anaf vier uur ’s ochtends gaan de 120 melkkoeien van Stan (40) en Ramona Bosman (40) de wei in. Dagelijks krijgen ze een nieuw grasperceel aangeboden. Vanaf tien uur druppelen ze weer naar de melkrobot. Daarna nog weer even grazen om vanaf halverwege de middag een zomer- stalrantsoen met veel vers gras, een beetje snijmais en ontslo- ten tarwe voorgeschoteld te krijgen. De krachtvoergift ligt op 23 kilogram per 100 kilo melk. Daarmee produceren Bosmans koeien in een normaal jaar 9600 kilo melk met 4,37 procent vet en 3,68 procent eiwit. Weiden deed het bedrijf altijd al, zomerstalvoeren sinds een aantal jaren. Het past in het streven om meer eiwit van eigen land te halen. ‘De winst van zomerstalvoeren zit hem vooral in een betere benutting. Herfstgras gaat vers veel makkelijker de koeien in’, ervaart Bosman. Het gras gaat in vergelijking met voorgaande jaren iets korter de kuil in om meer eiwit te krij- gen. ‘Ik zit dichter bij de 3000 kilo droge stof dan bij 3500 als het eraf gaat.’ Bosman kuilt de eerste snede behoorlijk droog in, op zo’n 50 procent droge stof. Ter compensatie kuilt hij de tweede snede juist iets natter in. ‘Die combinatie zorgt voor een goede balans tussen verteerbaarheid en drogestofopname.’
V Iets droger inkuilen
Bosman stelt dat een hoge score op de hoeveelheid gewonnen eiwit van eigen land mooi is, maar weinig zegt. ‘Als de koeien over de 30 ureum scoren, heb je er niks aan. Het gaat erom dat de koeien de gewonnen hoeveelheid eiwit ook zo goed moge- lijk omzetten in veel melk, hoge gehaltes en een goede gezond- heid. Tegenover eiwitrijk gras moeten dus wel goede energie- bronnen staan, zoals een goede maiskuil.’ Het behoorlijk droog inkuilen van de eerste snede doet Bosman bewust. ‘Dro- ger inkuilen maakt gras bestendiger en zorgt voor een gunsti- gere oeb-dve-verhouding. Dat verbetert de benutting van het eiwit in de koe.’
Kringloopspecialist Mark Stapel van Agrifirm Exlan heeft cij- fers van melkveebedrijf Bosman paraat. In 2016 zat er 159 gram ruw eiwit per kvem in het totale rantsoen. In 2017 was dat 170 gram ruw eiwit per kvem. En in 2018 was dat opgelo- pen tot 174 gram. ‘Er zit een stijgende lijn in gevoerd eiwit afkomstig uit eigen ruwvoer. Maar dat betekent ook dat er wel voldoende energie tegenover de eiwitopbrengst moet staan.’ Bosman voert gemiddeld over het jaar 4 tot 5 kilo droge stof uit mais per koe per dag bij. Om het geteelde eiwit goed te benut- ten is dat niet overdreven veel. ‘Als vervolgens de kwaliteit van de maiskuil ook nog achterblijft, dan heeft Stan een probleem. En dat was in 2018 het geval.’
Data uit KringloopWijzer zeggen niet alles Tegenover een goede kwaliteit graskuilen met 946 vem stond in 2018 een slechte maiskuil, met slechts 216 gram zetmeel per kilogram droge stof. Daardoor kregen de melkproductie en de gehalten een knauw op het melkveebedrijf in De Krim. Dit compenseerde Bosman met de aankoop van mais en sodagrain (ontsloten tarwe). De voeraankoop was noodzakelijk, maar dit resulteert wel in juist minder eiwit van eigen land. ‘Het mag duidelijk zijn dat ik liever goede maiskuilen maak, maar dat was met die droogte vorig jaar onmogelijk’, zegt de veehouder. De benutting van eiwit zit overigens wel in de lift, wijst Stapel op de stijgende voerefficiëntiecijfers van de veestapel inclusief jongvee. In 2016 werd nog 1,11 kilo meetmelk per kilo droge stof uit ruwvoer gewonnen, in 2017 lag dat getal op 1,15 en in 2018 was het gestegen naar 1,20 kilo meetmelk per kilo droge stof. Terwijl het gemiddelde in de streek op 1,13 ligt. Bosman merkt op dat de rekenmodellen in de KringloopWijzer
Meer organische mest op eigen bedrijf houden Stapel werpt tegen dat Bosman zonder KringloopWijzer geen BEP-pilot voor evenwichtsbemesting van fosfaat had kunnen draaien. Bij aantoonbaar hogere gewasopbrengsten krijgt het bedrijf ontheffing op de generieke gebruiks-norm. De BEP-norm bij maatschap Bosman was in 2018 98 kg fosfaat per hectare. De forfaitaire norm zou gemiddeld 85 kg per hectare zijn ge- weest. ‘Stan en Ramona hebben hier voordeel bij voor de Wet grondgebonden groei van de melkveehouderij. Maar het geeft hun ook een voordeel voor de verwerkingsplicht’, aldus Stapel. Hij haalt er meer cijfers bij. ‘Met weiden in combinatie met zomerstalvoeren haalt het bedrijf een voordeel van 13 procent ten opzichte van de forfaitaire norm. Dit komt op ruim 200 kubieke meter aan besparing op mestafzet. Daardoor kan er meer organische mest op het eigen bedrijf worden gehouden.’ De kringloopspecialist bij Agrifirm Exlan zit er niet over in dat de 65 procent eiwit van eigen land op dit melkveebedrijf – met toch een 19.000 kilo melk per hectare – niet wordt gehaald. ‘Stan is er erg bewust mee bezig en heeft een buffer inge- bouwd. Van de 70 hectare land verhuurt hij er 7,5 aan een ak- kerbouwer. In een goed oogstjaar komt hij daarmee uit, in een slecht jaar niet.’ Bosman zelf zou graag zien dat de eiwitnorm wordt omgedraaid: een bedrijf mag maximaal 35 procent van het benodigde eiwit via krachtvoer en bijproducten op afstand aankopen. ‘Dat geeft een eerlijker beeld, want dan omzeil je het verschil tussen in het ene jaar 102 procent en in het andere jaar 51 procent eiwit van eigen land halen.’ l
Mark Stapel: ‘Tegenover een stijgende eiwitopbrengst moet wel voldoende energie staan’
veeteeltGRAS JULI 2019 31
Stan Bosman: ‘Dankzij
zomerstalvoeren gaat het herfstgras veel beter de koeien in’
het beeld van eiwit winnen van eigen land weleens wat vertroe- belen. In het kurkdroge 2018 kwam de maatschap Bosman niet verder dan 51 procent eiwit van eigen land. Maar in 2016 scoor- de het bedrijf 102 procent, als gevolg van de opgebouwde ruw- voervoorraad in 2015. De sterk fluctuerende cijfers van de KringloopWijzer zeggen niet alles, wil hij ermee zeggen. ‘Zo is eiwit van vers gras een afgeleide van de kuiluitslagen, terwijl deze waarde in werkelijkheid lager ligt, omdat ik stalvoer.’
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40