vooruitgang


Jan van Heerik- huize (33) houdt in Lunteren (Gld.) in maatschap met zijn ouders circa 320 melkkoeien en 250 stuks jongvee. De ondernemers hebben 105 hecta- re grond in gebruik waarvan 20 hecta- re snijmais.


genetische vooruitgang.” Hij verwacht een derde van het areaal met dit ras in te zaaien. De maisteelt krijgt veel aandacht op het


bedrijf. Van Heerikhuize, winnaar van de MaisChallenge van 2016, noemt onder an- dere de juiste pH van de grond en het juiste tijdstip van bemesten cruciaal. Mede daar- door wist hij afgelopen jaar nog een goede opbrengst van de (zand)grond te halen en viel de kwaliteit naar eigen zeggen mee. “Op de droogtegevoelige grond was de mais op tijd weg; op de nattere grond hebben we nergens last van gehad.”


enige alternatief is. In het algemeen ziet Koppelman dat veehouders door alles waar ze mee te maken hebben meer bewust een rassenkeuze maken.


De geraadpleegde veehouders op deze pagina’s geven daar ook blijk van.


Anderrasvroegerenmeeropbrengst Aantalantwoordenopvraagwaarnadrukopligtbijraskeuze.


30 25 20 15 10


0 5


Veehouders die volgend jaar een ander ras kiezen, letten vooral op de vroegheid, opbrengst en zetmeelgehalte. Landbouw- kundige eigenschappen als stevigheid en ziekteresistentie zijn minder bepalend.


Veehouders die volgend jaar aspecten veranderen in de maisteelt kiezen dan vooral voor een vroeger maisras. De eis dat voor 1 oktober een vanggewas moet zijn gezaaid is daarvoor een belangrijke aanjager. Een deel van de veehouders kiest voor onderzaai.


BOERDERIJ 104 — no. 15 (8 januari 2019) R17


Vroegheid Opbrengst Zetmeel Stevigheid Droogtegevoeligheid Ziektegevoeligheid FOTO: TWAN WIERMANS


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24