This page contains a Flash digital edition of a book.
1. De vlotbrug bij Koedijk.


2. Dorpsgezicht Kolhorn.


3. In de Kop van Noord- Holland zijn overal sloten en vaarten.


4. Lesje voor mobieltjes- fanaten? De telefoon- gids uit 1953.


nog heel oude buurtschappen bekend zijn met vreemde namen als Buitenland en Luizeknip. We mogen ook even een gedenkboek inkijken met de aansprekende titel Van Buitenland tot Luizeknip. Interessant! We zoeken het kanaal weer op om westelijk daarvan een ritje naar de Hondsbossche Zeewering te maken. De Kop van Noord-Holland was zo vaak terrein van grote overstromingen, dat al vroeg in de geschiedenis tot de bouw van dijken werd besloten. Een sterke aanzet hiertoe was de Sint-Elisabethsvloed van 1421, toen het gehele dorp Petten in de golven verdween. Het bescher- mende duin tussen Camperduin en Petten was rond de vijftiende eeuw hier en daar maar dertig meter breed. Er werden dijken gelegd en strandhoofden, loodrecht op de kust staand. Niets was afdoende, tot in 1792 de zee- wering defi nitief op de tegenwoordige plaats kwam te liggen. We bewonderen de volharding van de Noordkop- pers in de expositie De Dijk te Kijk. Het sluit binnenkort vanwege een verbouwing, maar is vanaf medio februari 2014 weer open.


Vissersplaatsje We steken even door naar het oosten om Schagen te bezoeken. Het is donderdag, de dag van de Schager markt. Leuk, maar het is haast onmogelijk om een parkeerplaats te vinden. We overwegen de camperplaats daar op te zoeken, maar het regent zo hard, dat we het somber inzien als we


HET NOORD-HOLLANDS KANAAL Tot 1824 moesten de zeeschepen om Amsterdam te bereiken over de Zuiderzee


met zijn vele ondiepten. Dit maakte de tocht riskant en langdurig. Willem I initieerde een kanaal van Amsterdam via Alkmaar naar Den Helder. Bij de plan- nen voor het kanaal werden zoveel mogelijk al bestaande watergangen gebruikt. Zo benutte men de ringvaarten van de Schermer en de Beemster, die natuurlijk wel uitgediept en verbreed moesten worden.


Het kanaal werd aan de oppervlakte veertig meter breed en op de bodem tien meter. Het kreeg een diepte van zeven meter. Het was destijds het breedste en diepste kanaal van de wereld. Dat was nodig om een oorlogsschip en een koopvaarder te kunnen laten passeren.


Zo’n negenduizend arbeiders groeven het kanaal met de schep. Ze werden slecht betaald, slecht gevoed en slecht behuisd. Ze woonden vaak in zelfgemaakte bouwsels dicht bij de werkplek. Vooral ‘s winters was de ellende groot en waren er nogal eens relletjes. Militairen controleerden de gang van zaken.


Het kanaal werd geopend in 1824. Enkele jaren later voeren er al meer dan duizend schepen per jaar door. Grote schepen werden getrokken door zo’n twintig, paarden die op de jaagpaden langs het kanaal liepen. De tocht van Den Helder naar Amsterdam duurde zo vijftien uur.


66 | Kampeerauto nr. 1/2014 NKC VLOTBRUGGEN


Omdat het kanaal te breed was om er bruggen over te bouwen en veerponten te veel oponthoud voor de bewoners zouden veroorzaken, werden er vlotbrug- gen ontworpen. Zo’n vlotbrug bestond uit twee vaste brugstukken aan de oevers van het kanaal en twee drijvende brugdelen van in totaal vijftien meter lengte daartussen. De brug wordt geopend door het vlotgedeelte met kabels weg te trekken en onder het vaste brugdeel te schuiven. De brug werd met de hand bediend. Sinds 1986 is de bediening elektrisch. Omdat zwaar verkeer destijds nogal eens fl inke schade veroorzaakte, zijn er toen ook extra pontons onder de vlotten gelegd, zodat het draagvermogen nu twee ton is. Van de vele vlotbruggen die er ooit lagen, zijn er nog vier over: bij Koedijk, Burgervlot- brug, Sint Maartensvlotbrug en in ‘t Zand.


vanaf daar een kilometer naar het centrum moeten lopen. Dan maar naar het Zijpermuseum in Schagerbrug. Het voelt een beetje als surrogaat, maar dat blijkt algauw een grote misvatting. De geschiedenis van De Zijpe, oorspron- kelijk het waddengebied tussen Alkmaar en Texel dat werd drooggelegd in de zestiende eeuw, wordt op een interes- sante, maar ook leuke manier voorgelegd, met oude dorps- fi lms en dorpsfoto’s, krantenpagina’s en wat al niet meer. Hierna wijken we nog meer van het kanaal af en zoeken Kolhorn op, dat oude vissersplaatsje dat nu midden in het land ligt, maar niets van zijn oude bekoring verloren heeft. Het is droog geworden en we wandelen door de straatjes en steegjes van dit aardige dorpje. Het museum De Oude Turfschuur geeft veel informatie over de Kolhorners en hun middelen van bestaan: ansjovis vissen, meekrap oog- sten, maar ook een boerderij runnen. Het wordt tijd voor rust: we zoeken de camperplaats Medemblik op. Vrijdag is het weer gelukkig wat beter. We vervolgen het rondje en gaan eerst maar eens een wandeling maken bij natuurreservaat Het Zwanenwater. Even ten zuiden van Callantsoog is de parkeerplaats. Na de wandeling is restaurant De Jonge Prins in ‘t Zand goed voor een kopje koffi e.


Jammer dat de uitbater niet weet hoe de naam is ontstaan. Maar aan de andere kant: nu is de fantasiekraan open! En dan roept de plicht weer: we moeten op huis aan. Jammer!


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76