This page contains a Flash digital edition of a book.
is tussen de deelnemers aan zo’n vredesmissie en het thuisfront.” Als voorbeeld van dat onbegrip noemt hij militairen die in een gevecht voor afschuwelijke dilem- ma’s komen te staan, in een hij-of-ik- situatie terechtkomen en de tegen- stander, bijvoorbeeld een knaapje van 12 jaar, doodschieten. “Als zo’n militair thuiskomt en dit na een


lichtingsbeleid van Defensie wel iets gaan schuiven. Maar vooral omdat journalisten als Boom, op gevaar dat ze er door Defensie uitgegooid werden, steeds de grenzen opzoch- ten. “Op een gegeven moment kreeg Defensie meer vertrouwen in mij als journalist, ook omdat ze zagen dat ik niet alleen ‘roze mist-verhalen’ schreef, maar ook berichtte over de


kwam een enkele keer voor dat een Nederlandse militair zijn woorden liever niet terugzag in een artikel van Boom, bijvoorbeeld iemand die thuis had gezegd dat hij weer op missie moest, terwijl hij zich er vrijwillig voor had aangemeld. Dan liet de verslaggever dit persoonlijke verhaal, omdat het voor de beeldvorming niet relevant was, weg.


Eén keer is Boom gezwicht voor de argumenten van een Defensievoor- lichter om niet te vermelden dat Nederland samenwerkte met een cor- rupte districtschef van Deh Rawod. Boom: “De voorlichter vertelde dat ik met publicatie van dit feit de samen- werking met de corrupte districtchef, die van vitaal belang was, op het spel zette. Hij verzekerde mij dat de corrupte man over uiterlijk een half jaar toch weg zou zijn. Ik begreep dat en heb dat toen weggelaten. Ach- teraf vind ik dat ik dat niet goed heb gedaan.”


Embedded Vanuit de optiek van Defensie noemt


lange tijd eindelijk vertelt, zegt zijn vrouw: ‘Overdrijf je niet een beetje, ik heb dat nooit ergens gelezen.’ Vaak is zo’n veteraan ook bang dat zijn partner zal reageren met: ‘Jij bent een moordenaar.’” Boom pleit er dan ook voor om de term oorlog weer in het publieke debat terug te brengen. Om duidelijk te krijgen dat ook een vredesmissie kan plaatsvinden in oorlogsgebied en dat de door ons gestuurde militairen zich staande moeten houden in oorlogsomstandig- heden.


Zelfcensuur


‘Ons doel is de missie te verkopen’, zo citeert Boom in zijn boek een Defensievoorlichter. Toch is gaan- deweg de Uruzganmissie het voor-


opbouwwerkzaamheden”, aldus Boom. Hij won het vertrouwen van de manschappen waarmee hij regel- matig op patrouilles ging omdat hij opschreef hoe de situatie werkelijk was. “Ze vertelden me ook alles en dan waarschuwde ik: ‘Ik ga het gebruiken hoor.’ Dan zeiden ze: ‘Doe maar, er is niets geheims aan.’” Toen Boom aan de ietwat wantrou- wige militair Kenneth vertelde dat alles wat hij schreef door Defensie- voorlichting werd gecontroleerd en dat wanneer Kenneth dingen zei die Defensie niet welgevallig waren aan hem gevraagd werd om zijn woorden aan te passen, reageerde deze ongelovig: ‘Niemand heeft ons verteld dat wat wij zeggen, gecon- troleerd wordt. Dat is toch raar?’ Het


Boom het embedded-beleid geslaagd. “Maar als journalist krijg je op deze manier wel een eenzijdig verhaal”, benadrukt hij nogmaals. “Kijk naar Arnold Karskens, die ik toch als mijn leermeester zie. Hij zegt dat je nooit en te nimmer embedded moet gaan. Dat vind ik onzin, zo ontzeg je jezelf de mogelijkheid om te zien hoe de Nederlandse troepen opereren, maar het is zeker ook je plicht om onafhankelijk de andere kant van het verhaal te onderzoeken.” Boom prijst zich gelukkig dat hij ook meerdere malen los van Defen- sie verslag heeft kunnen doen van de missie in Afghanistan. Verslagen waarin hij met burgers kon praten en zelf op onderzoek kon uitgaan naar burgerslachtoffers of de resul- taten van opbouwprojecten. In diverse media zoals De Groene Amsterdammer en het Algemeen Dagblad heeft hij hierover vrijelijk kunnen berichten.


Sinds april 2012 is Joeri Boom Zuid-Azië-correspondent voor NRC Handelsblad. Hij gaat nog steeds met enige regelmaat naar Afghani- stan. Hij won met het boek Als een nacht met duizend sterren, over de Nederlandse oorlogsverslaggeving in Afghanistan, de Dick Scherpenzeel- prijs 2011.


MAART 2014 15


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64