, waardoor de concentraties van geloosde stoffen toenemen, neemt ook het aantal gebruikte chemicaliën toe. Hierdoor zullen steeds vaker onbekende stoffen in het rivierwater worden aangetroffen. Een onvermijdelijkheid waar de maat- schappij zich op moet instellen, vindt Annemarie van Wezel, hoofdonderzoeker bij KWR. “Paradoxaal genoeg hebben we tegelijkertijd een chemiehonger en een chemiefobie. Enerzijds


WATERFORUM DECEMBER 2017 13


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48