Henk Kerkers: ‘Als ik kan blijven weiden, hoef ik minder eiwitrijke brok te voeren’
Het melkveebedrijf van Henk Kerkers ligt in Zuidoost-Brabant, in de regio waar Water- schap De Dommel verantwoordelijk is voor het waterbeheer. De melkveehouder uit Sterksel was daarmee al sinds vorig jaar ge- houden aan een totaal beregeningsverbod.
Alleen binnen 48 uur na bemesten gold een uitzondering. ‘Het grondwaterpeil heeft zich hier de afgelopen winter niet hersteld. Daarvoor is er te weinig neerslag gevallen. Gelukkig mogen we sinds 1 juni wel weer beregenen, mits we ons houden aan een urencriterium. Dat wil zeggen dat we alleen tussen vijf uur ’s middags en elf uur ’s och- tends kunnen beregenen.’ Het bedrijf van Kerkers ligt op droogtegevoe- lige, hooggelegen zandgrond. Kerkers is volledig afankelijk van neerslag, water inla- ten is er niet mogelijk. Om de beweiding dit droge voorjaar toch rond te zetten vergrootte hij zijn beweidingsplatform met een aantal percelen. Dat creëerde een buffer om zo de hergroei in stand te houden. ‘Als ik kan blijven weiden, beperk ik het verlies aan mineralen
en valt de benutting van het eiwit hoger uit. De kwaliteit van weidegras is 15 procent ho- ger dan van ingekuild gras. Dat scheelt mij behoorlijk in het bijvoeren van eiwitrijke brok. Het afgelopen jaar kwam dat neer op 1,5 cent per kilo melk, ofwel 15.000 euro’. Door de strikte regels die het waterschap soms instelt, lukt het niet altijd om op tijd te beregenen. Daarvoor is de capaciteit van de apparatuur te beperkt. ‘Als we de vrijheid hadden, zou ik aanvullen wat er op een dag verdampt. Het principe van beregenen op maat. Meestal komt dat neer op 20 à 25 mil- limeter per keer. Maar voordat ik begin, be- oordeel ik met eigen ogen of de grond vol- doende vochtig is. Door in de grond te prikken controleer ik in hoeverre het vocht onder in de bouwvoor is verdwenen.’
vocht vast te houden. Daar volstaat minder frequent beregenen met een grotere hoeveelheid. De pF-curve die Eurofins op de bodemanalyse publiceert, geeft een goede indicatie van deze eigenschappen.
Hogere benutting van mineralen Beregenen draagt volgens Tjoonk bij aan het behoud van de bodemkwaliteit. Hij richt de aandacht ook op duur- zaamheid en klimaat. ‘Neem de discussie over CO2-uit- stoot. Wanneer een grasmat een droge periode door- staat, kan graslandvernieuwing achterwege blijven. Bij het scheuren van grasland komt enorm veel CO2 vrij en gaan grote hoeveelheden organische stof verloren.’ Ter- wijl juist die organische stof zorgt voor een vruchtbare bodem die in staat is om CO2 te binden en vocht vast te houden. Een vruchtbare bodem is ook beter in staat om
mineralen te benutten. Reden genoeg om de grasmat vitaal te houden. Daar staat wel tegenover dat ook bere- gening gepaard gaat met CO2-uitstoot. Een trekker die non-stop moet draaien om water op te pompen, verstookt nogal wat diesel. Praktijkonderzoek Plant en Omgeving deed onderzoek naar duurzame vormen van beregenen (rapport 649). Elektrisch beregenen op zonnestroom geeft een 75 procent lagere emissie van broeikasgassen. ‘Per beregeningsbeurt stoot een op diesel aangedreven pomp 110 kilo CO2-equivalent uit, bij zonnestroom is dat 29 kilo en bij grijze stroom 84 kilo’, weet Tjoonk. Hoe deze cijfers zich verhouden tot het voordeel door een hogere mineralenbenutting, meer opbrengst (eiwit) van eigen land en het voorkomen van graslandvernieu- wing, kan Tjoonk niet becijferen, maar het ligt voor de hand dat de (milieu)winst aanzienlijk is. l
veeteeltGRAS JULI 2019
7
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40