ONDERZOEKWATERCONSERVERING
Hoe schoon is de schoonwatertank? TEST: FRIS WATER
Hoe houd je het water in de schoonwatertank van de camper schoon en fris? De NKC liet zes conserveringsmiddelen testen in het laboratorium van water- leidingbedrijf Vitens, die bedoeld zijn om het water drinkbaar te houden. Ze
doen lang niet allemaal wat ze beloven. TEKST TJEERD VISSER // FOTO’S LAURENS AAIJ EN ALLART BLAAUBOER
B
ij de test van waterconserverings- middelen gaat het om de onzicht- bare ziekteverwekkers die in de schoonwatertank van de camper mee- reizen. Welke zijn dat, hoe ontstaan ze en hoe raken we ze kwijt? Omdat de schoonwatertank met lokaal water via de eigen slang of de slang van het water- punt wordt gevuld, beginnen daar de problemen al. Nog los van de drinkwa- terkwaliteit in de verschillende landen, komen alleen al door zo’n slang en alle handen waar die doorheen gaat, bacte- riën in de schoonwatertank terecht.
Groenslijmerige aanslag Op zich geen probleem bij regelmatig
gebruik, hoewel ieder residu in het reservoir micro-organismen bevat, die telkens weer het nieuw toegevoegde water besmetten. Onderweg voortdu- rend de tank met vers water doorspoe- len reduceert de risico’s aanzienlijk, maar het reservoir onderweg leeg maken voordat er nieuw water ingaat, doet nagenoeg niemand. En bij veel campers blijſt er zelfs een beetje water achter in de tank, tot aan de volgende tocht. Hitte gecombineerd met stilstand zijn dé ingrediënten voor het ontstaan van groenslijmerige aanslag: de beruchte biofilm.
De bekendste ziekteverwekker in water is de legionellabacterie. Andere zijn colibacteriën en enterococcen. Verder
22
is er de genoemde biofilm, die op zich geen ziekteverwekker is, maar wel een zalige voedingsbodem vormt voor explosieve vermenigvuldiging van de ziekteverwekkers. Biofilm bestaat uit micro-organismen die baden in zelf- geproduceerd slijm, dat zich vasthecht aan een oppervlak. Deze slijmlaag kan tot wel 90 procent van de omvang van de biofilm omvatten. De rest bestaat uit bacteriën die zich vlot vermenigvul- digen. Bovendien vangt de slijmlaag nieuwe bacteriën, die zich eveneens ver-
Soms veroorzaakt de bacterie de levensgevaarlijke veteranenziekte
menigvuldigen, slijm produceren, enzo- voort. Biofilm komt overal in de natuur voor, van heetwaterbronnen tot koude gletsjers, als glad groen laagje op het tuinterras, als tandplak en helaas dus ook in de waterleidingen en de schoon- watertank van de camper.
Besmette druppeltjes Legionellabacteriën bevinden zich in
zeer lage aantallen in de grond en in het leidingwater. Vermenigvuldiging kan plaatsvinden in water met een tempe-
ratuur tussen 25 en 55 graden Celsius. Hierbij kunnen grote aantallen ontstaan als het water langere tijd stilstaat in bijvoorbeeld de dode hoeken van de lei- dingen of wanneer de camper niet wordt gebruikt. Boven de 60 graden sterſt de bacterie, zodat niet de warm- maar de koudwaterleiding het gevaar vormt. De temperatuur daarin schommelt meestal tussen de 15 en 35 graden Celsius. Ziek word je uiteindelijk door het inademen van de bacterie en niet door het drinken van besmet water.
Toiletgebruik
Het inademen van minuscule besmette druppeltjes kan gebeuren tijdens het douchen, het sproeien of het laten lopen van de kraan. De meeste mensen krij- gen na blootstelling aan deze bacterie overigens slechts milde, griepachtige klachten, die vanzelf verdwijnen. Soms veroorzaakt de bacterie echter een ern- stige longontsteking: de veteranenziekte. Het risico op zo’n longontsteking door legionella is laag, maar neemt wel toe met de leeſtijd en de aandoening kan dan dodelijk zijn. In de zomer komt de ziekte vaker voor dan in de winter en mannen zijn vaker het slachtoffer dan vrouwen. Wanneer fecale colibacteriën (Coli 37) in de schoonwatertank worden aange- toond, is het water verontreinigd met uitwerpselen van dieren of mensen. Ze veroorzaken onder andere koorts,
KAMPEERAUTO 4 - 2017
WWW.NKC.NL
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92