belangrijker dan ooit
De afweging van wel of niet beregenen gaat verder dan de kille rekensom kostprijs van de beregeningsinstallatie versus ruwvoerprijs. Nu het resultaat van een melkveebedrijf steeds meer afankelijk is van prestaties op het vlak van duurzaamheid, komt beregening in een ander perspectief te staan. TEKST TIJMEN VAN ZESSEN
D
e droogte van 2018 zit bij veel melkveehouders nog vers in het geheugen. In sommige regio’s zijn de scheuren die de droogte in het grasland ach- terliet, nog maar amper verdwenen. Het inkomenseffect van de droogte was fors, zo blijkt uit een raming door Wageningen Universiteit. Ten opzichte van referentieja- ren 2015-2017 daalde het inkomen van een melkveehou- der met 21.000 euro naar een totaalinkomen van 32.000 euro. Reden genoeg om dit jaar alert te zijn. Reden ge- noeg om serieus na te denken over beregening. De grondwaterstand is in een aantal regio’s nog onvol- doende hersteld van de droogte. De maand april was bijzonder droog en ook de meimaand heeft de tekorten niet kunnen aanvullen. ‘Ik merk onder mijn klanten dat er meer geïnvesteerd wordt in beregeningsinstallaties’, vertelt Gerard Abbink. De adviseur van Groeikracht BV zegt steevast twee vragen te krijgen: kan het uit om te beregenen? En wat is het beste moment om te beginnen als ik beregen?
Financieel voordeel valt vaak tegen Een investering in beregeningsapparatuur is volgens Abbink een soort verzekering. Achteraf weet je pas of je het nodig had. ‘Ik denk dat het financiële voordeel in heel veel jaren tegenvalt. Je kunt wel veel kosten maken, maar als je het gras voor tien cent per kvem aan huis hebt, is het voordeliger om gras te kopen. Eén keer bere- genen kost al snel 110 euro per hectare, zonder rekening te houden met vaste kosten. Het saldo van een gewas als gras is te laag om daar rendement op te maken, dan is het beter je de moeite en het geld te besparen.’ Abbink geeft inzcht in de kosten en laat zien wat berege- nen kan opleveren (zie tabellen 1 en 2). Uiteindelijk staat of valt elke berekening met aannames. Vorig jaar zat er nog veel ruwvoer uit voorgaande seizoenen in voorraad. De voerprijzen liepen wel op, maar ook weer niet ex- treem. Dat kan dit jaar wel eens anders uitpakken. Abbink adviseert veehouders een keuze te maken. Als je eenmaal kiest voor een investering in beregeningsappa- ratuur, maak er dan ook gebruik van. ‘Tijdens een warm groeiseizoen kan er per dag vier millimeter of meer ver- dampen. Reken maar uit hoeveel regen er dan in een
week moet vallen. Begin dus op tijd. Op een uitgedroog- de bodem is beregenen minder efficiënt. Het gewas is dan al verhard en de bodem neemt minder vocht op.’ Abbink raadt aan om in het eerste deel van het seizoen vooral grasland te beregenen, zodat de weidegang in stand blijft. ‘Gelet op de benutting van eiwit, is het ver- standig om de weidepercelen prioriteit te geven. Van weiden heb je direct rendement; je slaat de verliesposten conservering en voederwinning over.’
In de tweede seizoenshelft zou het accent richting mais moeten gaan. Daar ligt volgens Abbink het meeste ren- dement van beregening. ‘We zagen vorig jaar dat de boeren die mais konden beregenen, meer opbrengst haalden, maar vooral ook meer kwaliteit. Een zetmeel- gehalte van 350 gram per kilo droge stof in plaats van 250 gram maakt nogal een verschil.’
Beregening in ander perspectief Wie dit jaar ervaring heeft met tijdig beregenen, is Zwier van der Vegte. De bedrijfsleider van proefboerderij De Marke startte al in april met de irrigatie van grasland. ‘Beregenen is in het voorjaar veel effectiever dan in de zomer. Het gras heeft de potentie om te groeien, de tem- peratuur is niet extreem hoog en de dagen zijn lang genoeg’, zegt Van der Vegte. Net als Abbink adviseert hij ook om in de zomer prioriteit te geven aan de maisper- celen. Ook daarbij geldt overigens het devies: begin op tijd. ‘Als de bladeren krullen, ben je eigenlijk te laat, dan zit de plant al in de stress. Begin als de plant nog lekker fris oogt’, vindt Van der Vegte. Dit seizoen experimen- teert hij op een aantal percelen met bodemvochtsenso- ren om het optimale moment van beregenen vast te stellen.
De bedrijfsleider merkt een hernieuwde aandacht voor de beregening van grasland. In de praktijk kwamen bere- geningsinstallaties steeds vaker bij het oud ijzer te staan. De capaciteit van de installatie groeide vaak niet mee met de omvang van het bedrijf. En de voerprijzen gaven doorgaans weinig aanleiding om tijd, geld en moeite in beregening te investeren. Maar de afweging van wel of niet beregenen gaat verder dan de kille rekensom kost- prijs van de regeninstallatie versus ruwvoerprijs.
veeteeltGRAS JULI 2019 5
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40