This page contains a Flash digital edition of a book.
Dubbel Check


‘Niemand wil zich aan lijkenincident branden’


Naam en leeftijd: Piet Filius (66) Rang en functie: Uitzending: Is nu:


Hobby’s: Hekel aan:


CSM Charlie Compagnie Libanon 1980-’81 (UNIFIL)


werkzaam in scheepsreparatie/electronica van zeeschepen geschiedenis


mensen die vinden dat ze nooit fouten maken Beste oorlogsboek: Englandspiel (Jelte Rep)


tijd waren er nog geen computers, gsm’s en geavanceerde fototoestellen, hooguit een typemachine bij de administratie. De waarnemingen werden gedaan en gemeld via de radio en genoteerd in handgeschreven logboeken”, aldus Filius, die destijds commandant was van het team dat de lijken aantrof.


Libanonveteraan Piet Filius was als sergeant-majoor betrokken bij het zogeheten lijkenincident op 25 december 1980. “De gevolgen hadden een grote impact op de verhoudingen tussen Nederland en Israël enerzijds en de VN en Israël anderzijds”, aldus Filius.


Boobytrapped Volgens Filius was het Nederlandse


Door: Anne Salomons Foto: still uit Andere Tijden


“D


at dit steeds weer in de media opduikt, is ook te wijten aan de afwikkeling door de


Nederlandse overheid die weliswaar in de richting van Israël het nodige heeft gedaan om de spanning uit de lucht te halen, maar dat naliet voor haar eigen militairen en andere betrokkenen“, aldus Libanonveteraan Piet Filius. Het verschijnen van het boek Een kwes- tie van zelfbehoud (zie pag. 29) heeft ‘het lijkenincident’, waarbij volgens Nederlandse militairen lijken van Pales- tijnen werden verminkt door Israëlische militairen, bijna 34 jaar na dato weer volop in de publiciteit gebracht. “In die


team dat arriveerde op de plaats van het incident ongeveer vijf minuten alleen met de omgekomen Palestijnen en con- stateerde op dat moment geen ernstige verminkingen. Toen de Israëlische troepen (IDF) terugkeerden, trokken zij zich terug op een dertig meter hoger gelegen richel waar zij een goede waar- nemingspositie hadden op de plaats van het incident. “Alle verrichtingen van de IDF werden via de radio doorgegeven. De lijken werden op een hoop gelegd, de antitankgranaten werden naast de lijken gelegd, er werden springladingen voorbereid met vuurkoord en om 12.05 uur vond de eerste explosie plaats, gevolgd door een tweede om 12.09 uur. Om 12.19 uur kwam er een melding via de radio: Don’t touch the dead bodies because they are boobytrapped, with the compliments of the General Ben Gal, commander Northern Area. Om 12.23 uur verlieten de laatste drie Israëlische militairen de plaats van het incident.” Het boobytrappen van lijken is tegen de Conventie van Genève, maar werd niet meegenomen in het onderzoek dat een VN-commissie instelde naar het inci- dent. “Deze melding werd gedaan ter- wijl de IDF nog bezig was met de lijken, door een generaal die commandant was van het noordelijk gedeelte van Israël. Was het een vooropgezet plan?”


Excuses


Filius wijst ook nog op een Israëlische persverklaring waarin stond dat een van de Palestijnen een bomgordel droeg met 15 kilo springstof, die zou zijn afgegaan tijdens het vuurgevecht. “Dit moet toch een geweldige explosie zijn geweest, maar ook dit is nergens vermeld in het onderzoek. En waarom bleven de lijken vier dagen in de regen liggen en werden de Unifillers vanuit de wadi beschoten toen ze die lijken wilden bergen omdat er honden bij liepen? Ook hierover is in het onderzoek niets vermeld.” De conclusie van de VN-onderzoekers was dat de Nederlandse militairen gerapporteerd hadden ‘wat ze dachten te hebben gezien’. “De Nederlandse regering slikte dit braaf en bood samen met de VN haar excuses aan. Terwijl Jan Soldaat nog steeds wacht op een antwoord van de verantwoordelijken.” Filius is blij dat er tegenwoordig goede nazorg is. “Maar voor de militairen die kort daarna via Beiroet naar huis ver- trokken, was het einde diensttijd. Plun- jezak inleveren en gedaan, niks nazorg. Op dit moment lopen nog veel vetera- nen rond met een niet afgesloten verle- den, een gemiste kans van Defensie.” Na de verschijning van het boek wijdde het tv-programma Andere Tijden een uitzending aan de kwestie, waarop Tweede Kamerlid Harry van Bommel kamervragen stelde. Filius is sceptisch over de antwoorden. “Tot op de dag van vandaag heerst er stilzwijgen, niemand wil zich hieraan branden.” Kort daarop antwoordde de regering: ‘Het Kabinet verklaarde destijds de bevindingen van de VN-onderzoekscommissie te aan- vaarden (..) en ziet geen aanleiding het hiervoor genoemde standpunt te her- overwegen.’


MAART 2014 33


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64